Kennelijck zij eenen ijegelijcken dat voor ons schepenen ondergeschreven sijn gecompareert ende verschenen in henne propere persoonen Cornelis ende Gheridt gebroederen soonen wijlen Cornelis Cornelis de Beer ende hebben een erffscheijdinge ende erffdeijlinge gemaeckt van seeckere erffenisse hen beijden bij deeling gemaakt tegens de andere kijnderen ende erffgenamen Cornelis de Beer ende Jenneken sijne huijsvrouwe te deel gevallen, inde vuegen ende manieren hier nae beschreven volgende,
Overmits die welcke soo sal die voirs. Cornelis hebben houden ende erffelijck voor sijn portie besitten, een huijs, hoff, metten grond ende erffenisse daeraen liggende vi lopensaet oft daeromtrent begrijpende gelegen binnen die prochie van Tilborch ter plaetsen geheijten aende Hasselt aldaer tusschen erffenisse Jan Jan Cornelis de Beer ende Jan Thonis Jan Adriaens met sijnen kijnderen deen zijde, ende tusschen erffenisse Gheridt sijns broeder dat hijer tegens gedeijlt is dander zijde, streckende vande erffenisse Willem Marten Fiers metten kijnderen totter gemeijne straten aldaer, noch die helft bedeijlt in een stuck saijlants twee lopensaet oft daeromtrent begrijpende gelegen binnen die prochie voirs. ter plaetsen geheijten inde Sterts Hoeve deselve helft tusschen erffenisse Cornelis Jan Raijmakers deen zijde, ende tusschen erffenisse Gheridts sijns broeder dat hier tegens gedeijlt is dander zijde, streckende vande erffenisse Cornelis lest voirs. totte erffenisse Anthonis Cornelis Cornelis Wouters, ... ut dicebant (zoals zij zeiden) op welck voirs. huijs metten erffenisse boven geschreven die selve Gheridt volcomelijck heeft vertegen tot behoeff van Cornelis sijnen broeder met overgeven ende affgaen in manieren daertoe etc. ende heeft gelooft de voirs. Gheridt super se et bona (op zich en zijn goederen) dit overgeven affgaen ende verthijen met dese erffdeijlinge altijt vast etc. ende alle commer ende calangie daerop comende van sijnen twegen etc. vuijtgenomen dat die voirs. Cornelis schuldich ende gehouden sal sijn vuijt sijn gedeelte een mud roggen tsiaers erffpachts aanden Clooster van Carthuisers tot Vught te betalen ende voirts noch twee st ... tsiaers gewinchijns aenden heer van Tilborch op Sint Stevens dach te betalen, ende voirts des heeren schauwe vande waterlaet aldaer na oude gewoonte te onderhouden, datum et scabini ut supra (xxvii februarij 1587),
Hiertegens soo is den voirschreven Gheriden te deel gevallen, ende sal hebben houden ende erffelijck besitten, een schuer turffschop metten gronde ende erffenisse daeraen liggende iiii lopensaet ende xii roijen of daeromtrent begrijpende gelegen binnen die prochie van Tilborch ter plaetsen geheijten aende Hasselt aldaer tusschen erffenisse Marten Henrick Appels deen zijde, ende tusschen erffenisse Cornelis sijns broeder dat hier tegens gedeelt is dander zijde, streckende vande erffenisse Willem Marten Fiers cum pueris (met zijn kinderen) totte gemeijnde straten aldaer, noch tderde deel in een stuck saijlants onbedeijlt geheijten den ... sess lopensaet oft daeromtrent begrijpende gelegen binnen die prochie voirs. ter plaetsen geheijten aende Draijboom aldaer tusschen erffenisse Cornelis Jan Meeuss Vermee deen zijde, die gemeijnt aen dander zijde ende oijck deen eijnde, hodende met den anderen eijnde aende erffenisse des prelaets van Tongerloo, ende noch die helft bedeijlt in een stuck saijlants twee lopensaet oft daeromtrent int geheel begrijpende gelegen binnen die prochie voirs. ter plaetsen geheijten inde Sterts Hoeve deselve helft neffens erffenisse Jan Peter Zwijsen deen zijde, ende tusschen erffenisse Cornelis sijns broeder dander zijde, streckende vande erffenisse Adriaen Willem Goijaerts totte erffenisse Denijs Henrick Wouters ut dicebat (zoals hij zeide), op welcke schuer, turffschop metten grond ende ander erffenisse boven geschreven, die voirs. Cornelis volcomelijck heeft vertegen tot behoeff van Gheriden oijck voirs. met overgeven etc. ende heeft gelooft de voirs. Cornelis op hem selve etc. ende alle commer ende calangie van sijnen twegen etc. vuijtgenomen dat die voirs. Gheridt vuijt dit sijn gedeelte schuldich sal sijn drije carolus guldens tsiaers aen Peter Willemssen de Bondt te betalen staende te lossen met vijftich carolus guldens volgens de brieven daeraff sijnde, al sonder argelist, datum et scabini ut supra (xxvii februarij 1587).