Johannes van den Berg als in huwelijck hebbende
Geertruijdt Hendrik Pullens cedit aan Peter van den Berg een half huijs
bestaande, in keuken, kamer, en kelder aan den noorden kant, scheijdende op de
graat van de schouw, met het gebruijk en onderhout van den put voor d'eene
helft, en den hof aan den noorden kant, en verder aangelag groot te saamen twee
loopensaten ofte etc. gestaan en gelegen binnen deese Heerlijckheijt Tilborg ter
plaatse den Westen Heijkant, aldaar aan't Goirken aldaar oost de straat, zuijt
Sijmon Hubertus, west eenen voetpat en noord Cornelis van Alphen,
Belast met eenen stuijver veertien penningen chijns s'jaars
aanden Ed: heer alhier voorts los en vrij uijtgenoomen wegen stegen etc. ende
heeft etc. gelovende etc. en allen verhoolen commer etc. pro ut in forma, actum
den tienden december seventien hondert twee en sestigh.
Cooppenningen 100 guldens
voldaan.