Inden naame ons Heeren
amen,
Compareerde voor mij Johan Adriaan van Meurs openbaar
notaris bij den Ed: Mog: Rade en Leenhove van Brabant in s'Gravenhage
geadmitteert binnen de Heerlijckheijt Tilborgh resideerende, en ter presentie
vande getuijgen naargenoemt, de hr Hendrick Jan Mutsaers, en juffr. Johanna
Catarina de Rooij wettige houwelijcxe luijden woonende alhier aande Stockhasselt
mij notaris bekent, den voorn: Mutsaers sieckelijck bijt vuer sittende en de
voorn. Johanna Catarina gesont van lighaam gaande en staande; beijde haar
verstant, memorie en sinnen nog wel hebbende, en gebruijkende, soo het selve
opentlijck bleek, de welcke verclaerde overdagt te hebben, de broosheijt des
menschen leeven de seeckerheijt des doots, en de onseeckere ure van dien, hebben
daar omme met voorbedagte raat uijt haaren vrijen eijgen wille soo sij
verclaarde gemaakt geordonneert ende geslooten soo sij doen bij desen, dit hun
jegenwoordigh testament, laaste en uijtterste wille, in maniere als volgt,
Eerstelijck beveelende henne zielen soo ende wanneer die uijt henne
sterffelijcke lighamen sullen koomen te schijden, inde grondeloose
barmhertigheijt van Godt almagtig, en haare doode lighamen tot eene eerelijcke
begraeffenisse, komende voorts ter dispositie van haere tijdelijcke goederen soo
verclaeren sij testateuren uijt lieffde die sij malcanderen als egte luijden
toedragende sijn, den een den anderen den langstleevende van hen beijde over en
weder over te laten ende te maaken vrij heer en meester vrouw ofte meestersse
van alle henne gesamentlijcke na te latene goederen, nu hebbende en nog
vercrijgende, soo roerende als onroerende gout silver gemunt ende ongemunt,
actien schulden ende crediten, hoedanig die sijn, ofte genoemt kunnen worden,
niets ter werelt uijtgesondert, die de eerst afflijvige metter doot ontruijmen
ende naar laten sal, omme met alle deselve bij de langstleevende gedaan te
worden als jmant met sijn of haar vrij eijgen goederen vermag te doen, de selve
te moogen vercoopen verteeren belasten ofte beswaaren soo als het de
langstleevende van hen beijde gelieven en gelegen koomen sal, sonder tegenseggen
van jmanden, nogh oock sonder gehouden te weesen daar van te leveren eenigh de
minste staat ofte jnventaris, veel min te doen eenige reeckening ofte bewijs,
schoon de langstleevende hem, off haar weer tot anderen houwelijck quame te
begeeven, daar van den eerststervende den langstleevende is dechargeerende
mitsdesen, onder dien last nogtans, jndien sij testateuren kint off kinderen bij
den anderen quamen te verwecken op te brengen ende te alimenteeren in kost ende
dranck, kleeding ende reeding, van linnen ende wolle, de selve oock ter schoolen
te laten gaan, omme te leeren leesen ende schrijven, ende tot dien een ambagt
ofte hantwerk te laaten leeren, waar toe best nut ende bequaam bevonden sullen
worden, om hennen kost te kunnen gewinnen, tot dat de selve, als dat geval
exteert, sullen gecomen weesen tot mondige dagen, houwelijck of anderen
goeden staat en gelegentheijt, ende als dan aan dusdanig kint of kinderen uijt
te keeren, een uijtsetsel naar der selver staat of gelegentheijt, ende dat wel
in plaets van der selver legitieme portie de kinderen na regten competeerende,
stellende en nomineerende sij testateuren den een den anderen den langstleevende
van hen beijde soo als voors:, ende naar hen beijder doot inde overschietende
goederen hen beijder kint of kinderen met volle regt van institutie bij desen,
dog jngeval de langsleevende sonder wettig kint off kinderen verweckt naar te
laaten, quam te overleijden, in sulcken geval, willen en begeeren sij
testateuren, dat de overschietende goederen als dan naar doode vande
langsteleevende, sullen gepart ende gedeelt worden in twee egaale portien, te
weeten de eene helfte bij de vrinden en erffgenamen vande testateur, en de
andere helfte bij de vrinden en erffgenamen vande testtrice, en dat wel staacx
gewijse de doode hant met de leevende te deelen, jn allent welcke voors: staat,
de testateuren malcanderen verclaeren te jnstitueeren tot henne eenige en
universeele erffgenaamen, en naar hen beijder doot, henne kinderen of
erffgenamen in manieren voors: met volle regt van jnsitutie mits desen, allen't
geene voors: staat, de testateuren duijdelijck voorgeleesen sijnde, verclaerden
te weesen hen testament, laeste en uijtterste wille, 't geene begeeren dat naar
haare doot sal worden agtervolgt, stand grijpen, en sijn volcomen effect
sorteeren 't sij bij forme van testament solemneel codicil donnatie jntervivos
aut causa mortis, ofte andersints soo als het selve alderbest sal konnen
bestaan, goet ende van waarden wesen, alwaart schoon, dat hier inne ietwes mogt
sijn geommitteert, 't geene houde voor geinsereert, oock niet tegenstaande
eenige placcaten, ordonnantien locaale of municipaale regten, desen ter
contrarie, als alle de selve voor soo veel in hen is, sijn derogeerende mits
desen; aldus gedaan ende gepasseert binnen Tilborg, ten woonhuise vande
testateuren gestaan alhier aande Stockhasselt, ter presentie en ten overstaan
van Cornelis Jan Coolen en Francis Jan de Cort beijde jnwoonderen alhier, als
gelooffwaardige getuijgen hier toe versogt, die de origineele menute deser,
beneffens de testateuren en mij notaris voornt. mede hebben onderteekent heden
den drieen twintigsten maert seventien hondert negenen dartigh.
En verclaerden de testateuren, dat sij geen goederen hebben,
die leenroerig sijn aande Ed: rade en Leenhove van Brabant in
s'Hage.