Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1546-14-7937-59r

Herman zoon van wijlen Gherit Hermans heeft geloofd als schuldenaar te betalen aan Gherit zoon van wijlen Gherit Vrancken van Loon een jaarlijkse en erfelijke cijns van 4½ karolus gulden van 20 stuivers uit huis, hof, schuur, schaapskooi met grond en toebehoren en erf daaraan liggende, groot ca 7 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Hasselt tussen:
Daniel Gherit Hermans een zijde
Goijaert Aert Goijaerts en anderen ander zijde
Gherit Adriaen Gherit Meeus een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog uit een stuk erf in land en weide, groot ca 6 lopensaet, genaamd de Berchacker, gelegen te Tilburg in die Stockhasseltschestraet tussen:
Gherit Adriaen Gherit Meeus een zijde
Daniel Jan Reijnen ander zijde
Jan Gherit Hermans een einde
die Stockhasseltschestraet ander einde.
In margine: Gelost a 53.

Staat te los met 77 karolus gulden van 20 stuivers samen met de jaarcijns en achterstel, met Sint Jansmis tevoren op te zeggen. Ook als Gherit of zijn nakomelingen de hoofdpenningen willen hebben en dit Herman en zijn nakomelingen met Sint Jansmis tevoren opgezegd zullen hebben, zo heeft Herman geloofd met lichtmis daarop de hoofdpenningen te betalen samen met alle achterstel.

1546, januari 30

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832