Kennelijck zij eenen
ijegelijcken dat voir ons schepenen ondergeschreven inne propre personen sijn
gecomen ende gecompareert Anthonis sone wijlen Cornelis Jan Antonis Jan Adriaen
Smolders als man ende momboir Marie sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Gerit
Cornelis Gerit Jan Gijben verweckt vuijt wijlen Marie dochter wijlen Cornelis
Peeter Jan Reijnen in haeren eersten houwelijck ter eenre, ende Peter soone
Marten Peeter Vrancken naergelaten weduwaer der voirschreven Marie dochter
wijlen Cornelis Peter Jan Reijnen ende ... tweede man derselver Marie met Geridt
sone Cornelis Peeter Jan Reijnen ende Jan sone Marten Peeter Vrancken als metten
heere geordonneerde momboir ende toesiender over Geriden onmondigen sone Peeter
Marten Peeter Vrancken ende wijlen Marie voirschreven ter andere sijden, ende
bekenden int bijwesen met wille ende consente van Cornelissen Peeter Jan Reijnen
grootvader vanden voir ende nakijnder wijlen Marie voirschreven met malcanderen
overcomen ende geaccordeert te sijn nopende den haeffelijcken ende erffelijcken
goeden die de voirschreven Marie soo met haren eersten as tweeden man heeft
beseten ende daervuijt sij is verstorven mitsgaders vande goeden die wijlen
Cornelis Peter Jan Reijnen der kijnderen respective grootvader noch is
besittende ende die hij ennichsints metter doodt ruijmen sal inne manieren
hiernaer beschreven volgende, Ierst hebben de voirschreven comparanten bekent
aangaande de haeffelijcke goeden, dat met voirgaende deijling ende sondaeghse
proclamatie deselve voir alle man sijn vercocht ende dat een ijegelijck sijne
hellicht daeraff heeft genooten, alsoo dat sij liedens hen daeraff
houden ... ende gecontenteert gelijck die voirschreven Antonis inde voirschreven
qualiteijt .... van alsucke twee hondert carolus guldens mitsgaders van
alsulcken vuijtsetsel off kleding die deselve volgende seckeren testamente
tusschen die voirschreven wijlen Marie ende haren voirman gemaeckt heeft genoten
ende tgene sij voirdere as tselve testament mede brenght heeft
geproffiteert sal t selve tsamen al doodt ende te niet wesen, sonder dat
hij Antonis in de restitutie van dijen ennichssints sal verbonden wesen, Is oock
voirwaerde dat die voirschreven Antonis sal vrij meester sijn ende blijven van
allen den goeden van wegen Cornelis Gerit Jan Gijben met met desselfs Cornelis
huijsvrouwe gecomen of gesuccedeert off alnoch te vervallen daer toe die
voirschreven Peeter met den momboir ende toesiender egeen recht en sullen
behouden of pretenderen ende aengaende allen de erffelijcke goeden die de
voirschreven Marie met hare twee mannen heeft beseten, oock degene die Peter
Marten Peter Vrancken, met haer in haeren tweede houwelijck heeft gevest waer
off tot wat plaetschen tware buijten off binnen Tilborch die gelegen sijn
mitsgaders de erffelijke goeden die naer doode die voirschreven Cornelis hunnen
grootvader sullen vervallen, oock alle actien crediten schulden gelooffden ende
andere haeffelijcke goeden die deselve Cornelis met sijnder doodt ruijmen sal,
is geaccordeert ende sijn die voirschreven Antonis met den momboir ende
toesiender voirschreven tevreden geweest dat allen deselve goeden doir den
selven Antonissen voir deene helft, ende doir den selven onmondigen nakijnderen
Peeters ende Marie in haren tweede houwelijcke verweckt voir dander helft sullen
worden gedeijlt, in vuegen dat sij innen dese goeden sullen worden gekent als of
se van eenen bedde gecomen ende geprocreert waren, desen sal die voirschreven
Peeter Marten Peeter Vrancken haere tocht of bij leven van deen helf der goeden
sijnen kijnder aengaende mogen hebben maer derffelijckheijt net de selve tochte laten ten
behoeve van sijnen
onmondigen sone voirschreven: Ende heeft die voirschreven Peter daeroppe
oversulx int geheel vertegen ten behoef desselfs sijn soons met overgeven ende
affgaen in manieren dairtoe behoirlijck ende gewoonlijck sijnde Alleenlijck dat
hij Peeter sijnen leven lanck gedurende de tochte sal behouden in seeckere
stuxken beemden van drije lopensaet, gelegen onder Gilse ende alle beemden
gecomen vanden erffgenamen Peeter Pauwels Cornelissoon dwelck naer sijn Peeters
afflijvicheijt bij den voir ende nakijnde Marie voirschreven tsamen ende bij
elcken van deene helf oock erffelijck behouden sal worden, Ende is darenboven
den voirschreven Peeteren Marten Peeter Vrancken tot vergelijckinge der
erffelijcke goeden bij hem inne sijnen houwelijck gecocht toegebrenght de somme
van hondert carolus gulden staende tot lasten van Antonis Adam Antonis Pulskens
bij schepene geloofte te betalen omme daermede te doen sijn Peeters gelieff ende
goetduncken Is oock geaccordeert ende overdragen overmits de huijsvrouwe van
Antonissen sijn vuijtgereijckt ennige kleederen ten tijde sij ten
houwelijcke is gecomen oock dat met haer is gedaen ofte gehouden een eerlijcke
bruijloft naer state waerinne men naervolgende den voirschreven testamente niet
gehouden en was, dat in ... van dijen die voirschreven Antonis, sal schuldich
sijn Peeteren sijnre huijsvrouwe halffnen broeder te onderhouden in eeten ende
drincken eenen jare gedurende innegegaen sijnde dit jaer int eerste vanden
meerte lestleden, ende eijndende int eesrte vanden marten innen desen jare 1627
eerstcomende Ende ten leste is noch voirwaerde, alsoo Peeter Marten Peeter
Vrancken met Marie sijne huijsvrouwe voirschreven ten houwelijcke gecomen
wesende ... heeft innegebracht ende dat sij mits desen aenveerde vande
haeffelijcke goeden ... is prouffiterende, oft gebeurde dat hij Peeter met sijne
tegenwoordige huijsvrouwe egeene kijnderen verweckte dat inne alsulcken gevalle
naer sijnre afflijvicheijt sijne erffgenamen aen Antonissen of sijne
nacomelingen vuijt de goeden doir hem Peeteren achter te latene sullen vuijt
reijcken de somme van drije hondert carolus gulden eens, ende dandere
overschietende goeden dat die sullen gedeijlt worden bij Peeteren sijn Peeters
onmondigen sone voirschreven. Ende ten eijnde dat dit contract in regarde van
Cornelis Peeter Jan Reijnen den voir ende nakijnde voirschreven grootvader tot
allen tijden bundich ende van waerden gehouden worden, soo heeft die vs
Cornelis alhier present wesende tselve in alles ... ende gelaudeert.
Gelovende die voirschreven Antonis, ende Peeter Marten Peeter Vrancken onder t
verbant van henne personen ende goeden ende die momboir ende toesiender
van Geriden des voirschreven Peeters onmondigen sone onder t verbant
desselfs Gerits sone goeden dit accoordt in alle poincten ende articulen naer te
gane sonder daertegens te doen off te connen in eeinger manieren date xviii
januarij 1627scabinij Bardwijck et Brock.