Jan zoon van wijlen Peter Jan Gerit Wouters en Kathelijn zijn zuster, voor henzelf, en met hen Marten zoon van wijlen Jan Gerit Wouters als momber en Willem Henrick van Ghestel als toeziener van Aert onmondige zoon van wijlen Peter Jan Gerit Wouters, hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Aert zoon van wijlen Jan Gerit Wouters, hun oom, elk zijn deel in alle erfelijke goederen hun verstorven van wijlen Jan zoon van wijlen Gerit Wouters en van diens vrouw, hun grootouders, waar die ook zijn gelegen.
Zodra Aert mondig is zullen Jan, Kathelijn en de mombers hem brengen om te vertijen op die goederen, zodat zij van hun gelofte ontheven zijn.
Aleijdt dochter van wijlen Jan Gerit Wouters heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Marten zoon van wijlen Jan Gerit Wouters, haar broer, al haar versterf en recht van versterven wat haar aangekomen is van wijlen Jan Gerit Wouters en diens huisvrouw, haar vader en moeder, in alle erfelijke goederen, waar ook gelegen.
Peter zoon van wijlen Jan die Wijse als man van Cornelia dochter van wijlen Jan Gerit Wouters heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Marten ut supra alle versterf en recht van versterven ut supra.
1532, december 14
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen