Herman zoon van wijlen Gherit Hermans heeft geloofd als schuldenaar te betalen aan Gherart zoon van wijlen Gherit Smolders de Oude een jaarlijkse en erfelijke lijfcijns van 5 karolus gulden van 20 stuivers gedurende het leven van Gherart voors. en niet langer, te betalen op Sint Jan Baptistdag in de midzomer, waarvan de eerste termijn vervallen is op Sint Jan Baptistdag in de midzomer laatstleden, uit huis, hof, schuur, schaapskooi en uit de erfenis daaraan liggende, groot va 7 lopensaet, gelegen te Tilburg aan die Hasselt tussen:
Goijaert Aerts en Henrick Cornelis Heijnen een zijde
Daniel Gherit Hermans en anderen ander zijde
Gherit Adriaen Gherits en anderen een einde
die gemeijn straat ander einde.
1546, juli 12
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen