Gerijt zoon van wijlen Cornelis Gerijt Hermans en Jan zoon van wijlen Gerijt Hermans als momber en Gerijt zoon van wijlen Vranck Lammens als toeziener van Cornelis de minderjarige zoon van wijlen Cornelis Gerijt Hermans voornoemd in tegenwoordigheid echter met vervolg van Cornelis voornoemd legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Herman hun broer, simul cum dictis literis divisorialibus (van te verdelen goederen), zijnde van datum de 2e december ao 1500 en zestig en met al het recht hun enigszins daarin toebehorende, met afgaan en vertijen etc., al alzulk deel, recht en versterf, te weten twee derde delen in zeker huis, hof, schuur, schaapskooi, brouwhuis met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende en nog in meer andere diverse erfenissen zowel beemden en heivelden zoals hun met Herman hun broer samen
tegen hun andere broers en zusters na de dood van wijlen Cornelis hun vader voors. aangekomen en in schependeelbrief van Tilborch, daarop gemaakt. toegedeeld is geweest zoals ze zeiden.
En Gerijt voornoemd heeft beloofd als principaal schuldenaar super se et bona (op zich en zijn goederen) en de voors. momber en toeziener op verbintenis van de goederen van het minderjarige kind, hebbende en verkrijgende, dit verkopen, overgeven, opdragen afgaan etc. en in de naam als voor te laten houden zonder enig etc. en alle kommer en calangie van hunnetwege daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Datum 24 november, schepenen Pluijmen en Buerden.
Debet (verschuldigd) 2 briefgeld.
1561, november 24
Bewerkt door: J.R.O. Trommelen