Huijbert soone Joist Willemssoon de Beer bij den selven
Joisten ende vuijt wijlen Lijsbeth sijnre huijsvrouwe dochtere wijlen
Antonius Jan Adriaen Smolders wettelijck verweckt ende vercregen sijnde in
presentie van Joisten sijnen vader diewelcke ten eijnde tgeene
hiernaevolgende tot beter effect sorteren mach sijn recht van tochte
heeft affgegaen ten behoeffe van Huijberden sijnen soone voirschreven, alle
alsulcke versterff recht ende actie van versterffen te weten het vijffde
gedeelte ombedeijlt als hem naer doode van Joisten sijnen vader aencomen
mitsgaders tgeen midts afflijvicheijt van wijlen Lijsbeth sijne moeder op
hem alreets is vervallen of gesuccedeert, ende daertoe tgene oock naer doode van
Willemken sijne sustere is verstorven in alle ende ijegelijcke erfflijcke goeden
wiens of tot wat plaetschen deselve gelegen sijn of namaels bevonden sullen
mogen wordden tware in hardden in weecken in hoogen in droogen in diepen in
leegen egeene derselver daeraff vuijtgescheijden, alsoo hij seijde, heeft hij
wettelijck ende erffelijck vercocht overgegeven ende opgedragen Cornelisen soone
Joist Willemssoon de Beer ende wijlen Lijsbeth voiregeschreven sijnen broeder
met affgaen etc. et promisit predictus venditor (en heeft de voornoemde
verkoper) dit vercopen etc. ende alle commer etc. allen dwelck aldus gepasseert
sijnde soo heeft de voirschreven Huijbert Joisten sijnen vader
wederomme inne dese tochte gestelt ende geconsenteert dat hij deselve
wederomme genieten ende prouffieteren sal ... als hij deselve voir het
affgaen genoten ende geprouffiteert heeft dach xvi juli 1614, scabinij
Mutssarts et Bardwijck.