Herman zoon van wijlen Gerijt Hermans legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Jan zoon van wijlen Wijt Joisten, hem in recht van vruchtgebruik en voor zijn wettige kinderen uit wijlen Cornelia zijn huisvrouw, dochter van wijlen Dionijs Mutsairts verwekt, zal het erfrecht daarvan blijven, met afgaan en vertijen etc, een huis, hof, schuur,schaapskooi met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 12 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen die Steene Camer, aldaar tussen:
erfenis van Thonis Jan Adriaen Smoelders een zijde en een einde
erfenis van Joist Willem Joisten ander zijde
de gemeijn straat ander einde
zoals hij zeide.
Warandiam more solito ([hij heeft beloofd] te waren zoals gebruikelijk) behalve dat Jan koper voornoemd hieruit moet gelden een half mud rogge per jaar erfpacht te betalen aan de erfgenamen van Laureijs Jan Berthouts. Nog 52 stuivers per jaar loscijns te betalen aan de Taeffelen des Heijligen Geests in Tilborch en nog 2 karolus gulden per jaar loscijns te betalen aan Heijlwich weduwe van Goiairt Jan Vet, welke cijnsen ter kwijting staan volgens de losbrieven die daarvan zijn. Daartoe moet hij nog onderhouden `sHeren schouwen naar oude gewoonte. De verkoper voornoemd heeft verder beloofd dit verkopen, overgeven etc en alle andere kommer en calangie daar meer op komende etc.
Datum de 10e februari, schepenen Reijnbouts en Ghierll.
1561, februari 10
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen