Wouter en Jan Janssen Segers, Jennemaria, ende Elisabeth
desselfs meerderjarige susters cum tutoribus, Hermanus van Hoffhuijsen als in
houwelijck hebbende Geertruijd Janssen Segers, ende sig nog te samen fort en
sterck makende ende de rato caverende voor Johannes Biggen als in houwelijck
hebbende Maria Jan Segers, Willem Jan Vrancken soo voor sijn selven, ende nogh
als toesiende voogt, ende Adriaen Vrancken neffens hem oppermomboir over de nogh
vier onmondige kinderen, wijlen Jan Geerit Vrancken daer moeder van was Anneken
Peter Pessers deselve haer nogh fort ende sterck makende voor Geerard Jan
Vrancken, Johan Pessers, en Adriaen Corstiaen Pessers voor haer selven, den
voorschreve Johan Pessers nogh als momboir, en Martinus van Dijck als toesiender
over de twee onmondige kinderen wijlen Govert Pessers daer moeder aff is Maria
Reijnier Abrahams, de voors van Dijck nogh uijt naam, en sigh fort en sterck
makende voor Geerard van Gorcum als in houwelijck hebbende Ida Govert Pessers,
Adriaen Corstiaen Pessers als momboir, ende Hendrick Cleijssen als toesiender
over de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Corstiaen Pessers daer moeder van is
Anna Maria van Amelsfoirt, Antonij van Horst als momboir en Peter Pessers als
toesiender over de vijff onmondige kinderen wijlen Adriaen Jan Pessers daer
moeder aff is Maria Aert van Horst, Sr Johan Pessers nog als last ende
procuratie hebbende van Willemijna Pessers warende geassisteert met Johannes
Lijffens haren wettigen man, Jan Pessers, en Johanna Pessers bejaerde dochter
volgens procuratie daer van sijnde gepasseert voorden notaris Jan Batista
Berrevoets en getuijgen binnen Antwerpen in dato 30e augustij deses jaers 1727,
den voors Johan Pessers, en Adriaen Christiaen Pessers nog als last ende
procuratie hebbende van Peter Jan Pessers, en van Laurens desselfs broeder,
mitsgaders van Dionijs Pessers en Jacob Damen als inne houwelijck hebbende
Catalijn Peter Pessers en alsoo te samen erffgenamen van wijlen Maria Pessers
die in haer leven wedue was van wijlen Cornelis de Groot, en sulcx in gevolge
den testamente bij haer opgeregt, gemaackt ende gepasseert voor schepenen alhier
in dato negenden september 1720, de momboirs ider in hare voorschreve qualiteijt
en met consent ende decreet vande heren wethouderen alhier in dato 6e october
1727 alle op heden verthoont cedunt aen Cornelis vande Vliet een huijs
torffschop en hoff daer aen groot een loopensaet ofte etc. gestaen ende gelegen
onder dese Heerlijcheijt van Tilborgh ter plaetse aenden Westenheijcant aldaer
oost de gemeene straet, zuijd de kinderen Embregt van Bavel, west, ende noord de
wedue Laureijs Donders, Item een pareel soo weij als ackerlandt groot vijff
loopensaten ofte etc. gelegen als voor aenden Westen Heijcant oost de kinderen
Embregt van Bavel, zuijd Huijbert Smarien, west Cornelis de Roij, ende noord de
wedue Dionijs Heijcants. met nogh een parceel ackerlandt groot twee loopensaet
oft etc. gelegen als voor aenden Westenheijcant oost Huijbert Smarien, zuijd
Andries Peter Ariens, west Cornelia Heijcants ende noord de kinderen Embregt van
Bavel, dese voors huijsinge en parceelen van erve sijn belast met twaelff vaten
rogge en eenen gulden en ses stuijvers en vier penningen s'jaers aenden heer
rentmeester der Geestelijcke Goederen deses Quartiers van Oosterwijck op
Ligtemis te betalen met nogh vier stuijvers gewinchijns s'jaers aenden heer
deser Heerlijcheijt Tilborgh voorts los en vrij, uijtgenomen wegen, stegen etc.,
ende hebben etc. gelovende etc., allen verhoolen commer etc., pro ut in forma,
actum den vijff en twintigsten october seventien hondert seven en twintigh.
Cooppenn: en slagen 85
gulden voldaen.