Jan soone wijlen Cornelis Anthonis Hermans, alle sijn versterff, recht, ende actie van versterff, in alle ende eenen ijegelijcken de erffelijcke goederen, bij doot, ende afflijvicheijt vanden voors. Cornelis sijnen vader op hem vervallen, ende die bij doot ende afflijvicheijt van sijne moeder op hem vervallen sullen, te weeten die ghene die alhijer onder Tilburch aende Hasselt inde Langhstraet sijn gelegen, egeene van dijen erffgoederen vuijtgescheijden, ende oijck egeen andere, als refererende die voors. Jan tsijnen behoeve sijn versterff in alle derffelijcke goederen alhijer aen het Creijven gelegen, sijne moeder aengecomen bij afflijvicheijt van Peter Jacob Jan Sijmons haeren vader, ende dat naer doode van hare voors. man, soo hij seijde, legittime etc. Embrecht Cornelis Anthonis, sijnen broeder, met affgaen etc. gelovende die vs. Jan super se et omnia sua bona (op zich en al zijn goederen) dit vercoopen etc. ende allen commer van sijnen twegen sonder meer aff te doen, sulx dat die voirs. Embrecht sal moeten tsijnen last nemen, alle schulden, renten, chijnssen ende pachten, tot last van dit versterff staende, ende staet te weten dat die vs. cooper hijer van Kersmis 1646 aen sijnen broeder noch schuldich is te voldoen, ende te betalen, gelijck hij gelooft midts desen, de somme van LXXI gulden, boven de somme van LX gulden aen hem ter saecke van desen vuijtcoop alreede betaelt is, sonder argelist, dato 30 maij 1646, scabini van Gilse et Tielemans.