Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1554-14-7944-62r

Kond zij eenieder, dat gekomen en gecompareerd zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Gherit zoon van wijlen Gherit Reijnen, weduwnaar van Willem zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan van Spaendonck ter ener zijde en Peter zijn zoon, Daniel zoon van wijlen Gherit Hermans als man en momber van Katherina, Peter Anthonis Bertolomeus Otten als man en momber van Anna, Cornelis zoon van wijlen Gherit Reijnen en Willem zijn huisvrouw voors. ter anderer zijde en ze hebben een zekere erfdeling gemaakt als hierna volgt.
Tengevolge van deze erfdeling zal de voornoemde Gherit hebben, houden en slechts in tocht zijn leven lang en niet langer bezitten een huis met hof, schuur, grond en toebehoren genaamd het Oude Huijs met de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende gelegen in de parochie van Tilburg ter plaats genaamd op het einde van het Creijenven tussen:
erfenis van Jan Jan Sijmons met meer anderen een zijde
het Nijeuwe Huijs en de erfenis van zijn kinderen voornoemd, zoals die bij deze deling hen toebedeeld en afgepaald is een einde
en verder rondom aan de gemeijnt en de gemeijn straat.
Nog een stuk weideveld genaamd 't Ven gelegen aldaar tussen:
erfenis aan zijn kinderen voornoemd toebedeeld en afgepaald een zijde
erfenis van Dinge weduwe van Gherit Henrick Beijkens met haar kinderen ander zijde
erfenis van Henrick Cornelis Appels een einde
die gemeijn straat ander einde.
Nog een heiveld genaamd 't Cleijn Hoeffken gelegen aldaar tussen:
erfenis van Henrick Cornelis Appels voors. een zijde
erfenis van de kinderen van Gherit voors. hier afgedeeld ander zijde
erfenis van Daniel Gherit Hermans een einde
de gemeijnt van Tilburg ander einde.
Nog hiertoe zal Gherit voors. hebben, houden en in tocht bezitten zoals boven zekere percelen van beemden te weten:
Een stuk beemd groot ca 1 bunder gelegen in de parochie van Tilburg voorschr. ter plaatse genaamd in die Sporckt.
Nog een beemd groot ca 6 lopensaet genaamd de Driehoeck gelegen in de parochie voors. aan de Cleijn Werffbosch.
Nog een half bunder of 3½ lopensaet beemd gelegen onder Gilze in het land van Breda voornoemd in de Elsheempt voors.
Nog de helft in ca 1 bunder beemd gelegen in die Kemkens onder Gilze in het land van Breda voornoemd, in alle grootte als deze voornoemde percelen van erven en beemden samen gelegen zijn, zoals ze zeiden.
Item nog zal hij hebben, houden en in tocht bezitten als voor een jaarlijkse en erfelijke pacht van 28 lopen rogge, diemen jaarlijks heft op de erfgenamen van Korstiaen Willem Stelaerts en hun goederen gelegen in Tilburg in die Schijve.
Nog 6 lopen rogge jaarlijkse en erfelijke pacht, die men jaarlijks heft op Jan Jan Sijmons en zijn goederen gelegen in de parochie voors. aan het Creijenven.
Nog hiertoe een jaarlijkse en erfelijke rente van 4 karolus gulden en 5½ stuiver, die men jaarlijks heft op Cornelis Lambrecht Willems en zijn goederen gelegen aan de voornoemde Postelstraet, te los staande met 75 karolus gulden, alles naar inhoude van verscheidene schepenbrieven, die daarvan zijn, ook zoals ze zeiden.
Op welk huis, hof, schuur met de grond en toebehoren en de erfenis daaraan liggende en op de andere percelen van erven, erfpachten en op de losrente, allen voornoemd, de voornoemde kinderen en schoonzoons van Gherit zoon van wijlen Gherit Reijnen voors. vertegen hebben ten behoeve van deze Gherit, hun vader en schoonvader voors., samen met de schepenbrieven en voorwaarden, die daarvan gewag maken, en op al het recht, dat hen daarin enigszins toebehoort, en dat voor Gherit voors. tot zijn tocht zijn leven lang te hebben en te gebruiken en niet langer zoals voor gezegd is, gelovende als schuldenaars super se et bona sua etc. deze deling en dit vertijen voors. altijd vast en stendig te houden en in hun naam te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies van hunnentwege daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Waaruit echter Gherit voors. moet betalen te weten uit het huis etc. 9½ lopen rogge erfpacht aan Jan Melis van Loon, vier lopen rogge erfpacht aan Kathelijn weduwe van Wouter Jacops, 3½ stuiver en 1 oirtstuiver erfcijns aan de nakomelingen van Lucas van Amerzoijen, ½ stuiver en 1 oirtstuiver ercijns aan de Heer van Tilburg.
Nog ½ oirtstuiver erfcijns aan de Hoge Rentmeester van den Bosch in Oisterwijk te betalen uit het heiveld voors. en 1½ oirtstuiver erfcijns aan de Gezworenen van Tilburg uit het Ven voors. te betalen.
Item nog 2 stuivers en 1 hollandse penning erfcijns uit het stuk beemd in de Sporct voors. aan de Heer van Tilburg te betalen.
1½ oirtstuiver erfcijns uit de Driehoeck aan de Cleijn Werffbosch aan de Abt van Tongerloe te betalen.
Nog hiertoe een halve braspenning erfcijns uit de 6 lopensaet beemd gelegen achter de Sporct aan de Heer van Breda in Gilze te betalen.
Nog 4 stuivers erfcijns uit de beemd in de Elsbeempt voors. in Breda te betalen.
Nog ½ braspenning erfcijns uit de helft van de bunder beemd gelegen in de Kemkens aan de Heer van Breda in Gilze te betalen.
Welke pachten en cijnsen allen voornoemd Gherit zoon van wijlen Gherit Reijnen voornoemd zo zal betalen en geloofd heeft zo te betalen ter plaatse en termijn daartoe gezet en bepaald, dat er de voornoemde zijn kinderen en schoonzoons ongelast van zullen zijn en blijven.
Hiertegen zullen zijn voornoemde kinderen en schoonzoons hebben, houden en erfelijk bezitten alle andere erfelijke goederen, erfpachten en erfcijnsen, voor niet genoemd, die Gherit voors. en wijlen Willemke zijn huisvrouw, toen die leefde, bezaten, hoedanig deze erfelijke goederen, erfpachten en erfcijnsen voors. mogen zijn en waar die ook gelegen zijn of vergoud mogen worden, het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge of zo waar men die in zijn naam of in die van zijn huisvrouw voors. zal mogen bevinden binnen de parochie van Tilburg voorschr. en ook daarbuiten.
De voornoemde Gherit heeft op de goederen, pachten en cijnsen, voor niet gespecificeerd, volkomen vertegen en zijn tocht en al het recht, wat hij daarin had, overgegeven en is afgegaan samen op en in alle brieven, die daarvan gewag maken, gelovende als schuldenaar super se et bona sua etc. nooit meer van tochtenwege noch anderszind daar aanspraak op te maken of te doen maken met geen enkel recht, geestelijk noch wereldlijk, en dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden en in zijn naam te doen houden zonder enig wederzeggen, alles zonder arglist.
Schepenen Meijnaerts en Ghierl.

Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Peter Gherit Gherit Reijnen, Daniel zoon van wijlen Gherit Hermans als man en momber van Katherina, Peter Anthonis Meeus Otten als man en momber van Anna, Cornelis zoon van wijlen Cornelis sBeren als man en momber van Jenneke en Jan Denijs Crillaerts als man en momber van Barbara, allen dochters van Gherit Gherit Reijnen voors., die deze Gherit voorschr. verwekt en verkregen had bij wijlen Willemke zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan van Spaendonck en ze hebben een zekere erfdeling en erfscheiding gemaakt van de erfelijke goederen, pachten en cijnsen, die hen aangekomen en verstorven waren van wijlen Willemke hun moeder en schoonmoeder voornoemd en waarin de voornoemde Gherit hun vader en schoonvader heden ten dage zijn tocht en recht van tochten wege overgegeven en afgegaan heeft.
Onwille van deze erfdeling zal Peter Gherit Reijnen hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een stuk land groot ca 3½ lopensaet en 2½ roeden gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Postelstraet op het einde van het Creijenven tussen:
erfenis van Jan Denijs Crillaerts, zijn zwager, hier afgedeeld een zijde
erfenis van Peter Anthonis Meeus Otten voors. ook hiervan afgedeeld ander zijde
de gemeijnt van Tilburg een einde
erfenis van Dingen weduwe van Gherit Henrick Beijkens met haar kinderen ander einde.
Nog de helft in een weideveld genaamd 't Ven, het gehele weideveld gelegen aldaar tussen:
erfenis van Gherit Gherit Reijnen voors., wat hij in tocht blijft bezitten een zijde
erfenis van Embrecht Jan Meeus ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Henrick Cornelis Appels ander einde.
Nog hiertoe de helft in een stuk beemd onbedeeld liggende, het gehele stuk beemd groot ca 1½ bunder, gelegen onder Gilze in die Lange Beempden tussen:
erfenis van Claeus Henrick van Ghierl en Dingen weduwe van Adriaen Jan Mutsaerts met haar kinderen een zijde
erfenis van Marten Ghijb Goessens met meer anderen ander zijde
de stroom aldaar een einde
de Moerstraet ander einde
zoals ze zeiden.
Item nog zal hij erfelijk hebben, heffen en bezitten vier lopen rogge erfpacht in een erfpacht van een half mud rogge te betalen elk jaar op lichtmis uit zekere onderpanden gelegen aan die Heijdsijde, welke pacht van dat half mud rogge voors. eertijds Geertruijt weduwe van Andries van Boerden en met haar Jan haar zoon voor henzelf en mede voor de andere kinderen van Andries voors. als schuldenaars geloofd en gevest hadden aan Peter Jan Willem Mutsaerts.
Nog hiertoe 4 lopen rogge erfpacht in een erfpacht van 12 lopen rogge, welke 12 lopen rogge erfpacht voors. eertijs Wouter zoon van wijlen Willem vander Schueren als schuldenaar geloofd en gevest had aan Peter zoon van wijlen Reijner van Broechoven uit zekere onderpanden gelegen in de parochie van Tilburg in een stede genaamd de Grote Acker tussen het Goet vander Lijnden, zoals dat breder en meer volkomen in verscheidene schepenbrieven van Tilburg daarop gemaakt is begrepen.
Op welke erfenissen en erfpachten voors. de andere deelslieden voornoemd vertegen hebben ten behoeve van Peter Gherit Gherit Reijnen voornoemd samen en op de brieven en recht etc. en ze hebben die overgegeven en zijn afgegaan op de manier daartoe gewoon zijnde, behalve dat Peter Gherits voors. daaruit moet betalen, te weten uit het stuk land voors. het vijfde deel in 9½ lopen rogge erfpacht aan Jan Reijner Gherits en in 4 lopen rogge erfpacht aan Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops. Nog uit de helft van het Ven voors. de helft in 1 stuiver erfcijns aan de Gezworenen van Tilburg.
Daartoe nog uit de helft van het stuk beemd voors. de helft in ca 6 stuiver en 3 hollandse penningen aan Peter Dekens te Breda te betalen.
De deelslieden allen bovengenoemd hebben geloofd als schuldenaars super se et bona sua etc. voor elkaar deze erfdeling en het vertijen, overgeven en afgaan, dat ze op elkaars deel gedaan hebben, vast en stendig te houden en te doen houden zonder enig wederzeggen en elk alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen.
En ook dat elk zijn pachten, cijnsen en kommer, elk op het zijne benoemd en gegroot, zo zal betalen, onderhouden en voldoen, dat er voor de een door de ander op hen noch op hun goederen noch hun nakomelingen daarvan nooit meer schade, hinder, kommer noch lasten komen zullen.
Met voorwaarden hierbij, als er voor de voornoemde deelslieden of voor enkelen van hen op hun deel enige andere kommer of last met recht zou komen hier niet genoemd zijnde, of als die daarvan ontwaard zouden worden, dat ze elkaar die kommer, last of ontwaarding als die komt zullen helpen dragen en betalen, wat ze elkaar op verbintenis als voor geloofd hebben, zonder arglist.

Hiertegen zal Daniel voors. als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een stuk land groot ca 3½ lopensaet min 2½ roeden gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Postelstraet op het einde van het Creijenven tussen:
erfenis van Cornelis Cornelis sBeren voors., hem in deze deling toebedeeld een zijde
erfenis van Jan Denijs Crillaerts voors., ook hem toebedeeld ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Cornelis Cornelis sBeren voors., ook hem toebedeeld, met meer anderen ander einde.
Nog hiertoe een stuk heiveld gelegen in de parochie en ter plaatse voors. in die Heijhoeff aldaar tussen:
erfenis van Gherit Gherit Reijnen voornoemd, wat hij in tocht blijft bezitten een zijde
de gemeijnt van Tilburg ander zijde en een einde
erfenis van Cornelis Cornelis sBeren ook hem toebedeeld ander einde.
Nog hiertoe de helft in 1 bunder beemd gelegen onder Gilze ter plaatse genaamd in die Blieck de gehele bunder beemd voors. gelegen aldaar tussen:
erfenis van Jan Cornelis Spapen met meer anderen een zijde
erfenis van Cornelis Jan van Spaendonck ook met meer anderen ander zijde
erfenis van Dingen weduwe van Gherit Henrick Beijkens met haar kinderen ander einde,
zoals ze zeiden.
Nog hiertoe zal Daniel voors. hebben, heffen en bezitten een jaarlijkse en erfelijke pacht van 8 lopen rogge in een erfpacht van 12 lopen rogge, welke erfpacht van 12 lopen rogge voors. eertijds Wouter zoon van wijlen Willem van de Schueren als schuldenaar geloofd en gevest had aan Peter zoon van wijlen Reijner van Broeckhoven uit zekere onderpanden gelegen in Tilburg op zekere plaats genaamd de Grote Acker en ook tussen het Goet vander Lijnden, zoals dat in schepenbrieven van Tilburg, daarop gemaakt, meer volkomen en breder is begrepen.
Op welke erfenissen en erfpacht voors. de andere deelslieden voors. vertegen hebben ten behoeve van Daniel voors. samen met de brieven en het recht etc. en ze hebben het overgegeven en zijn afgegaan op de wijze daartoe gewoonlijk zijnde.
Behalve dat Daniel voors. daaruit moet betalen, te weten uit he stuk land voors. het vijfde deel in 9½ lopen rogge erfpacht aan Jan Reijner Gherits en in vier lopen rogge erfpacht aan Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops.
Uit de helft van de bunder beemd voors. de helft in 1 braspenning erfcijns aan de rentmeester van Breda te betalen.
De deelslieden allen bovengenoemd hebben geloofd als schuldenaars super se et bona sua etc. deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan, dat elk op elkaars deel heeft voor elkaar altijd vast en stendig te houden en te doen houden zonder enig wederzeggen en dat elk alle kommer en calangies van zijnentwege op het deel van de andere komende allemaal voor deze af zal doen en ook dat elk zijn pachten, cijnsen en kommer, voor elk op het zijne benoemd en gegroot etc. pro ut supra (als boven).
Met voorwaarden hierbij etiam pro ut supra (ook als boven).

Hiertegen zal Peter zoon van Anthoni Meeus Otten voors. als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben en erfelijk voor zijn deel bezitten een stuk land groot ca 3½ lopensaet min 2½ roeden gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Postelstraet op het einde van het Creijeven aldaar tussen:
erfenis van Peter Gherit Reijnen, hiertegen gedeeld een zijde
erfenis van Gherit Gherit Reijnen, wat hij in tocht blijft bezitten ander zijde een einde
de gemeijnt van Tilburg ander einde.
Nog hiertoe een stuk beemd groot ca 6 lopensaet gelegen onder Gilze aan dat Reck tussen:
erfenis van Peter Gherit Jans een zijde
erfenis toebehorende aan de Hoeve van Lichtenbergh ander zijde
de stroom genaamd die Leije een einde,
zoals ze zeiden.
Item nog zal dezelfde Peter voors. in de naam als voor hebben, heffen en erfelijk bezitten 9½ lopen rogge per jaar erfpacht in de maat van Dongen in mindering van een erfpacht van 11 lopen rogge, welke pacht van 11 lopen rogge voors. eertijds Wouter Stevens geloofd heeft gehad aan Jan Aerts te betalen op Onze Lieve Vrouwe dag lichtmis uit zekere onderpanden, die Wouter voors. van de voors. Jan te pacht ontvangen had en welke 9½ lopen rogge erfpacht voors. Gherit Gherit Jan Reijnen gekocht had van Dingen Anthonis Baeijens en van Thonis Adriaen Maes haar man en momber pro ut latius in literis de Dongen (zoals breder in brieven van Dongen).
Nog hiertoe zal Peter in de naam als voor hebben en bezitten alzulke 10 lopen rogge jaarlijkse pacht, die nu ter tijd betaalt Gherit Vranck Lemmens uit zekere onderpanden gelegen aan die Heijdsijde, welke pacht voors. eertijds Joest zoon van wijlen Jan Meeus geloofd en gevest had aan Peter Peter Reijnen en die Peter Peter Reijnen voors. overgegeven en opgedragen had aan Gherit Gherit Reijnen voornoemd en welke pacht voors. te los staat met 30 karolus gulden volgens schepenbrieven van Tilburg, die daarvan zijn zoals ze zeiden.
Op welke erfenissen en erfpachten voornoemd de andere deelslieden vertegen hebben ten behoeve van Peter Anthonis Meeus Otten voors. samen met de brieven en het recht en ze hebben die overgegeven en zijn afgegaan op de manier daartoe gewoon zijnde behalve dat Peter Anthonis voors. daaruit moet betalen, te weten uit het stuk land voors. het vijfde deel in 2 erfpachten ut supra en uit het stuk beemd voors. aan het Reck gelegen 6 stuivers erfcijns aan de kapelanen van Breda in Breda te betalen.
En de deelslieden allen bovengenoemd hebben geloofd omnia ut supra (alles als boven) en ook dat elk zijn pachten, cijnsen en kommer elk op het zijne etc.
Met voorwaarden hierbij ook als boven.

Hiertegen zal Cornelis zoon van wijlen Cornelis sBeren als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk bezitten voor zijn deel 2 stukken land met een hoek rakende aan elkaar liggende samen groot ca 3½ lopensaet en 2½ roeden gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Postelstraet op het einde van het Creijenven samen gelegen tussen:
erfenis van Dingen weduwe van Gherit henrick Beijkens met haar kinderen een zijde
en ook met nog anderen een einde
erfenis van Daniel Gherit Hermans voornoemd hiervan afgedeeld en ook van Dingen met haar kinderen voors. ander zijde
de gemeijn straat ander einde.
Nog hiertoe een stuk heiveld gelegen in de parochie en ter plaatse voorschr. in die Heijhoeff aldaar tussen:
de gemeijnt van Tilburg een zijde en einde
erfenis van Daniel Gherit Hermans voors. hem tevoren toebehorende ander zijde
erfenis van dezelfde Daniel hem bij deze deling toebedeeld ander einde.
Nog hiertoe een stuk beemd groot ca 1 bunder genaamd de Raephoff gelegen in het Ghilsche Broeck tussen:
erfenis van de Heilige Geest van Gilze een zijde
erfenis van Anthonis Denijs en Kathelijn weduwe van Willem Wouter Jacops met nog anderen ander zijde
de Ghilsche Schausloot een einde
erfenis van Anthonis en Peter, gebroeders, zonen van Jan Adriaen Smolders ander einde.
Nog hiertoe zal Cornelis voors. hebben en houden een schaapskooi staande op de grond van en bij de Oude Stede, die Gherit Reijen voornoemd in tocht blijft bezitten.
Daartoe nog zal Cornelis hebben, heffen en beuren een losrente van 25 stuivers per jaar, een weinig meer of minder, die Adam zoon van wijlen Cornelis Jan Sijmons jaarlijks betaalt en te los staat met 20 karolus gulden volgens de schepenbrieven, die daarvan zijn zoals ze zeiden.
Op welke erfenissen, schaapskooi en cijns de andere deelsluiden voornoemd vertegen hebben ten behoeve van Cornelis voors. samen met en op de brieven en recht en ze hebben die overgeven ut supra.
Behalve dat Cornelis voors. daaruit moet betalen, te weten uit de 2 stukken land voors. het vijfde deel in 2 erfpachten ut supra en uit de beemd genaamd de Raephoff voors. 1 braspenning erfcijns aan de Heer van het land te betalen. De deelslieden allen bovengenoemd hebben geloofd op alle manieren als voor met voorwaarden ook hierbij als voor.

Hiertegen zal Jan Denijs Crillaerts als man en momber van zijn huisvrouw voors. hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten een stuk land groot ca 3½ lopensaet en 2½ roeden gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Postelstraet op het einde van het Creijeven tussen:
erfenis van Peter Gherit Gherit Reijnen voors. hiertegen en afgedeeld een zijde
erfenis van Daniel Gherit Hermans voors. ook hiertegen en afgedeeld ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Dingen weduwe van Gherit Henrick Beijkens met haar kinderen ander einde.
Nog hiertoe de helft in een stuk weideveld genaamd 't Ven gelegen in de parochie en plaats voors. het geheel stuk tussen:
erfenis van Gherit Gherit Reijnen voors., wat hij in tocht blijft bezitten een zijde
erfenis van Embrecht Jan Meeus ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Henrick Cornelis Appels ander einde.
Nog hiertoe een stuk beemd groot ca 6 lopensaet gelegen onder Gilze achter dat Reck naast:
erfenis van de kinderen van Jan Gherit Reijnen een zijde
de stroom genaamd die leije een einde,
welk stuk beemd voors. Gherit Gherit Reijnen voornoemd onlangs gekocht had van de erfgenamen en nakomelingen van Peter Bertolomeus Verlijnden.
Nog hiertoe zal Jan voors. in de naam als voor erfelijk hebben, heffen en beuren een half mud rogge erfpacht, dat men jaarlijks heft en beurt op Jan Cornelis Peter Mutsaerts en zijn gronden gelegen in de parochie van Tilburg in die Postelstraet voornoemd volgens de breiven, die daarvan mogen zijn, alles zoals ze zeiden.
Op welke erfenissen en erfpacht voors. de andere deelslieden voornoemd vertegen hebben ten behoeve van Jan Denijs Crillaerts voors. samen met de brieven en recht en ze hebben die overgegeven en zijn afgegaan etc. ut supra behalve dat Jan voors. daaruit moet betalen, te weten uit het stuk land voors. het vijfde deel in de 2 erfpachten ut supra en uit het stuk beemd voors. 4 stuivers en 1 oirtstuiver erfcijns aan dat Oude Kooster te breda en nog uit de helft van het Venne voors. de helft in een erfcijns aan de Gezworenen van Tilburg.
En de deelslieden allen bovengenoemd hebben geloofd op alle manieren als voor met voorwaarden ook als voor.

1554, januari 27

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen


Zoeken in website: De Hasselt voor 1832