Jan zoen Cornelis die Beer,
ende met hem Henrick soen wilner (wijlen) Wouter Goeijens ut maitus et tutore
(als man en voogd) Ana sua uxoris (zijn vrouw) dochter Cornelis die Beer
voers voer hen selven ende voer Cornelissen hunne bruer ende zwager onmondich
sijnde daer sij voer instaen ende geloefft hebben, elck hun recht ende gedeelte
in een huijs hoff ende erffe ut supra(als boven) in die tocht
supportaverunt (hebben overgegeven) Peter soen Cornelis die Beer hunne brueer
ende zwager et promiserunt warandiam (en beloofden te waren) elck sijn recht
ende gedeelt dempto (behalve) dat Peter voers hijer uit sal gelden ende betalen
eenen jaerlijcken ende erfflijcken schijns van anderhalven Auwen Grooten te
betalen aende heer van Tilborch opte gewonelijcken schijns dach, ... in Tilborch
ii 1/2 plack erffschijns, aen Aert van Eerzel een mud roggen erffpachs ende tot
Tilborch te leveren, ... in Tilborch vier lopen rogge erffpachs, Noch aen die
erffgenamen van Embrecht van Aerl iii 1/2 Rijnsgulden iiiii stuijver die te loss
staen nae inhout scepenen loss brijeven van Tilborch daer op gemaeckt etc ende
allen commer elck van sijn gedeelt daer in wesende aff te doen den selve datum
et scabini.