Jan Daniels van Beurden voor sijn selven, ende hem fort
ende sterck makende, voor sijne verdere broeders ende
zusters, heeft wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven, uijt
cracht van seeckere schriftelijcke last van Daniel sijn vader in dato
eerste oct 1688, dewelcke vermits deselfs sieckte selfs niet
compareren can, volgens de voorn gegeven last ons schepenen
vertoont, aen ende ten behoeve van Maijke Adriaen van Beurden, wed
Gerit Willem Veramelvoort, ende deselfs kinderen, soodanigh
parceel weijlant groot omtrent seven quaertier Loopensaet, gelegen
aen de Hasselt, alhier, als den voorn Daniel van Beurden op den 25
september 1688 met consent ende decreet van de heere drossaert
ende schepenen alhier heeft vercocht waer van het hooghsel op den
29 dito is uijtgegaen comende tussen erffenissen oost Jan van Gorp
de oude, zuijt de wed Laureijs van Doremael, west de straet, noort
Peter Goijaert Heerden, los ende vrij, uitgenomen etc ende heeft
etc pro ut in forma actum ut supra.
Cooppen en slagen 200 gulden voldaen met het casseren van soodanig
driehondert gulden als de voorn Daniel bij deelinge dato 23 feb
1663 aen vercoopers verplicht is.