Lijsbeth dochtere wijlen Peeter Wouterssoon Vermee
nagelaten weduwe wijlen Gijsbert Dircx van Gesthel met eenen momboir bij haer
hiertoe gecozen ende metten heere gegeven soo als recht is, een huijs turffschop
metten gronde ende erffenisse daeraen liggende ende daertoe behoorende een
lopensaet xxviii roijen of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende
cleijn as t selve gelegen is binnen die parochie van Tilborch ter plaetschen
geheijten aende Hasselt inde Langhstraet aldaer tusschen erffenisse der
kijnderen Cornelis Cornelissoon de Beer deen zijde, ende tusschen erffenisse
Willem Adriaen Willem Goijarts dandere zijde, streckende vander erffenisse der
kijnderen Goijart Peeter Geritssoon totten Langestrate voirschreven, heeft zij
wettelijck ende erffelijck in presentie van Wouteren haren halffen broeder
vercocht overgegeven ende opgedragen Peeter soone Cornelis Jan Meussoon met
affgaen etc. warandiam more solito (te waren zoals gebruikelijk) ende dit
vercopen etc. ende alle commer etc. vuijtgenomen dat die voirschreven cooper
hiervuijt sal gelden ii 1/2 oort cijns aende erffgenamen Lucas van Amerzoijen te
betalen op Sinte Denijs dach, de welck alsoo ... sijnde soo heeft de
voirschreven Peeter der voirschreven Lijsken hiervoore geloof de somme van een
hondert ende vijftich carolus guldens te betalen die iersten Lichtmisse ........
ende darenboven derselve Lijsbeth elcke jare daeraff ten interest negen gelijcke
guldens ijerstmael verschijnende van Lichtmisse toecomende ... dat deselve
Lijsbeth dit huijs blijft besitten tot oigst toe eerstcomende de coopers voor d
ierst jaer metten halffen interest, boven dese soo sal de voirschreven
Lijsbeth behouden haren leven lanck eenen stoel inde heerdt, oick sal die
voorschreven coopere haer moeten onderhouden in vuer in licht in wasschen in
drooghen ende in potager van moesch, ende rapen, ende sal darenboven alnoch
haren leven lanck proufitteren den hellicht van het oist inde boomgaerdt dwelck
de voirschreven Peeter haer Lijsbeth gelooft heeft te voldoen betalen ende
laten volgen sonder enniger oppositie van recht onder verbant van sijne
persoon ende alle sijne goeden hebbende ende vercrijgende: Item hier is bij
gestaen Cornelis Jan Adriaen Jan Adriaen Smolders ende heeft ende met hem Wouter
die voirschreven Lijsbeth halff broeder geaffirmeert verclaerende onder
behoirlijcken ende mits desen dat dese vercooping in vuegen voirschreven ... is
gedaen dat dese huijsinge int geheel was vervallen omme desselve op te timmeren
dat zij daerdoire in grootte costen quam sonder argelist, datum xxiii
januarij scabinij Brock et Spaendoncq.
Ontnadert door Wouteren soone wijlen Peeter Wouterssoon Vermee promittens et obligans etc. dach xxii januarij 1611 scabinij. Quo facto (dit gedaan zijnde) soo heeft Wouter van dese naederschappen wederomme ... ten behoeve van den origineelen copere ... coram scabinis ... extendatur literis approximationis.