Adriaen soone wijlen Adam Cornelis Sijmons voor hem
selven, Jan soone wijlen Adriaen Jan Reijnen als man ende momboir van Jenneken
sijne huijsvrouwe, Pauwels soone Joost Pauwels Cornelissoon als man ende momboir
van Anneken sijne huijsvrouwe gesusteren oijck kijnderen wijlen Adam Cornelis
Sijmons voirscreven, de voirscreven Adriaen alnoch als momboir ende Jan soone
Jan Jan Gheridt Hermans als toesiender mette heere geordonneerdt van Jannen,
Laureijsen, Cornelisen, Marija ende Barbara onmondige ende onbejaerde kijnderen
wijlen Michiel Adam Cornelis Sijmons voirs, die deselve Michiel met wijlen
Gheritken sijne wettige huisvrouwe dochtere wijlen Jan Jan Gheridt Hermans
voirscreven tsamen verweckt ende vercregen hadde, daervoore die momboir ende
toesiender boven genoempde hen sterck maeckten ende gelooffden, een stede te
weten huijs hoff, turffschop metten gronde ende erffenisse daeraen liggende ende
daertoe behoorende iii 1/2 lopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo
groot ende cleijn als deselve gelegen is inde prochie van Tilborch ter plaetsen
geheijten aende Stockhasselt inde Postelstraet aldaer tusschen erffenisse
Joachim Daniel Gheridt Hermans deen zijde ende tusschen erffenisse de kijnderen
Michiel Adam Cornelis Sijmons eertijts hiertegens affgedeijlt dander zijde,
streckende vande erffenisse Peter Jan Reijnen totter gemeijnde straten genoempt
die Postelstraet voirscreven noch een stuckxken saijlants een halff lopensaet of
daeromtrent begrijpende gelegen binnen die prochie ende plaetse voirscreven
tusschen erffenisse Joachim Daniel Gheridt Hermans voirs deenen zijde ende
tusschen erffenisse Peeter Jan Reijnen dander zijde, streckende vandie
erffenisse der kijnderen Michiel Adam Cornelis Sijmons voirscreven tot eenen
stuck saijlants geheijten den Hooghen acker den vercooperen oijck toebehoirdt
hebbende ende hier nae beschreven volgende, noch een stuck saijlants geheijten
den Hooghen acker voirscreven ii lopensaet ende xxxv 1/2 roijen of daeromtrent
begrijpende gelegen binen die prochie ende plaetse voirscreven daer den
gemeijnen voetpat beneffens is loopende, tusschen erffenisse Peeter Jan Reijnen
daer de voirs voetpat tusschen beijde is liggende deen zijde, ende tusschen
erffenisse Peeter Gheridt Reijnen dander zijde, streckende vande erffenisse die
weduwe ende kijnderen Huijbert Jasper Peeter Huijben, totter erffenisse Peeter Jan Reijnen, ende dit halff lopensaet
boven gescreven Ende noch die helft bedeijlt in een stuck erffs tot weije
liggende over dander zijde vander strate, dieselve helft een lopensaet ende
xxiii 1/2 roijen of daeromtrent begrijpende, gelegen binnen die prochie ende
plaetse voirscreven, aldaer tusschen erffenisse die kijnderen wijlen Michiel
Adam Cornelis Sijmons dicwils voirscreven deen zijde, ende tusschen erffenisse
Joachim Daniel Gheridt Hermans dander zijde ende oijck deen eijnde, hodende
metten anderen eijnde aende gemeijn strate genoempt die Postelstraet voirscreven
ut dicebant (zoals zij zeiden), hebben zij wettelijck ende erffelijck vercocht
overgegeven ende opgedragen Peeteren soone wijlen Jan Sijmons als man ende
momboir van Peterken sijne huisvrouwe dochtere wijlen Jan Wouters Vermee tot
behoeff die selve Peeter, ende Peeterken, metten kijnderen die zij luijden
tsamen hebben verweckt of alnoch in toecomende tijden sullen moghen verwecken,
tsamen met alle den recht ende actie hen ennichssints inne die voirscreven stede
ende acker schulden van erffenissen
hier voore gescreven behoorende met affgaen etc. ende hebben gelooft die
voirscreven vercooperen alle op hen selven ende de momboir metten toesiender
boven genoempde over die verbijntenisse der onmondige kijnderen goeden hebbende
ende vercrijgende dese voirs stede te weten huijs hoff metter erffenisse daertoe
behoorende te waren als men los ende vrij erffen schuldich is te waren ende dit
vercoopen etc. ende alle commer etc. vuijtgenomen dat die voirs Peeter
cooper daervuijt sal ghelden een erffelijcke losrente van vijff carolus gulden v
stuijvers aen Goijart Matheus Wouters te betalen, noch een erffelijcke losrente
van drije carolus guldens tsiaers aen Jannen Adriaen Ghijsbertssoon van Beurden
te betalen, beijde te lossen volgende die brieven daeraff sijnde, noch twee ende
veertich stuijvers tsiaers chijns aen ennige tot tschertogenbosch te betalen,
die met weghen van regt daertoe gerecht moghen wesen, noch omtrent twee
stuijvers ende iii 1/2 oirt chijns tsiaers aende erffgenamen wijlen Lucas van
Ammezoijen te betalen, ende noch eenen halven braspenning tsiaers
gewinchijns aenden heere van Tilborch op St Stevens dach te betalen, Actum iii
martij anno 1588, Grevenbroeck et Vet.