Peeter soone wijlen Huijbert Jasper Peeter Huijben, daer
moeder aff was Peeterken dochtere Peeter Gheridt Maes Jan Ghenen alle sijn
versterff recht ende actie van versterffen te weeten de helft in een derde
gedeelte ombedeijlt hem toebehoorende in alle die erffelijcke goeden van ende
naer doode Marie innocente dochter Huijberts ende haer Peeterkens voorschreven
sijne sustere op hem vervallen ende verstorven sijnde waer tusschen wijens off
tot wat plaetsen deselve gelegen sijn ofte namaels bevonden sullen moghen worden
t zij in harden in weken in hooghen in drooghen in diepen in leeghen geene
daeraff vuijtgescheijden, Alsoo hij seijde heeft hij wettelijck
ende erffelijck vercocht overgegeven ende opgedraghen Cornelise soone
wijlen Adriaen Willem Ghoijardtssoon als man ende momboir Cornelia sijnre
huijsvrouwe dochtere wijlen Huijbert Jaspar Peeter Huijbert ende haer Peeterkens
oock voorschreven sijnen swager met affgaen ende verthijen als dat gewoonlijck
ende recht is warandiam super se etc. ende dit vercoopen etc. ende allen commer
etc. vuitgenomen dat die voorschreven Cornelis coopere hiervuijt sal gelden de
helft van een derde gedeelte in alsulcke chijnsen alsmen vuijt dese erffelijcke goeden van oudts
schuldich is te vergelden
Datum et
scabini ut supra (xxvii aprilis 1605, Brock et Heijst).