Kennelijck zij eenen ijegelijcken dat voor ons schepenen
ondergeschreven sijn gecomen ende gecompareert inne propre persoonen Daniel ende
Jan gebroederen soonen Sebastiaen Daniel Geridt Hermanssoon soo voor hen selven
als mede ende Cornelis soone Willem Hendrick Geridt Smolders als man ende
momboir Jennekens sijnre huijsvrouwe dochtere Sebastiaens voorschreven welcke
kijnderen deselve Sebastiaen wettelijck verweckt ende vercregen hadde vuijt
wijlen Henrixken sijnre huijsvrouwe dochtere wijlen Embrecht Jan Meussoon ende
hebben van zeeckere hiernaerbeschreven erffenissen ... midts dafflijvicheijt
vande voorgenoemde Henrixken henne moeder ende zweger tegens henne vader te
deele bevallen, ende oock deselve Daniel ende Cornelis vuijt crachte ende trecht
van vuijtcoop hebbende van Gijsberden soone wijlen Cornelis man ende momboir
Adriana sijnre huisvrouwe ende Thomas soone wijlen Jan Tomas als man ende
momboir Marie sijnre huisvrouwe dochteren oock Sebastiaen ende wijlen
Hendrixkens voirgenoemd daervoor zij hem midts zeeckere opdrachte van ... soo
sij seijden ... sterck maecten een erffdeijlinghe aengegaen in vueghen ende
manieren hiernaer beschreven volgende
Overmidts derwelcker soo sal die voirschreven Daniel
eensdeels midts den rechte van successie ende eensdeels vuijt crachte van
vuijtcoop hebben houden ende erffelijck besitten een stuck erven eensdeels tot
zaeijlandt ende weije liggende twee loopensaet of daeromtrent begrijpende
nochtans alsoo groodt ende cleijn als tselve gelegen is binnen der parochie van
Tilborch, ter plaetschen geheijten Stockhasselt aent Creijven aldaer tusschen
erffenisse Sebastiaen Daniel Geridt Hermanssoon sijn vaders dwelck hij ten
rechte van tochte is besittende deen zijde, ende tusschen erffenisse Peter Jacob
Jan Sijmonssoon dander zijde, streckende vander erffenisse Jans sijn broeders
dwelck hem midts desen te deele is bevallen totter gemeijnder strate alsoo zij
seijden op welck stuck zaeijlandts die voorgenoemde Jan ende Cornelis
volcomentlijck hebben verteghen ten behoeve van Danielen soone Sebastiaen Daniel
Geeridt Hermanssoon ende Henricxkens voorgenoemd hennen broeder ende zwager met
overgeven ende affgaen alsdat gewoonlijck ende recht is ende heben gelooft op
hen selven ende op alle henne goeden hebbende ende vercrijgende dit stuck erffen
te waren alsmen los ende vrij erven schuldich is te waren ende dit overgeven
affgaen ende dese erffdeijlinghe altijt vast ende stentich te houden ende
in hennen name te doen houden sonder ennich wederseggen ende alle commer of
calangie daerop comende altemael aff te doen denselven vuijtgenomen dat die
vs Daniel hierover sal moeten laten weghen ende steghen Jannen sijnen broeder
ende Cornelis sijnen swager met behemelde beesten soo ende andersints soo
t selve hen geliven sal wel verstaende etc. daten
iiii martij 1608 scabinij Borchmans et Heijst.
Hiertegens
sal die voorschreven Jan hebben houden ende erffelijck besitten een stuck
zaeijlants een loopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende
cleijn as t selve geleghen is binnen der parochie van Tilborch ter plaetschen
geheijten Stockhasselt aen tCreijven aldaer tusschen erffenisse Cornelis
Willem Henrick Smolders sijn swagers midts desen te deele bevallen deen zijde
ende tusschen erffenisse Daniel sijnen broeder oock midts desen hiertegens
affgedeijlt dander zijde streckende vande erffenisse Peeter Jacob Jan
Sijmons totter erffenisse Jan Embrecht Jan Meussoon alsoo zij seijden op welck
stuck zaeijlants die voorgenoemde Daniel ende Cornelis volcomentlijck hebben
verteghen ten behoeve van Jannen soone Sebastiaen Daniel Geeridt Hermanssoon
ende wijlen Henrixkens voorschreven met overgeven ende affgaen in manieren
daertoe gewoonlijck sijnde ende hebben gelooft die voorschreven Daniel ende
Cornelis op hen selven ende op alle henne goeden hebbende ende vercrijgende dit
overgeven affgaen ende dese erffdeijlinghe altijt vast ende stentich te houden
ende in hennen name te doen houden sonder ennich wederseggen ende alle commer of
calangie daeroppe comende altemael aff te doen den selven vuijtgenomen dat die
voorschreven Jan hierover behoorlijck sal weghen ende steghen met behemelde
beesten derffenisse van Cornelissen sijnen swager hieraen geleghen sijnde, ende
voorst alle andere die van rechts weghen daerover behoiren geweeght ende
gesteeght te worden wel verstaende of denselven Jannen enniche anderen hijnder
commer of last quame met recht diewelcke alhier nijet benoemdt ende waer dat zij
denselven alsoo comende malcanderen sullen helpen affdraghen dwelck ...
anderen ende elck onder verbijntenisse allen sonder oppositie van recht alsoo
gelooft hebben sonder oppositie van recht te volbrengen datum et scabinij ut supra
Hiertegens soo is den
voorschreven Willemen te deele bevallen ende sal hebben houden ende eensdeels
midts den rechte van successie ende eensdeels vuijt vuijt crachte vanden
voorschreven vuijtcoop erffelijck besitten Een stuck zaeijlants twee loopensaet
of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn as t selve geleghen
is binnen der parochie van Tilborch ter plaetschen geheijten Stockhasselt
aen tCreijven aldaer tusschen erffenisse Jan sijnen swager hem midts desen te
deele bevallen deen zijde ende tusschen erffenisse Sebastiaenen Daniel Geeridt
Hermanssoon sijn sweers dwelck hij ten rechte van tochte is besittende dander
zijde streckende vander erffenisse Peeter Jacob Jan Sijmons totter erffenisse
Jan Embrecht Jan Meussoon alsoo zij seijden op welck stuck zaeijlandts die
voorgenoemde Daniel ende Jan volcomentlijck hebben verteghen ten behoeve van
Cornelissen soone Willem Henrick Smolders man ende momboir Marie sijnre
huijsvrouwe dochtere Daniel Sebastiaen Danielssoon ende wijlen Henricxkens
voorgenoemd met overgeven ende affgaen in manieren daertoe gewoonlijck sijnde et
promisserunt predicti Daniel et Joannes dit overgeven etc. ende alle commer etc.
vuijtgenomen dat die voorschreven Cornelis over dese erffenisse behoorlijcken
sal weghen ende steghen Seastiaenen sijnen sweer soo ende gelijck deselve
daerover behoort geweeght ende gesteeght te worden wel verstaende etc. et reliqua omnia in precedentibus datum et scabinij ut
supra.