Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1518-14-7913-37r

Cont sij enijeghelijcke dat comen sijn voer ons scepenen onderghescreven Cornelis ende Henrick gebruederen, Gherit Gherit Reijnen zoen ut tutor (als voogd) Willem sijns wijffs, Henrick Mertens zoen vande Sandt ut tutor (als voogd) Magdalena sijns wijffs, Jan Pelgroms ut tutor (als voogd) Gheriden sijns wijffs, Jenneken, Lijsbet ende Katherijn ghesusteren cum ... tutoribus (met ... voogden) kijnderen altesamen wilner (wijlen) Jans van Spaemndonck die Jan vercregen hadde, bij Andries dochter wilner (wijlen) Jan Willem Mutsaerts zoen ende hebben onder hen een erffdeijllinge ende erffscheijdinghe gemaeckt ende ghedaen van alsulcken erfflijcken goeden als hier nae bescreven staen ende hen vande doot wilner Jans hens vader ende Andriesen henne moeder aencomen ende verstorven sijn

Overmidts welcke erffdeijllinge ende erffscheijdinghe wille, soe sal Cornelis, Henrick Mertens zoen ut tutor (als voogd), Magdalena voers, Jenneken ende Katherijn voers, hebben houwe ende erffelijcken besitten onder hen viere tsamen die ... van LX Rijnsgulden XX stuivers t stuck gherekent eens te ... die welcke Henrick voers sculdich was, van zekere erfpachten die hij Jan van Spaendonck henne vader geloeft hadde te gelden ende daer hij zeekeren loss aen hadde nae inhout den brief daer aff sijnde Item hier toe noch XII Rijnsgulden eens die welck sij heffende ende beuren sullen van Henricken henne brueder, Gherit Reijnen zoen, Jan Pelgeroms ende Lijsbetten henne suster voers Item hier toe sess lopen rogge erfpachs op Stheven Meeus Sthevens zoen Item hier toe noch een stuck beempts vi lopensaet vel circiter (of daar omtrent) begrijpende gelegen inden Lande van Breda in die Rhijshoeve onder Ghils gelegen op welck ghedeelte voers die anderen voers volcomelijcke op vertegen hebben tot behoeff Cornelis, Henric Mertens zoen Jenneken ende Katherijn voers daer sij uit sullen gelden ende betalen een gront chijns uit den voers stuck beempts gaende met recht

Item hier tegen soe sullen Henrick van Spaendonck, Gherit Gherit Reijnen zoen, Jan Pelgeroms ende Lijsbet hen suster voers hebben houwe ende erffelijcke besitten een stuck lands geheijten den Vos Acker vi lopensaeten vel circiter (of daar omtrent) begrijpende gelegen inde parochie van Tilborch ter stede geheijten aent Creijven Item hier toe een stucxken erffs met eenen huijsken daer op staende geheijten Marie Hoeffken gelegen aende Vos Acker voers op welck ghedeelte voers die anderen voers volcomelijcke op vertegen hebben tot behoeff Henric cum suis voers daer sij uit sullen gelden ende betalen uiten Voss Acker den gront chijns Lucas van Amerzoije et promisit (en heeft beloofd) die een den ander deese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe altijt vast ende stentich te houwe ende dat een ijegelijcke sijn commer hem toegevuecht sijnde alsoe gelden ende betalen sal, dat die ander ende hen goeden daer aff sullen blijven ongehouwe ende off naemaels verborge commer compt op ijemants ghedeelt ende hier inde deijllinge nijet ghenoept en is, die commer alsoe commende, hebben sij malcanderen geloeft te helpen gelden ende dragen, kijnt kijntsgelijck datum ... Maria Magdalen dach scabini Ael, Berijs.

Die kijnderen voers dempto (behalve) Cornelis voers elck hen gedeelt in een stuck lands geheijten den Bellen Acker gelegen inde parochie van Tilborch ter stede geheijten aen dat Creijven tussen erffe Gherit Henrick Beijkens zoen deen sijde ende deen eijnde ende tussen erffe Em Eelkens kijnderen dander sijde hoedende aen erffe Michiel Roeloffs als sij seede supportaverunt (hebben overgegeven) Cornelis zoen wilner (wijlen) Jans van Spaendonck henne broeder met affgaen ende vertijden als dat behoerlijcke ende recht is et promiserunt warandiam (en hebben beloofd te waren) elck sijn gedeelt dempto (behalve) x lopen rogge erffpachs Reijnen Jans Groote zoen te gelden ende te weege die men van rechts weege sculdich is te weege ende alle anderen commer ende calangie elck tot sijn gedeelt toe hier op comende aff te doen, welcken pacht voers Cornelis voers alsoe gelden ende betalen sal et promisit super se et bona sua (en heeft beloofd op zich en zijn goederen) datte anderen sijn susters ende broeders voers ende hen goeden daer aff sullen blijven ongehouwe tot ewige dage datum scabini ut supra.




Zoeken in website: De Hasselt voor 1832