Wouter zoon van Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts, die Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts voors. verwekt en verkregen had bij wijlen Barbara zijn vrouw, dochter van wijlen Jan Henrick Claeus Wouters, heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts, zijn vader voornoemd, samen met alle brieven en recht, met afgaan en vertijen, het versterf en al het recht en gedeelte dat hem aangekomen en verstorven was van wijlen Barbara voornoemd, zijn moeder, en wat hem nog aankomen en versterven zal mogen van Willem voors. zijn vader in alle erfelijke goederen, te weten in het bijzonder in een huis, hof, schuur met de grond en de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, samen groot ca 12 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Steenen Camer, waar Willem voors. nu ter tijd woont, en in een stuk erf tot weide en heide liggende genaamd de Heilige Geest gelegen in die Stockhasseltsche straet.
Nog in een stuk beemd gelegen onder Gilze in de Ghilsche Vucht en nog daartoe ook alle versterf en recht van versterven als dezelfde Wouter bovengenoemd aangekomen en verstorven mag zijn van wijlen Lijsbet weduwe van wijlen Willem Mutsaerts, zijn grootmoeder, waar dat ook gelegen of bevonden zal worden, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets uitgezonderd, zoals hij zeide.
Hij heeft beloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig etc. en nooit meer naar het voors. versterven, recht of gedeelte te talen noch te doen talen met geen enkel recht etc. en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts heeft geloofd als schuldenaar op zich en op al zijn goederen, havelijk en erfelijk, nu hebbende en nog later verkrijgende, aan Wouter zijn zoon, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Barbara zijn eerste huisvrouw dochter van wijlen Jan Henrick Claeus Wouters, te betalen direct na de dood van de voors. gerekend of die waarde daarvan in ander goed gevalueerd geld, dat dan gevalueerd zal zijn, daarvoor, en dat ter zake van zeker versterven en goederen als dezelfde Wouter voors. aan Willem voors., zijn vader, heden verkocht en gevest heeft, zonder arglist.
Toegevoegd:
Deze gelofte en penningen voors. zijn in handen gesteld van Peter en Adriaen zonen van Jan van Ghestel grout in registro promessionum scabinalium, actum ultra aprilis a LII.
(zoals in het register van schepengeloften, gedaan de laatste april in het jaar 52.).
1552, februari 3
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen