Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1642-14-8004-66v

Op huijden dato ondergeschreven, soo sijn voor ons schepenen ondergenoemde gestaen ende gecompareert Jan sone Hendrick Denis de Beer, ende Cornelis Gerit Adriaen Smolders als momboir ende toesiender over Adriana onmondige dochter wijlen Jan Denis de Beer, met consent van Jan Cornelis Wijtmans, ende Willem Jan Peters als momboir der onmondige kijnderen wijlen Sebastiaen Jan Denis de Beer, mitsgaders Jan Marten Janssen ende Gerit Gerit Brock de jonge als momboir ende toesiender over Geriden onmondige sone Cornelis Gerit Brock verweckt vuijt wijlen Digna dochter Jan Denis de Beer voors., de welcke alhier present sijnde in tgeen nabeschreven hebben geconsenteert ende consenteren mitsdesen, ende hebben met Denis sone Jan Denis de Beer voors. over het onderhout de voors. Adriana impotente dochter geaccordeert, gelijck oock de voors. Denis bekende bekent mitsdese metten voirs. momboirs dien aengaende te sijn geaccordeert, dat de voors. Denis de voors. Adriana sijne suster sal onderhouden in cost ende dranck, wassen ende ..., sieck ende gesont, de tijt van .... ingegaen sijnde op nieuwe jaers dach 1639, alsoo .... drie jaren sij geexpireert, waervoor ende voor welcke drie vervallen jaren die vs. Denis sal ontfange naer doode ende afflijvicheijt der voors. Adriana de somme van ... eens boven de pachten vande goederen de voors. Adriana ende voors. Denis Jans vervallen ende bij hem Denis genoten ende aengaende voor het onderhouden der toecomende seven jaren sal die vs. Denis daervoor gebruijcken ... ende prouffeteren alle het jaerlijx incomen der goederen der vs. Adriana, ende daerenboven sal die vs. Denis ontfangen voor jder ... seven jaren de somme van vijftich gulden die deselve oock ... sal ontfangen naer doode ende afflivicheijt derselve Adriana inde verstande dat of de vs. Denis sijne huijsvrouwe of oock de vs Adriana voor d'expiratie vande leste seven jaren afflijvich worden, dat in sulcken gevallen dit accoordt maer sal strecken tot soo lang sij tsamen sullen leven, welcke conditien partijen condividenten alsoo beloven te voldoen, naer te gaen, ende te achtervolgen, onder verbintenisse van hunne respective personen, henne ende vs. onmondige goeden, hebbende ende vercrijgende, sonder argelist, aldus gezien ten overstaen van Adriaen Corstiaenssoon van Baerdwijck ende Willem Geritss schepenen opde viij februarij 1642.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832