Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1545-14-7937-22r

Lambrecht zoon van wijlen Willem Roelofs, weduwnaar van Ariaena dochter van wijlen Vranck Ariaens, draagt over aan Cornelis en Vranck, zijn zonen, en Adriaen zoon van wijlen Peter Zegers als man van Ariaena en aan Ariaen zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans als man van Heijlwich, dochters van Lambrecht en van wijlen Ariaena diens vrouw voornoemd, zijn tocht en recht van tochten, wat hij bezat na de dood van zijn vrouw Ariaena in een stuk erf in weide genaamd die Hoghe Weije, gelegen te Tilburg aan die Hasselt tussen:
Peter Wouter Vermee, waar een waterlaat tussen gaat een zijde
Lambrecht Willem Roelofs ander zijde
Kathelijn, de weduwe van Gherit Hagaerts, waar ook een waterlaat tussen gaat een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog in de helft te weten het noordelijke einde van de schuur staande op het stuk erf voornoemd.

Cornelis en Vranck, gebroeders, zonen van Lambrecht zoon van wijlen Willem Roelofs, Adriaen zoon van wijlen Peter Zegers als mati van Ariaena, dochter van Lambrecht voors., welke kinderen Lambrecht voors. verwekt had bij wijlen Ariaena zijn vrouw, dochter van wijlen Vranck Ariaens, verkopen aan Adriaen Daniel Cornelis Hermans, hun zwager, elk hun deel in het voors. stuk erf en in de helft, te weten het noordelijke einde van de schuur voors. ut supra zoals in de tochtbrief.
Adriaen koper voors. moet uit het gehele stuk erf en uit de helft van de voors. schuur betalen:
4 karolus gulden en 5 stuivers erfcijns aan de weduwe van Peter Ariaens in Berkel en haar kinderen, te los met 78 karolus gulden.
Nog ca 1 blanck erfcijns aan Jacop Emmen in Oisterwijk.
's Heren schouwen van de waterlaat te onderhouden.
Te laten wegen over het voors. stuk erf naast een zijde naast het erf van Lambrecht Willem Roelofs over de Sloprijt aldaar diegenen, die van rechtswege daarover mogen wegen en daartoe de andere helft van de schuur voors. te weten het zuidelijke einde op het stuk erf te laten staan gedurende het leven van Lambrecht voors. ten behoeve van hem en na zijn dood door zijn ergenamen daarvan getogen te worden.

Quo facto is gestaan voor schepenen Adriaen zoon van Daniel Cornelis Hermans voornoemd en heeft geloofd op verbintenis van het stuk erf en van de helft van de schuur voors. en verder op hem zelf en op alle andere goederen nu hebbende en later verkrijgende, dat hij de voors. cijns van 4 karolus gulden en 5 stuivers betalen en ook aflossen zal met de som van 78 karolus gulden en ook het voors. blanck erfcijns, zodat de voors. Lambrecht zoon van wijlen Willem Roelofs, zijn kinderen en verkopers voornoemd, daar geen last meer van zullen hebben.

1545, october 10

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832