Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1660-14-8011-204v

Compareerde Peter Peter Michiels, ende Jan Jans de Beir sijn swager, die welcke bekenden ende verclaerden aengenomen te hebben, soo sij doen midtsdesen, Cornelis den sone wijlen Peter Michiels voors. henne broeder, ende swager respective, geheel impotent, ende met eenige lammicheijt geraect sijnde, omme den selven sijn leven lanck gedurende in cost, dranck, cleedinge ende reedeinge naer sijnen staet op te brengen ende te alimenteren den selven oock mits sijne voors. impotentie ende paralijsie soodanige assistentie, hulp, ende bijstant te bewijsen, ofte doen bewijsen sulcx hij eenichsints van noode hebben sal, ende des selfs gelegentheijt vereijschende is, ende dit voor, ende ten respecte dat d'voorn. Cornelis, aen hen ophuijden erffelijck gevest, ende opgedragen heeft, sijne selven portie, in alle ende ijegelijcke die goederen, hem van sijn ouders aenbestorven, die sij daer voor erffelijck sullen blijven behouden, niettemin, ende sonder prejudictie vandien, oft gebeurde dat d'voors. Cornelis geraect afflijvich te worden, alleen hij allen de voorgemelte goederen, ....... hadde verteert soo sijn de voors. comparanten metten anderen overcomen ende veraccordeert, dat in den gevalle, het overschot vandien, sal sijn ende blijven aende sijde waer van die gecomen sijn, te weten aende wettige erfgenamen ab intestato vande voors. Cornelis, deijlende ... gewijse die doode hant mette levende bij representatie sulcx dat, oft gebeurde d'voorn. Peter sonder wettige blijvende geboorten naer te laeten, quame te overlijden, de vrienden ofte erffgenamen van sijne huijsvrouwe, daer aen int minste niet te pretenderen sullen hebben, gelijck oock oft de huijsvrouw van d'voorn. Jan sonder wettige blijvende oir? afflijvich werdt, dat alsdan de erffgenamen vand'selve Jan, mede niet te pretenderen sullen hebben, in eeniger manieren, maer sullen in dien gevallen alle de voors. overschietende goederen alleenlijck succederen ende devolveren opde erffgenamen van d'voorn. Cornelis, de doode hant mette levende te deijlen als voor, gelovende super se et omnia sua bona allent geene voors. is, in alle sijne poincten naer te gaen ende te achtervolgen ende van waerden te houden, ende te doen houden sonder eenich wederseggen, sonder argelist, datum et scabini ut supra (xix augustij 1660, scabini Stakenborch et Baerdwijck).



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832