Peter sone wijlen Jan Jan Vrancken tseste
gedeelte ombedeijlt in alle ende iegelijcken den erffelijcken goeden naer doode
van sijnen vader ende moeder vervallen waer tusschen wiens off wat
plaetschen deselve gelegen sijn off namaels bevonden sullen worden t ware in hardden
in weecken in hoogen in drogen in diepen in legen egene daeraff vuijtgescheijden
ut dicebat legitime et hereditarie supportavit (zoals hij zeide
heeft wettelijk en erfelijk overgegeven) Joosten Daniel Adriaen Cornelis
Mutsarts met affgaen etc. et promisit super se (en belooft op zich) etc. dit
overgeven etc. ende allen commer etc. des sal die voirschreven Peter dit versterff
moeten loschen binnen twee jaren naer dato van desen te rekenen
ende middelre tijt sal hij Joost dese goeden mogen gebruijcken ende of die
voirschreven Peter in gebreke waer desen losch ten geprefereerden termijne
te doene sal die voirgenoemde Joost dit seste gedeelte mogen behouden erffelijck
als sijn eijgen goet daten et scabini ut supra (vii februarij 1630, Gilse et
Graeff).