Jan zoon van wijlen Gherit Hermans weduwnaar van wijlen Jenneke sue uxoris (zijn huisvrouw) dochter van wijlen Gherit Jan Wouters legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan, Anthonis, Herman en Cornelis, gebroeders, en aan Ariaenke, hun zuster, kinderen van Jan zoon van wijlen Gherit Hermans en wijlen Jenneke voors., met afgaan en vertijen etc. zijn tocht en al het recht van tochtenwege, wat hij hebbende en bezittende was in een stuk land groot ca drie en een half lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) in die Hasseltsche Ackeren, aldaar tussen:
erfenis van Gherit Adriaen Gherits een zijde
erfenis van Cornelis Gherit Hermans en Daniel Jan Reijnen ander zijde
erfenis van Herman Gherit Hermans een einde
erfenis van Jan Daniel van Boerden ander einde,
ut dicebat (zoals hij zeide), gelovende als schuldenaar super se et bona sua (op zich en zijn goederen) etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. altijd vast en stendig te houden en in zijn naam te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen.
Datum de 19e februari, schepenen Meijnaerts en Ghierl.
Kond zij eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer ter ener zijde en Jan, Anthonis en Herman, gebroeders, zonen van Jan zoon van wijlen Gherit Hermans, voor henzelf en Herman zoon van wijlen Gherit Hermans als momber en Michiel zoon van wijlen Gherit Jan Wouters als toeziener van Cornelis en Ariaenke, broer en zuster, nog onvolwassen kinderen van Jan Gherit Hermans voors., waar de momber en toeziener voors. voor instonden en geloofden, ter andere zijde, en ze hebben een zekere erfruil en erfwisseling gedaan zoals hierna volgt. Tengevolge van deze erfruil en erfwisseling zal de voors. Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer van de voornoemde kinderen van Jan Gherit Hermans hebben, houden en erfelijk bezitten een stuk land groot ca drie en een halve lopensaet gelegen in de parochie, ter plaatse en tussen erfenissen ut supra (als boven) in de tochtbrief. Op welk stuk land voors. de voornoemde Jan, Anthonis en Herman, gebroeders voors., voor hen zelf en de voornoemde Herman Gherit Hermans als momber en Michiel voors. als toeziener van Cornelis en Ariaenke, nog onvolwassen kinderen van Jan Gherit Hermans voors. op vertegen hebben ten behoeve van Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer voors., dit overgevende en ervan afgaande zoals dat daartoe behoorlijk is, gelovende als schuldenaars op hen en al hun goederen nu hebbende en nog later te verkrijgen aan Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer voors. dit stuk land voors. te waren more solito (zoals gebruikelijk) en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen en ook deze erfruil en dit vertijen, overgeven en afgaan voors. altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Hiertegen zo zullen de voornoemde Jan, Anthonis en Herman, gebroeders, zonen van Jan Gherit Hermans voors. voor henzelf en de voornoemde Herman Gherit Hermans en Michiel Gherit Jan Wouters als momber en toeziener ten behoeve van Cornelis en Ariaenke, onvolwassen kinderen van Jan Gherit Hermans voors. samen van de voornoemde Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer hebben, houden en erfelijk bezitten vier lopen rogge jaarlijkse en erfelijke pacht in en uit een erfpacht van twee mud rogge, welke pacht van de twee mud rogge voors. Gherit zoon van wijlen Henrick vanden Ouwenhoven als schuldenaar eertijds beloofd had aan Margriet en Kerstijn, gezusters, dochters van wijlen Claes van Spulle, te vergelden elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis uit en van een huis, hof met zijn grond en toebehoren en uit de erfenis daaraan liggende, groot ca een half mudsaet, gelegen in de parochie van Tilburg in een stede genaamd Velthoven bij de Steenoven, aldaar tussen:
erfenis van Gherit voors. een zijde
erfenis van Clara Wouter Dreijersdochter ander zijde.
Nog uit een stuk erf in weide liggende, ook aldaar gelegen, groot ca zes lopensaet, zoals dat in schepenbrieven van Tilburg, daar op gemaakt, meer volkomen is begrepen, en welke vier lopen rogge erfpacht voors. Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer met overgeven erfelijk verkregen had van Dionijs zoon van wijlen Henrick Wouter Goeens, zoals dat ook in schepenbrieven van Tilburg is begrepen. Op welke vier lopen rogge jaarlijkse en erfelijke pacht voors. Jan zoon van wijlen Cornelis de Beer voors. erfelijks vertegen heeft ten behoeve van de kinderen van Jan zoon van wijlen Gherit Hermans voornoemd, samen ook op de brieven, die daarvan mentie maken en gewag doen in zoverre die dit aangaan, met afgaan zoals dat behoorlijk is, gelovende als schuldenaar super se et bona sua (op zich en zijn goederen) etc. deze erfruil en dit vertijen, overgeven en afgaan vs. altijd vast en stendig etc. en daarenboven deze vier lopen rogge erfpacht voors. te waren more solito (zoals gebruikelijk) en alle kommer en calangies daarop komende voor hem allemaal af te doen.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
De voornoemde Jan zoon van wijlen Gherit Hermans, weduwnaar ut supra (als boven) suportavit (heeft overgedragen) aan zijn kinderen voornoemd met afgaan en vertijen zijn tocht en al het recht van tochten, dat hij had en bezat in twee stukken akkerland, samen groot ca drie en een halve lopensaet, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Hasselt in die Tetenbraeck, het ene stuk aldaar gelegen tussen:
erfenis van Herman Gherit Hermans een zijde
erfenis van deze Herman voors. met meer anderen en met het tweede stuk land hieronder genoemd ander zijde
erfenis van Daniel Gherit Hermans een einde
erfenis van Herman Gherit Hermans voors. ander einde.
Het andere stuk land voors. gelegen aldaar tussen:
erfenis van Herman Gherit Hermans voors., waar een gemeijne kerkpad tussendoor loopt een zijde
erfenis van Jan Daniel van Boerden ander zijde
erfenis van Henrick Cornelis Heijnen cum pueris (met zijn kinderen) een einde
het eerste stuk land voors ander einde,
ut dicebat (zoals hij zeide), gelovende op alle manieren ut supra (als boven) in de eerste tochtbrief.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Quo facto constituti coram scabinis infrascriptis (Dit gedaan zijnde waren gestaan voor schepenen ondergeschreven) Jan en Herman, zonen van Jan Gherit Hermans voors. voor hen zelf en Herman zoon van wijlen Gherit Hermans als momber en Michiel zoon van wijlen Gherit Jan Wouters als toeziener van Cornelis en Ariaenke, onvolwassen kinderen van Jan zoon van wijlen Gherit Hermans voors., waar de momber en toeziener voors. voor instonden en geloofden, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Anthonis zoon van Jan Gherit Hermans voors., hun broer, met afgaan en vertijen etc. elk zijn recht en deel, dat aan elk toebehoort, te weten elk een vijfde deel in de twee stukken akkerland voors. et promiserunt (en hebben geloofd) verkopers voornoemd elk in de naam als voor als schuldenaar super se et bona sua etc. warandiam more solito (op zich en zijn goederen etc. te waren zoals gebruikelijk) en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. altijd vast en stendig etc. en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen salvo (behalve) dat Anthonis voors. moet onderhouden de voornoemde kerkpad en ook een arm van een waterlaat aldaar lopende naar oude gewoonte.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Dezelfde Jan zoon van wijlen Gherit Hermans voornoemd, weduwnaar ut supra (als boven) supportavit (heeft overgedragen) aan zijn kinderen voornoemd met afgaan en vertijen etc. zijn tocht etc. in een stuk land, groot ca twee lopensaet en een vierdevaetsaet, gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) in die Hasselt tussen:
erfenis van Herman Jan Gherit Hermans voors. een zijde
erfenis van Jan zoon van wijlen Gherit Hermans voors., wat hij in tocht blijft bezitten ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Daniel Gherit Hermans, waar een gebuur weggetje tussendoor loopt ander einde,
ut dicebat (zoals hij zeide) gelovende op alle manieren ut supra (als boven).
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
Quo facto constituti coram scabinis infrascriptis (dit gedaan zijnde waren gestaan geweest voor schepenen ondergeschreven) Jan en Anthonis, zonen van Jan Gherit Hermans voors. en Herman en Michiel, momber en toeziener voornoemd, pro ut supra precedente contracte (zoals boven in voorgaand contract) en ze hebben elk hun recht en deel, wat elk toebehoort, te weten elk een vijfde deel in het stuk land laatstgenoemd legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Herman zoon van Jan Gherit Hermans voors., hun broer, met afgaan en vertijen etc. en de verkopers voornoemd hebben geloofd elk in de naam als voor als schuldenaars super se et bona sua etc. warandiam more solito (op zich en hun goederen etc. te waren zoals gebruikelijk) en dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. altijd vast en stendig te houden en in hun naam als voor te doen houden etc. en alle kommer en calangies daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Datum et scabini ut supra. (Datum en schepenen als boven).
1556, februari 19
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen