Marij weduwe van Joest van Ethen, zoon van wijlen Gherit van Ethen, (dochter van wijlen Jan Crillaerts) draagt over aan haar wettige kinderen al haar tocht en recht van tochtenwege in:
1) huis, hof, schuur en erf, gelegen in die Hasselt tussen:
Daniel Gherit Hermans een zijde
Herman Gherit Hermans ander zijde
Gherit Jan van Boerden alias Luijtkens een einde
gemeijn straat ander einde
2) een stuk land genaamd de Strijacker, gelegen te Tilburg in die Hasseltsche ackeren, tussen:
Cornelis Jan Reijnen een zijde
Gherbuerwech ander zijde
H. Geest van Tilburg een einde
Daniel Gherit Hermans ander einde
3) een stuk land, gelegen te Tilburg in die Tetenbraeck tussen:
Joncker Ariaen van Malsen heer, van Tilburg en Goerle een zijde
Arijaen Michiel Roelofs ander zijde
Joncker Ariaen van Malsen een einde
Herman en Cornelis zonen van Gherit Hermans ander einde
Marcelis van Ethen als momber. Rutger zoon van wijlen Jan Crillaerts als toeziender van Jan en Cornelis, broers, en Heijlwich en Jenneke, gezusters, onmondige kinderen van wijlen Joest en Ethen, die Joest verkregen had bij zijn vrouw Marij dochter van wijlen Jan Crillaerts verkopen aan Daniel zoon van wijlen Gherit Hermans een huis, hof, schuur en erf en grond daar aan liggende en 2 stukken land ut supra.
Hieruit jaarlijks te gelden:
1 mud rogge erfpacht aan Claeus die Beer
4 lopen rogge erfpacht aan Jenneke weduwe van Peter Zegers
2 lopen rogge erfpacht aan de rector van O.L.Vr. altaar in de kerk van Tilburg
3 ½ lopen rogge erfpacht aan de H. Geest van Tilburg
½ blanck erfcijns aan de H. Geest van Tilburg
½ stuiver erfcijns aan het gilde van St. Barbara in de kerk van Tilburg
1½ stuiver erfcijns aan de Heer van Tilburg
4 lopen rogge erfpacht aan Jan van Ghierl.
1540, 10 januari
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen