Jan zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans en Cornelis zoon van wijlen Lambert Willems als door de Heer aangestelde momber en toeziener van Jan, onmondige en minderjarige zoon van Adriaen zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans, die deze Adriaen verwekt en verkregen had bij en uit wijlen Hadewich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Lambert Willems voors., daar de momber en toeziener voors. zich sterk voor maakten en gelofte deden, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Adriaen zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans, vader van het voors. minderjarige kind, met afgaan en vertijen etc., een huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 3 lopensaet, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd de Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van van wijlen Cornelis Gerit Hermans een zijde
erfenis van Peter Wouter Vermee ander zijde en een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk land groot ongeveer 2 lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors., genaamd den Langen Acker, aldaar tussen:
erfenis van Jan Cornelis Wouters een zijde
erfenis van de kinderen van Cornelis Gerit Hermans voornoemd ander zijde en een einde
erfenis van Jan Jan de Vet ander einde.
Nog een stuk land groot ongeveer 2½ lopensaet, gelegen in de parochie en ter plaatse voors., genaamd die Crompte tussen:
erfenis van Adriaen Peter Zegers cum pueris (met zijn kinderen) een zijde
erfenis van Jan Gerit Hermans met meer anderen ander zijde
erfenis van de kinderen van wijlen Cornelis Gerit Hermans voors. een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk land groot ongeveer 5½ lopensaet, gelegen ook binnen de parochie en ter plaatse voors., genaamd den Achtersten Acker tussen:
erfenis van de kinderen van Michiel Gerit Wouters een zijde
erfenis van de kinderen van wijlen Cornelis Gerit Hermans voors. ander zijde
erfenis van Henrick Appels een einde
erfenis van Adriaen Daniel Cornelis Hermans ander einde.
En hiertoe nog een stuk heideveld, groot ongeveer drie lopensaet, gelegen ook binnen de parochie en ter plaatse voors., aldaar tussen:
erfenis van Adriaen Peter Zegers een zijde
erfenis van Cornelis Cornelis Wouters ander zijde
erfenis van Claes Verhoeven een einde
erfenis van Adriaen Daniel Cornelis Hermans voornoemd ander einde
zoals ze zeiden. Et promiserunt tutores super bona impuberis etc. warandiam more solito (en de voogden van de onmondige etc. hebben beloofd te waren zoals gebruikelijk) behalve dat Adriaen koper voornoemd hieruit moet gelden een braspenning jaarlijks gewincijns te betalen aan Jacop Emmen in Oisterwijck; nog een half mud rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Tafelen van de Heilige Geest alhier en daartoe nog in diverse percelen 11 karolus gulden en 4 stuivers ongeveer per jaar als loscijns te betalen hetgeen ter kwijting staat met honderdnegentig karolus gulden volgens inhoud en vermogen van de losbrieven die daarvan zijn. Daarenboven [moet hij] ook nog onderhouden 'sHeren schouwen van de waterlaat zoals men die van oude tijden af schuldig is en behoort te onderhouden, belovende verder dit verkopen, overgeven, opdragen etc. en in de naam als voor te etc. en alle andere kommer en calangie daar meer op komende allemaal voor hem af te doen.
Datum de 2e maart, schepenen Ghierll en Gijben.
Bekend zij aan eenieder, dat Adriaen zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans heden ten dage van Jan zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans, zijn broer, en van Cornelis zoon van wijlen Lambert Willems als momber en toeziener van Jan, onmondige en minderjarige zoon van Adriaen voors., die hij verwekt en verkregen had bij en uit wijlen Hadewich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Lambert Willems voors., gevest en geërfd is in een stede, te weten huis, hof, schuur, schop met de grond en nog meer andere erfenissen daarbij en daaraan liggende, toebehorende aan Jan onmondige zoon van de voors. Adriaen pro ut in literis de Tilborch (zoals in brieven van Tilburg) en dat dezelfde Adriaen de penningen van de voors. stede, belopende 230½ karolus gulden, alsnog onder zich behoudt uit kracht van het vruchtgebruik, die hij zeide te hebben in deze stede, daarom zijn gestaan voor schepenen ondergeschreven de voornoemde Adriaen zoon van wijlen Daniel Cornelis Hermans als de ene en de momber en toeziener voors. als de andere partij en ze hebben om twist en tweedracht te voorkomen, die in de toekomst tussen de voornoemde Adriaen als vader aan de ene zijde en Jan zijn onmondige zoon aan de ander zijde zou mogen rijzen en opstaan betreffende de 230½ karolus gulden erfpenningen voors., een zeker accoord en minnelijke scheiding met elkaar beraamd en gemaakt op de manier die hier na verklaard staat. Dat is te weten dat de voornoemde Adriaen de helft van de 230½ karolus gulden voors. zal blijven bezitten in vruchtgebruik zijn leven lang en niet langer, welke helft na het overlijden van deze Adriaen wederom zullen vervallen en komen aan Jan zijn onmondige zoon en niet anders. Wat betreft de andere helft van de 230½ karolus gulden voornoemd, deze zal deze Adriaen mogen onder zich houden zolang het de voors. momber en toeziener dat gelieven en goeddunken zal mits betalende van jaar tot jaar als interest zes tegen de honderd navenant totdat de helft van de voors. penningen betaald zal zijn, waartoe hij ook gehouden zal zijn [deze] op te leggen en te betalen op aanmaning van de momber en toeziener met de interest als voor. In deze is echter duidelijk en expresselijk voorzien, dat als de voornoemde Jan onmondige en minderjarige zoon van Adriaen voors. zou komen te overlijden zonder wettige nakomelingen of geboorten van hem na te laten, dat in zo'n geval de voors. penningen en somma van de 230½ karolus gulden en daarbij ook nog zeker 22 karolus gulden zullen devolueren en vervallen, de ene helft aan de erfgenamen van de zijde van de vader van de voors. Jan en de andere helft aan de erfgenamen van zijn moeders kant. Al hetwelke de partijen aan de ene en de andere zijde en ook onderling alzo beloofd hebben uit te voeren en te voldoen, te volbrengen en te betalen in alles zoals voors. staat, waarvoor de voors. Adriaen aan de ene zijde zich zelf en al zijn goederen en de momber en toeziener aan de andere zijde de goederen van het voornoemde kind, hebbende en verkrijgende, verbinden zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven.
In margine:
Alzo Jan de zoon van Adriaen in dit contract begrepen van deze werels is overleden zo hebben partijen aan beide zijden toegestaan en gewild, daar zo zij zekere scheiding met elkaar opnieuw zijn aangegaan, dat dit contract zal worden geroyeerd en gecasserd. 3 februari '65 n.st., schepenen Borchmans en Daniels.
1560, maart 2
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen