Cornelis soone Jan Peter Janssoon als man ende momboir
Dingna sijnder huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Cornelis Peter Mutsarts een
stuck saeijlandts hem toebehoirende een lopensaet ende veertich roeijen metter
mate begrijpende, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaetsen geheijten
aende Stockhasselt aldaer tusschen erffenisse der weduwe ende kijnderen Peter
Cornelis Mutsarts deen zijde, ende tusschen erffenisse Adriaen Goeijardt
Janssoon dander zijde streckende vander erffenisse Daniel Adriaen Daniels met
meer andere totter erffenisse Cornelia dochtere Adruiaens vande Wiel ende noch
een stucxken saeijlandts een loopensaet ende een roeije of daeromtrent
begrijpende geleghen inde parochie ende plaetse voors aldaer tusschen
erffenisse Daniel Adriaen Daniels deen zijde, ende tusschen erffenisse der voors
Cornelia vanden Wiel dander zijde, streckende vande erffenisse der kinderen
Adriaen Peter Jan Reijnen totter gemeijnder strate, Alsoo hij seijde, heeft hij
wettelijck ende erffelijck vercocht overgegeven ende opgedragen Danielen soone
wijlen Adriaen Danielss dickwels voorschreven als man ende momboir Anna sijnder
huijsvrouwe oock dochtere Cornelis Mutsarts sijnen swager, met affgaen ende
verthijen als dat gewoonlijck ende recht is, ende heeft gelooft die voorschreven
Cornelis onder de verbijntenisse van sijne goeden hebbende ende vercrijgende
dese twee boven geschreven stucken erven te waren als men los en vrij erven
schuldich is ende behoirt te waren, ende dit vercoopen, overgeven, opdragen,
affgaen ende verthijen altijt vast ende stentich te houden, ende sijnen name
ende voors qualiteijt voors te doen houden sonder ennich wederseggen, ende alle
commer of calangie daerop comende altemael aff te doen den selven datum et
scabini ut supra (viii februarij 1603, Brock et
Heijst).