Jan soone Jan Jan Dirck Tielmans als man ende momboir
Jennekens sijner huijsvrouwe dochter wijlen Jan Adriaenssoon tvierdedeel
ombedeijlt hem toebehoirende in een stede te weten huijs, hoff, schuer,
turffschop metten gronde ende erffenisse daeraen liggende ende daertoe
behoirende int geheel xxxiiii lopensaet oft daeromtrent aende Heijdzijde aldaer
tusschen erffenisse Cornelis Embert Jan Meussoon met meer andere deen zijde,
ende tusschen erffenisse Adriaen Gherit Beijkens dander zijde, streckende vande
erffenisse der weduwe ende kijnderen Jacob Bacx tot tsHertogenbossche met
ennighe ander totter gemeijnde strate, ende noch tvierendeel ombedeijlt hem
insgelijcx toebehoirende in een stuck saijlants twee lopensaet ende negenthien
roijen ende een halff oft daeromtrent int geheel begrijpende nochtans etc.
binnen de parochie ende plaetse voirschreven over dander zijde vande strate
aldaer tusschen erffenisse Reijn Denijs Jan Reijnen deen zijde ende tusschen
erffenisse Willemkens weduwe wijlen met haren kijnderen dander zijde, streckende
vande erffenisse des Convents van Tongerloo tottter ghemeijnde strate ut dicebat
legitime etc vendidit et supportavit (zoals hij zeide heeft wettelijk en
erfelijk verkocht en overgegeven) Cornelissen soone Embert Jan Meussoon voirs.
dijen de ander drije resterende vierde gedeelten sijn toebehoirende tsamen met
de gerechticheijt hem daerinne competerende met affgaen etc. warandiam (te
waren) ende dit vercopen etc. ende alle commer etc. datum et scabini
ut supra (xxvi martij 1597, Vet et Borchmans).