Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1618-14-7995-144v

Kennelijck sij eenen ijegelijcken dat voir ons schepenen ondergeschreven inne propre personen sijn gecomen ende gecompareert Daniel, ende Jan gebroederen sonen wijlen Sebastiaen Daniel Gerit Hermanssoon daer moeder aff was Hendricxken dochtere wijlen Embrecht Jan Meussoon, Cornelis soone Willem Hendrick Smolders als man ende momboir Jennekens sijnre huijsvrouwe, Gijsbert soone wijlen Cornelis Hendrixs van Loon als man ende momboir Adriana sijnre huijsvrouwe, Tomas soone wijlen Jan Tomassoon als man ende momboir Marie sijnre huijsvrouwe gesusteren dochteren wijlen Sebastiaens ende Hendricxken voirschreven ende hebben van seckere naerbeschreven erffenisse naer doode van wijlen Sebastiaen der comparanten vader ende swarvader vervallen eene erffdeijlinge aengegaen in vuegen ende manieren hiernaer beschreven volgende,

Overmits dewelcker soo sal die voirschreven Daniel ende Jan hebben houden ende erffelijck t samen aenbedeijlt besitten een stuck saijlants drije loopensaet off daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn als t selve gelegen is binnen de prochie van Tilborch ter plaetschen geheijten aen t Creijvenne aldaer tusschen erffenisse Herman Jansoon de Roij deen sijde ende oock deen eijnde ende tusschen erffenisse Daniel Sebastiaen Danielssoon voirschreven, hodende metten anderen eijnde op erffenisse Peeter Jacob Jan Sijmonssoon,

Waertegens die voirschreven Cornelis, Gijsbert ende Tomas sullen hebben houden ende erffelijck onbedeijlt besitten een huijs hoff metten gronde ende erffenisse daeraen liggende ende daertoe behorende twee lopensaet off daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn als t selve gelegen is binnen die prochie ende plaetse voirschreven aldaer tusschen erffenisse Jan Sebastiaen Danielssoon voirschreven deen sijde ende tusschen erffenisse Goijart Willem Janssoon Vermeer dander zijde, streckende vander strate geheijten de Creijvensestrate totter erffenisse Daniel Sebastiaen Danielsoon voirgeschreven, des is tusschen dit ende derve Jans Sebastiaens voirschreven liggende seckeren gemeijne voetpadt alsoo sij seijden, op welck huijs hoff metten erffenisse voirgeschreven voirgenoemde comparanten deen tot des anders behoef volcomentlijck hebben vertegen met overgeven ende affgaen in manieren daertoe behoirlijck ende gewoonlijck sijnde, gelovende elckander t verbant van sijne persoon ende alle sijne goeden hebbende ende vercreijgende, dit vertijen, overgeven ende affgaen van dese erffdeijlinge altijt vast ende stentich te houden ende in henne name te doen houden sonder eenich wederseggen ende allen commer ofte calangie daerop comende altemael aff te doen malcanderen etc. vuijtgenomen dat die voirschreven Cornelis, Gijsbert, ende Tomas vuijt henne gedeelte sullen gelden 1 st 1 oirt of alsulcke chijns alsmen tot Oisterwijck op Sinte Tomas schuldich is te betalen ende voirts dat elck vuijt t sijne sal onderhouden alle gebuerlijcke rechten ende schouwen daer inne ... van rechts wege gehouden sijn, welcken ... die voirgenoemde Cornelis, Gijsbert, ende Tomas alsoo sal gelden betalen ende afflossen ten dage ende termijnen daertoe staende ende geordonneert sijnde dat dandere deijlluijden daeraff onbeschadicht sullen blijven ....wel verstaende off dese deijlluijden eeniche andere commer hijnder off last quame ...... sonder argelist date xvi julij 1618, scabini Bardwijck et Mutsarts.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832