Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1521-14-7917-94v

Cont sij een ijegeliken dat voir ons schepenen ondergeschreven gecomen en gecompareert sijn Ariaen Michiel Roelofs als man en momboir Heijlwigh sijns wijffs dochter wilner (wijlen) Arts Cort sBonten ter eenre en Daniel dochter wilner (wijlen) Jan Nouwen cum tutor (met haar voogd) die hij gewonnen en vercregen hadde bij Elisabeth sijne wettige huijsvrouw dochter wilner (wijlen) Arts Cort sBonten ter ander sijde en heben ghedaen bij raet van sommige henne vrinden een erffscheijdine

Overmits welcke erffscheijdinge Ariaen voirs te deel ghevallen is ende sal erffeliken hebben houde ende besitten inne ierste een huijs hoff gront en erffe daer aen liggende ende daer toe behorende xii lopensaet min vier roeijen vel circiter (of daar omtrent) begrepen gelegen inde parochie van Tilborch aen die Hasselt tussen erffe Reijner Jan Reijner deen sijde ende tussen erffe Daniel Jan Nouwen die hijer tegen gedeijlt is dander sijde streckende met beijden eijnden aen die gemeijn strate met sommige erffe waer op Daniel voirs vertegen heeft cum tutore (met haar voogd) tot behoeff Ariaen Michiel Roeloffs voirs met affgaen ende verthijde als dat behorlic ende recht is daer Ariaen voirs uit gelden sal die drie vierdedeelen erffpacht die van auts van rechts weege uit geheele stede behoort te gaen,

Hier tegen sal Daniel voirs hebben haude ende erffeliken besitten een stuck lants gelegen aldaer ter parochie ende plaetse voirs vier lopensaet min ii roijen vel circiter (of daar omtrent) begrepen tussen erffe Ariaen Michiel Roeloffs dat hier tegen gedeijlt is deen sijde ende tussen erffe Cornelis Wouter Jans cum alijs (met anderen) dander sijde ende deen eijnde ende metten anderen eijnde aen die straet aldaer daer Ariaen voirs op vertegen heeft tot behoeff Daniels voirs met aff gaen ende verthijden ut moris est (zoals gebruikelijk is) daer sij uit gelden ende betalen sal jaerlix het vierde deel vande erffgenamen die jaerlix van rechts wege van auts uit die gheheele stede sculdich is te gaen gelovende malcanderen die voirs deijling super se et bona sua habita et habenda (op zich en zijn goederen hebbende en verkrijgende) deese erffscheijdinge vast ende stendich te houden en te doen houden en elck sijn gedeelte van de voirs commer also te gelden datte die anderen sijn goeden aff ongehauen sullen sijn ende verborgen commer gelijck kijnt kijnts gelijck te dragen datum er scabini ut supra ( ... anno xxi scabini Vermee ende Beris) .



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832