Jan soen wilner Gherit Jan Reijnen een stucken lants tot
hem als hij seide behorende gheijten dat Leech Stuc twee lopensaet vel circiter
(of daar omtrent) begrijpende in alder grote als die aldaer ghelegen sijn indie
parochie van Tilborch ter steeden gheheijten aent Creijenven tussen erffe Gherit
Hendrick Beijkens deen sijde ende tussen erffe Lauwreijs die weduwe Jan Sijmons
met haer kijnderen dander sijde streckende van erffe Gherit Hendrix voers met
meer anderen totten erffe Gherit Hendrix voirs ut dicebat supportavit
(zoals hij zeide heeft overgegeven) Lauwreijs die weduwe Jan Sijmons voir haer
te tochten ende haren wittigen kijnderen ten erve met affgaen ende verthijen ut
moris est (zoals gebruikelijk is) et promisit warandiam super se et bona habita
en habenda dempto (en heeft hij beloofd te waren op zich en zijn goederen
nu hebbende ende verkrijgende behalve) dat sij daer uit gelden ende betalen
sullen een negemanike en een halff negemanike erffchijns Henrick Emmen
kijnderen te gelden tot Oosterwijck ende dit overgeven vast te houden ende
anderen commer aff te doen den selven darum ut supra (vijfften maij anno xxii)
scabini Beris ende Vet.