Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1560-14-7951-33v

Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Herman, Gerijt, Jan en Cornelis, gebroeders, zonen van wijlen Cornelis Gerijt Hermans door deze Cornelis uit wijlen Jenneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Vranck Lammens samen verwekt, voor henzelf en Herman Gerijt Hermans als momber en Gerijt zoon van wijlen Vranck Lammens als toeziener van Adriaen en Peter, gebroeders, en Lijsbet hun zuster, minderjarige en niet tegenwoordig zijnde kinderen van wijlen Cornelis en Jenneke, beiden voornoemd, daar ze als momber en toeziener voors. voor instonden en gelofte deden, en ze hebben van zekere erfelijke goederen, hun gezamelijk van Cornelis en Jenneke, hun ouders voors. aanbestorven zijnde, een zekere erfscheiding en erfdeling gedaan en gemaakt zoals hierna volgt.

Tengevolge hiervan zullen de voornoemde Herman, Gerijt en Cornelis, gebroeders, zonen van wijlen Cornelis Gerijt Hermans, samen hebben, houden en erfelijk voor hun deel blijven bezitten een stede met huis, hof, schuur, schaapskooi met een brouwhuis en met de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tijlborch ter plaatse genaamd de Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van Wouter Jan Wouters een zijde
erfenis van Jan Ghijsbrecht van Ghierll cum pueris (met zijn kinderen) ander zijde en een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk erf in zaailand en weiland liggende, waar een gemeenschappelijke gebuurweg doorloopt, gelegen in de parochie en ter plaatse voors., aldaar tussen:
erfenis van Jan Ghijsbrecht van Ghierll cum pueris (met zijn kinderen) voors. een zijde
erfenis van Jan Daniel van Boerden cum pueris (met zijn kinderen) ander zijde
erfenis van de erfgenamen van Wouter Jan Wouters voors. beide einden.
Nog een stuk erfenis gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd de Hasselt Acker, aldaar tussen:
erfenis van de weduwe van Jan Daniel van Boerden cum proelibus (met haar nazaten) met meer anderen een zijde
erfenis van Heijlwich weduwe van Gerijt Adriaen Meeus met haar kinderen ander zijde
erfenis van de erfgenamen van Daniel Jan Reijnen een einde
een gebuur akkerweg ander einde.
Nog een stuk erfenis gelegen in de parochie en ter plaatse voors., aldaar tussen:
erfenis van de weduwe van Jan Daniel van Boerden voors. een zijde
erfenis van de erfgenamen van Daniel Jan Reijnen cum alijs (met anderen) ander zijde
erfenis behorende tot de Taeffelen des Heijligen Geests in Tijlborch een einde
erfenis van Jan Cornelis sBeren ander einde.
Nog de helft in een stuk beemd genaamd de Grooten Beempt gelegen in de parochie van Rijen ter plaatse genaamd de Gheeren, aldaar de gehele beemd gelegen tussen:
erfenis van Anthonis Jan Adriaen Smoelders cum proelibus (met zijn nazaten) een zijde
een efenis genaamd de Reijense Weijen ander zijde en een einde
een Broecksloot ander einde.
Nog een stuk beemd genaamd den Drijehoeck, gelegen in de parochie en ter plaatse voors., aldaar tussen:
den Gemeijnen Dijck een zijde
de Dongense Koijweijen ander zijde
erfenis van de erfgenamen van Cornelis Wouter Jan Wouters een einde
scherp uitgaande ander einde.
Nog de helft in een bunder beemd onbedeeld gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd voor den Elsbeempt, aldaar tussen:
erfenis van Herman Gerijt Hermans een zijde
erfenis van de erfgenamen van Corstiaen Willem Stelaerts ander zijde
erfenis van Henrick Wouter Adriaens een einde
erfenis van de erfgenamen van Laureijs Henrick Zwijssen, gelegen onder de Heerlijcheit van Tijlborch ander einde.
Nog een derde deel in een bunder beemd gelegen in de parochie van Tijlborch ter plaatse genaamd de Vier Buender bij Lichtenberch, aldaar tussen:
erfenis behorende tot de Hoeve genaamd Lichtenberch te Dongen nochtans waar de lopende stroom genaamd de Leije of Donga, daar tussen loopt een zijde
erfenis van Cornelis Cornelis Wouters met meer anderen ander zijde en een einde
de stroom genaamd de Donga voors. ander einde.
Nog de helft onbedeeld in een bunder beemd gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd Dalem, aldaar tussen:
erfenis van de weduwe van Jan Dionijs Meijnairts cum proelibus (met haar nazaten) een zijde
erfenis van Gerijt en Adriaen, gebroeders, zonen van Jan Claes Veldekens ander zijde
de Landscheijding des Lants van Breda een einde
de Heijningen ander einde.
Nog de helft in een stuk erf, deels in beemd, deels in heide liggende, gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd de Schooten, aldaar tussen:
erfenis van Gerijt Dionijs Meijnairts een zijde
erfenis van Peter Nauwen tot Beeck ander zijde
de gemeijnte van Tijlborch, waar echter een watersloot middendoor loopt beide einde.
Nog het derde deel in zes lopensaet beemd gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd aenden Cleijnen Werffbosch bij de Buenten, aldaar tussen:
erfenis van Jan de Vet een zijde en een einde
erfenis van Gerijt Gerijt Reijnen ander zijde
de Broecksloot ander einde.
En nog hiertoe een stuk heideveld gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd bij Maesdijck, aldaar tussen:
erfenis van de weduwe van Michiel Otten cum pueris (met haar kinderen) een zijde
naast de voors. Maesdijck ander zijde
de Broecksloot een einde
de gemeijnt van Tijlborch ander einde,
alles zoals ze zeiden.
Op welke stede, te weten huis, hof, schuur, brouwhuis met het erf daaraan gelegen en op alle andere erven voors. de andere deelslieden voornoemd op vertegen hebben ten behoeven van Herman, Gerijt en Cornelis, gebroeders, zonen van wijlen Cornelis Gerijt Hermans voors. met overgeven en afgaan zoals dat gewoonte is. De voornoemde Jan beloofde als principaal schuldenaar op zich en op al zijn goederen en de voors. Herman als momber en Gerijt als toeziener onder verbintenis van de goederen van de drie minderjarige kinderen voors., nu hebbende en nog te verkrijgen, deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors. altijd vast en stendig te houden en in de naam als voor te doen houden zonder enig wederzeggen en alle kommer en calangies elk van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen, behalve dat Herman, Gerijt en Cornelis, gebroeders voornoemd, uit de voors. stede moeten blijven gelden een mud rogge erfpacht per jaar erfelijke pacht te betalen aan de erfgenamen van wijlen Anthonis Denijs Meijnairts; een lopen rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Persoonschap van Tijlborch;
nog twee verschillende gewincijnsen, de een van een halve stuiver en de andere van ongeveer een blanck per jaar, beide op Sint Stevensdag te betalen aan de Heer van Tijlborch; nog uit de helft van de Grooten beemd vijf lopen rogge te betalen in Breda en die te leveren zoals men van rechtswege schuldig is te leveren;
nog 6 stuivers 1 oirt per jaar bergems cijns in Breda te betalen; uit de helft van de Elsbeempt 2½ ortstuivers per jaar aan de Heer van Breda, te betalen in Ghilze; uit het derde deel van een bunder gelegen in Vier Buender ongeveer een blanck per jaar gewincijns te betalen aan Lucas van Amerzoijen en nog daaruit het derde deel in vier viertelen rogge per jaar, Bredase maat, te betalen aan Jan hun broeder, heden ten dage in deze deling ten deel gevallen en die te leveren zoals men van rechtswege schuldig is te leveren;
nog uit de beemd gelegen in Daelhem een capuijn en een braspenning per jaar of zoveel meer of minder als men daaruit schuldig is te betalen aan de Prelaat van Tongerloe, te betalen op Spijcker tot Tilborch. Verder moeten zij alle schouwen, wegen en waterlaten, die op enige van de voors. percelen zouden mogen komen, onderhouden zoals men die van rechtswege schuldig is en behoort te onderhouden.
Welke pachten en cijnsen, waterlaten, schouwen en wegen voors. de voornoemde Herman, Gerijt en Cornelis zo moeten gelden, betalen en onderhouden en beloofd hebben zo te gelden, te betalen en te onderhouden ter plaatse en op de termijn daartoe gezet en bepaald, zodat er voor de andere hun tegendeelslieden voors., op hen, hun goederen of nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommer of last zal komen en alle kommer en calangie voor hem daarvan komende geheel af te doen, daarvoor hun personen en al hun goederen, hebbende en verkrijgende, verbindende, met conditie en voorwaarde hierbij, dat als er voor de voornoemde Herman, Gerijt en Cornelis op deze hun delen rechtens enige andere kommer of last zou komen, hen niet benoemd, zij deelslieden die kommer en last voors. zo die komt zullen helpen dragen en betalen, wat ze elkaar op verbintenis als voor ook zo beloofd hebben zonder arglist.
Datum de 2e november, schepenen Ghijben en Wit.
Debet XXIIII st il doibt encore plus donner car il faut eulcx trois ensemble.
(verschuldigd; men moet nog meer geven want het moet voor hen drieën gezamelijk).
Debet adhuc XII st, tradatur Hermano supradicto ex supportatione (Nog verschuldigd 12 st, werd uitgemaakt voor Herman voornoemd wegens overdracht).

Hiertegen is aan de voors. Herman en Gerijt als momber en toeziener van Adriaen en Peter, gebroeders, en Lijsbet hun zuster, minderjarige en niet tegenwoordige kinderen van wijlen Cornelis en Jenneke, beiden voornoemd, ten behoeve van deze minderjarige kinderen voors. gezamelijk ten deel gevallen een stede met huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 6 lopensaet, gelegen in de parochie van Tijlborch ter plaatse genaamd de Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van de voorkinderen van Adriaen Daniel Cornelis een zijde
erfenis van Adriaen Peter Zegers ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Jan Jan Vet met meer anderen ander einde.
Nog een stuk erf ook groot ongeveer 6 lopensaet, gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd den Roijenberch, aldaar tussen:
erfenis van Adriaen Daniel Cornelis een zijde en een einde
erfenis van Jan Cornelis sBeren ander zijde
erfenis van Herman Gerijt Hermans voors. ander einde.
Nog een stuk erfenis groot ongeveer twee en een halve lopensaet, gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd Sterts Hoeve, aldaar tussen:
erfenis van Cornelis Cornelis sBeren een zijde en een einde
erfenis van Jan Ghijsbert van Ghierll cum proelibus met zijn nazaten ander zijde
de gemeijn straat ander einde.
Nog een stuk zaailand ook groot ongeveer 2½ lopensaet, gelegen in de parochie voors. ter plaats genaamd de Langen Acker, aldaar tussen:
erfenis van Peter Peter Reijnen een zijde en een einde
erfenis van Adriaen Daniel Cornelis cum proelibus (met zijn nazaten) ander zijde
erfenis van Jan Gerijt Hermans cum proelibus (met zijn nazaten) ander einde.
Nog een stuk beemd groot ongeveer 18 lopensaet, gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd bij de Dongensche Koeijweijen, aldaar tussen:
erfenis van Cornelis Cornelis Wouters een zijde
erfenis van de erfgenamen van Adriaen Ghijb Goessens ander zijde
de lopende stroom genaamd de Donga een einde
de gemeijnte van Tijlborch ander einde.
Nog een halve bunder beemd gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd in Daelhem tussen:
erfenis van Jan Gerijt Hermans met zijn kinderen voors. een zijde
erfenis van de weduwe van Peter Eelkens cum proelibus (met haar nazaten) ander zijde
erfenis van Wouter Jan Wouters een einde
erfenis van de erfgenamen van Cornelis Willem Mutsarts ander einde.
Nog een halve bunder beemd gelegen aan Maesdijck, aldaar tussen:
erfenis van Jan Pauwels Vels een zijde
de voors. Maesdijck ander zijde
erfenis van de kinderen van wijlen Adriaen Cleijs Peter Aerts een einde
de stroom genaamd die Leije ander einde.
Nog een halve bunder beemd gelegen in de parochie voors. ter plaatse genaamd de Blootbeempden, tussen:
erfenis van de erfgenamen van Laureijs Henrick Zwijssen een zijde
de Tilborchse gemeijnt ander zijde
erfenis toebehorende aan de kapel staande tussen Alphen en Riel genaamd de Druijtsdijck een einde
erfenis van Cornelis Peter Andriessen ander einde.
Nog hierbij de helft van tien lopensaet beemd gelegen in de parochie van Ghilze ter plaatse genaamd d`Oude Moelen, aldaar met Jan Gerijt Hermans onbedeeld gelegen tussen:
erfenis van de erfgenamen van Anthonis Dionijs Meijnarts een zijde
erfnis van de erfgenamen van Catherina weduwe van Willem Wouter Jacops ander zijde
erfenis behorende tot de Hoeve van Hoilten een zijde
en stroom aldaar gelegen ander zijde.
En nog hierbij een jaarlijkse pacht van achttien lopen rogge of zoveel meer of minder als men jaarlijks daarvan beurt op de goederen van Margriet weduwe van Peter Mathijs van Eijnde, te los staande volgens inhoud van de brieven, die daarvan zijn, zoals ze zeiden.
Op welke stede, te weten huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan gelegen en op alle andere erven en pachten voors. de andere deelslieden voornoemd op vertegen hebben ten behoeve van Adriaen en Peter, gebroeders, en Lijsbet hun zuster, kinderen van wjlen Cornelis en Jenneke, beiden voornoemd, met overgeven en afgaan zoals dat daartoe gewoonte is, terwijl de voornoemde Herman, Gerijt, Jan en Cornelis als principaal schuldenaars super se et bona sua (op hen en hun goederen) etc. deze erfdeling en dit vertijen etc. behalve dat Adriaen en Peter, gebroeders en Lijsbeth hun zuster voors. uit de voors. stede moeten blijven gelden twee verschillende gewincijnsen, de ene van een stuiver en de andere van een oirtstuiver ongeveer per jaar te betalen aan de Heer van Tijlborch; nog anderhalf mud rogge per jaar erfpacht te betalen aan de Taeffelen des Heijligen Geests in Tijlborch; nog ongeveer 1 oirt per jaar gewincijns te betalen aan Jacop Emmen te Oisterwijck; uit de beemd in Daelhem te betalen ongeveer een stoter op de Spijcker in Tijlborch aan de Prelaat in Tongerlo en uit de helft van de tien lopensaet te betalen een blanck en een penning Hollands jaar herencijns in Ghilze. Verder moeten ze alle schouwen wegen en waterlaten etc. ut supra (zoals boven).
Welke pachten, cijnsen, schouwen, waterlaten en wegen voors. de voorneomde Herman en Gerijt, momber en toeziener, in de naam van de voors. minderjarige kinderen zo zullen gelden, betalen en onderhouden en ze hebben beloofd die alzo te gelden, te betalen en te onderhouden ter plaatse ut supra (als boven) daarvoor de goederen van de voors. minderjarige kinderen, hebbende en nog te verkrijgen, verbindende. Met condities en voorwaarden hierbij, dat als er voor de voornoemde minderjarige kinderen op deze hun gedeelten enige etc. omnino ut supra (alles als boven).
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).
Debet XXIIII st (verschuldigd 24 stuivers).

Hiertegen is aan de voornoemde Jan zoon van wijlen Cornelis Gerijt Hermans ten deel gevallen twee mud rogge Bredase maat jaarlijkse en erfelijke pacht, die men jaarlijks en erfelijks geldende is, naar vermogen van zekere schepenbrieven van Tijlborch, daarop gemaakt, uit zekere onderpanden gelegen onder de parochie van Tijlborch ter plaatse bij de Hoeve van Lichtenberch, genaamd die Vijer Buender, die nu tegenwoordig deels aan de broers van Jan voors. in deze erfdeling ten deel gevallen zijn en deels aan anderen toebehoren; hiertoe nog een mud rogge per jaar erfelijke pacht, dat men jaarlijks heft uit een erfenis dat eertijds toebehoorde aan Wouter Willem Beijen en nu de weduwe en haar kinderen van Wouter voors. gebruiken volgens zekere schepenbrieven van Tijlborch die daarvan zijn, zoals ze zeiden.
Op welke voors. twee jaarlijkse en erfelijke pachten van twee mud rogge Bredase maat en een mud rogge zoals voors. staat de andere deelslieden voorschreven vertegen hebben ten behoeve van Jan zoon van wijlen Cornelis Gerijt Hermans, zijn broers voors., met overgeven en afgaan zoals dat daartoe gewoonte is. De voornoemde Herman, Gerijt en Cornelis hebben beloofd als principaal schuldenaars op hen en op al hun goederen en de voors. momber en toeziener op verbintenis van de goederen van de minderjarige kinderen, nu hebbende en nog te verkrijgen, deze erfdeling en dit vertijen, overgeven en afgaan voors. etc. ut in superiori (zoals in voorgaande) en alle kommer en calangie elk van zijnentwege daarop komende etc., met condities en voorwaarden hierbij, dat als er voor de voornoemde Jan op dit zijn deel met recht enige kommer of last zou komen, dat zij die kommer en last als die komt elkaar zullen helpen dragen en betalen, wat ze elkaar van alle zijden zo op verbintenis als voor beloofd hebben, zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).
Debet XII st (verschuldigd 12 stuivers).

1560, november 2

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832