Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1552-14-7943-56r

Willem zoon van wijlen Willem Willem Mutsaerts en met hem Peter en Adriaen, gebroeders, zonen van wijlen Jan van Ghestel, zijn ooms, Huijbrecht zoon van wijlen Jan Leijten, hun zwager, en Jan Jans, zwager van de voorschr. Peter, voor henzelf en ook voor Wouter zoon van wijlen Willem Willem Mutsaerts, broer van de eerstgenoemde Willem, die afwezig is en niet tegenwoordig, waar ze zich gezamelijk, onverdeeld en elk voor allen sterk voor maakten en geloofden, hebben wettelijk en erfelijk vertegen ten behoeve van Geertruijt 2e huisvrouw en weduwe van Willem Willem Mutsaerts voors., haar tot haar recht van tochten en aan haar kinderen, door deze wijlen Willem voors. uit haar verwekt, het erfrecht daarvan te blijven, en ze hebben overgegeven op de manier, die daartoe gebruikelijk is, alle goederen, alle goederen, versterf en recht van versterven, die de voors. Willem en Wouter, gebroeders, gezamelijk en elk afzonderlijk enigszins aangekomen en verstorven mogen zijn van wijlen Willem Willem Mutsaerts hun vader voornoemd en van wijlen Barbara zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan van Ghestel, hun moeder, en ook van hun ouders, hoedanig deze goederen en versterf zijn mogen en waar die ook gelegen zijn, vergouden of enigszins bevonden zullen worden, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die enigszins in hun naam zou mogen bevinden, niets daarin uitgezonderd, en ook op alle brieven, geloften en voorwaarden, aan de voors. Willem en Wouter, gebroeders, of hun ooms en mombers ter zake van de voors. goederen en versterf enigszins door wijlen Willem voors. hun vader verleend, geloofd en gedaan, mitsgaders? ook op alle acties en toezeggen, dat iemand van de voornoemde personen zou pretenderen te hebben op de voors. goederen uit kracht van enige brieven, hem daarop verleend en gepasseerd en ook anderszins. Ze hebben geloofd als schuldenaars gezamelijk, onverdeeld en elkeen voor allen op zich en op al hun goederen, hebbende en verkrijgende, dit vertijen en overgeven voors. altijd vast en stendig te houden en in hun naam te doen houden etc. en nooit meer daartegen te doen of te spreken met recht of anderszins, op geen enkele manier, door henzelf noch door iemand anders en alle kommer, hinder, stoot, schade en calangies daarvan komende geheel af te doen zonder arglist.

1552, december 28

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832