Eijmbreght Denis Maes woonende tot Tilburgh, een huijs en twee loopen teullant aan malcanderen gelegen tot Tilborgh aande Hasselse capel, aan d'eene zijde Adriaan Denis Maas, aan d'andere zijde d'erve der kinderen Cornelis de Beer, streckende vande gemeene heijstraat metten anderen eijnde, hem aangecoomen mits doode en afflijvigheijt zijnder ouders soo men verclaarden, heeft hij, mits desen wettelijck en erffelijck vercoght Cornelis Willem Segers woonende aldaar, vanden selven cooper metten erffreght van dien te hebben ende te besitten, ende heeft den voors: vercoper t geenen voors: is den cooper opgedraagen met helmelinge vertijdenisse met manieren in dien gewoonelijck zijnde, gelovende op verbant van sijn persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende dat hij cooper vant geenen voors: is altijt behoorelijcke waarantschap sal doen, en allen commer, calangie en aantaal daar inne wesende ofte comende den vercrijger aff sal doen geheelijck, uijtgenoomen dorps lasten, commeren, ende servituijten daar toe soo van outs reght als gewoonte wegen te onderhouden staande ende gehoirende, getuijgen waaren hier over scheepenen in s'Hertogenbosch Jacob Lodewijck Sweerts de Landas, en Cornelis van Blootenburgh gegeven den derden april xvii en veertien, onder stont, in lib: Crollij, en onder aan stonde twee zegels in groenne wasse, over dach ik met een papiere ruijte
Nb. De originele acte hiervan is verleden voor schepenen in s'Hertogenbosch en later overgeschreven in Tilburg ("Boschbrieven").