In den name Godes Amen
Compareerde
voor mij Cornelis Bles Notaris openbaer bij den Ed: Mog: Rade van Brabant in
s'Gravenhage geadmitteert, binnen de Heerlijckheijt Tilborgh residerende, ter presentie van de getuijgens na genoemt
Adriaan Peter
Broeckmans, bejaart jongman, woonagtig alhier aande Stockhasselt, sieckelijck na
den lighame te bedde leggende, dog zijn verstant, memorie, en sinnen wel magtig,
en gebruijkende, soo mij notaris, ende getuijgens bij 't pasceeren dezes
blijkende was, den welcken verclaarde overdagt te hebben de seeckerheijt des
doots, en d'onsekre tijt en uure des selver, niet gairne uijt deze werelt
scheijden willende, sonder alvorens van zijne teijdelijcke goederen te hebben
gedisponeert t'gene hij verclaerde te doen bij dezen zijnen testamente laaste,
ende uijtterste wille vrij, ende onbedwongen, sonder persuatie, ofte
misleijdinge, van jmande ter werelt dog alvorens daar toe te komen recommandeert
hij testateur zijne onsterffelijcke ziele nu, en soo wanneer die uijt zijn
sterffelijcke lighaam sal komen te scheijden, in de grondeloze barmhertigheijt
van Godt Almagtig, en zijn doode lighaam de aarde ter cristelijcke
begraaffenisse, komende nu vervolgens ter dispositie van zijne teijdelijcke
goederen, soo verclaarde hij testateur, eerstelijck te legateren, soo hij
legateert bij dezen, aan Peter Wouter Verbunt zijn testateurs achterneeff, eene
huijsinge met den hoff daar agter aan in zijne hage, groot te samen een
lopensaat, gestaan en gelegen alhier aande Stockhasselt, tans bewoont wordende
bij Wijnant Donders, en sal den gelegateerde deze huijsinge met den hoff
aanveerden, eerstkomende halff april na zijns testateurs doot, en niet eerder en
zal den gelegateerde gedogen, dat den acker bij 't volgende legaat gemelt,
zijnen weg sal hebben ten zuijden langst, den hoff in dezen hier voor genoemt,
Item verclaart hij testateur te legateren, soo als hij
is doende bij dezen aan den H: Geest Armen dezer Heerlijckheijt Tilborg, een
parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar omtrent, gelegen als voor,
tenden den hoff bij 't eerste legaat gemelt, tans in huure bij Jan Gijsbert van
Iersel, aan te veerden t'oigst eerst komende, na zijns testateurs doot, en niet
eerder, en sal dezen acker wegen, ten zuijden langst den hoff bij't eerste
legaat gemelt, voorts verclaarde hij testateur alle zijne verdre goederen soo
roerende, als onroerende, erffelijcke, erffhaeffelijcke, haeffelijcke, gerede,
ende ongerede actien, schulden, en crediten, egene ter werelt uijtgesondert,
waer offte op wat plaatse gelegen, en hoe de selve ook mogte genaamt wezen, die
verclaart hij testateur te maken te gunnen, en te geven soo als hij is doende
bij dezen, aan Jan Baptist Norbart Mutsaers, nominerende, ende instituerende den
selven tot sijne eenige, ende universele erffgenaam, ende sulcx met volkomene
regten, ende titulen van institutie bij ende mits dezen,
Den testateur allent gene voors: van woorden tot woorden wel
en destincktelijck voorgelezen zijnde, verclaarde dit te wezen zijnen testamente
laaste, ende uijtterste wille, willende ende begerende dat het selve alzoo na
zijne doot prezieselijck sal werden agtervolgt stant grijpen, en zijn volkomen
effekt sorteren, 't zij als testatment codicil gifte ter saecke des doots offte
onder den levenden soo ende gelijck jmants testament op't bundigsten zoude
konnen ende mogen bestaan, goet, en van waarden wezen, niet jegenstaande eenige
placaten ordonnantien, locale ofte municipale, regten ter contrarie, die den
testateur voor soo veel in zijne magt, is derogerende ende te niet doende bij
dezen, ook niet jegenstaande alle solemniteijten na regten gerequireert, en
nogtans in dezen geobmutteert?, die versoeckt den testateur dat mogen gehouden worden voor geinsereert,
Aldus gedaan, ende gepasseert
binnen deze Heerlijckheijt Tilborg voort sieckbedde van den testateur, voor ende
ten overstaan van Jan Melis, en Jan Gijsbert van Iersel als getuijgens hier toe
versogt die etc. heden den negen en twintigsten junij seventien hondert seven en
vijfftig.