Joost ende Peter gebroederen sonen Daniel Adriaen
Cornelis Mutsarts welcke kijnderen prout in precedentibus litris een stuxken
saijlants een lopensaet metter mate begrijpende gelegen binnen der prochie van
Tilborch ter plaetschen geheijten inde Postelstraetse acker aldaer tuschen
erffenisse Daniels voirschreve sijns vader deen sijde ende tuschen erffenisse
der weduwe metten kijnderen Jan Vrancken dander sijde, streckende van der
gemeijnen waterlaet, totter erffenisse Daniels voirschreven ut dicebat legitime
et hereditarie supportavit (zoals hij zeide hebben wettelijk en erfelijk
overgegeven) Daniel sone wijlen Adriaen Cornelis Mutsarts hennen vader
voirschreven met sijne nakijnderen met affgaen etc. warandiam (te waren) ende
dit overgeven etc. ende allen commer etc. des soo sullen die voirschreven Joost
ende Peter naer doode van Danielen voirschreven erffelijck behouden ende
aenveerden een half loopensaet lants gelegen binnen der prochie voirschreven
teijnden comende van een stuxken lants geheijten den Creit? acker dwelck
andersints hem Daniels met sijne nakijnderen soude toegecomen hebben soo hij
Daniel verclaerde, ende mits dese bekende daermede te vreden te wesen sullen
oock die voirschreven Joost ende Peter verbonden wesen tonderhouden des heeren
schauwen aen deijnde van het een lopensaet lants lopende is oock mits desen
veraccordeert dat naer doode van Danielen die voirschreven Joost ende Peter aen
sijn Daniels naekijnderen sullen vuijtreijcken de somme van xxxvi gulden
dewelcke die selve gelooft hebben super et bona des sal aldan daerane
corten xv gulden bij Danielen vande goeden van Jenneken sijnre sustere
eertijts ontfangen sonder argelist datum et scabini ut supra (ultima octobris
1622, Graeff et Bardwijck).