Anna dochter wijlen Geridt Daniel Geridt Hermanssoon vuijt cracht ende macht van seckere procuratie haer gegeven door Bernart Solver hare man in dato den vijffden julij lestleden gepasseert voor schouteth ende schepenen des gerechts van Corterschem onder met eenen groenen segel daeroppe gedruckt ondertekent door de secretaris Mich: van ... ons schepenen gebleken ende vertoont sijnde, Gijsbert soone wijlen Peeter Jan Gijsbert Segers als man ende momboir Digna sijne huijsvrouwe ende Adriaen soone Adriaen Gerit Vrancken als man ende momboir Catarina sijne huijsvrouwe gesusteren dochteren wijlen Geridt Daniel Geridt Hermansoon voirschreven, drije vierde gedeelte onbedeijlt in een huijsken hoff metten gronde ende erffenisse daeraen liggende ende daertoe behoirende int geheel anderhalff lopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn als t selve gelegen is binnen de prochie van Tilborgh ter plaetschen geheijten aende Hasselt soo wijlen Geridt Daniels daervuijt verstorven is ende tselve beseten heeft, aldaer tusschen erffenisse Jan Huijbert Peeter Jan Adriaenssoon met sijne kijnde deen sijde ende tusschen erffenisse Cornelis Geridt Danielssoon dander zijde, streckende van de gemeijnder strate totten erffenisse die erfgenamen Adriaen Aert Fiers, alsoo sij seijden, hebben sij wettelijck ende erffelijck overgegeven ende opgedragen Cornelis soone wijlen Geridt Hermanssoon voirschreven henne broeder ende swager respective dandere resterende vierde deel mits successie was toebehoirende met affgaen ende verthijen als dat gewoonlijck ende recht is, gelovende de voirschreven Anna vuijt cracht die gementioneerde procuratie onder verbant van hare mans goeden ende die voorgenoemde Gijsbert ende Adriaen onder verbant van henne goeden hebbende ende vercrijgende dese vierde gedeelten te waren als men los en vrij erffen schuldich is te waren ende dit overgeven opdragen affgaen ende vertijen altijt vast ende stentich te houden ende in de name ende die qualiteijt als voir te doen houden sonder ennich wederseggen ende alle commer ofte calangie daerop comende altemael aff te doen den selven vuijtgenomen dat deselve Cornelis hiervuijt sal gelden de somme van een hondert carolus gulden eens met twee jaren onbetaelde intrest daeraff ten achtere sijnde te voldoen aen Cornelis Peter Jan Reijnen, noch een loopen roggen aenden rector van onser lieve vrouwe aultaer binnen die kercke van Tilborch met alle den achterstelle te betaelen ende noch eene stuijver gewinchijns jaerlijx aende heer van Tilborch op Sinte Stevens dach te betaelen, sonder argelist, datum et scabinij ut supra.