Schiftingh,
scheijdingh, ende deijlinge tussen Hendricus, Waltherus, en Maria Adriana
Mutzaerts, mitsgaders Jan Baptist Francken weduwenaar en testamentaire
erffgenaam wijlen Anna Maria Mutzaerts, die mede heeft beleeft den sterfdag van
wijlen de heer Waltherus Mutzaerts in leven medicine docter alhier en juffrou
Anna Joseph Ghenne henne respective ouders zaligers, en zulcx over den boedel en
nalatenschap van wijlen de selve henne ouders,
Overmits de welke soo is Hendricus Mutzaerts bij
onderhandsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alsoo voor zijne portie hebbe
behoude, ende erffelijk blijve possidere Eerstelijk eene boere huijsinge
met schuur, stal, schop, hoff, en aangelegen acker en weijlant groot te
samen agt lopensaten offte daar ontrent, gestaan, en gelegen binnen deese
Heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aan de Reijt, aldaar oost Jan Vermeer, zuijt
het volgende parceel, west Adriaan de Roij, en noort Mattijs Bacx,
Item een parceel ackerlant groot twaalf lopensaten ofte
daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost juffr Maria van Dal, zuijt de
erfgenamen van Adriaan Smulders, west den gemijnen mistwegt, en noort het
vorige parceel,
Item een parceel ackerlant groot vier en drie
quartier lopensaten offte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost Jan
Anthonij Segers, zuijt de kinderen Aert Reijnen, west de kinderen J: de Jong en noort den
mestwegt,
Item een parceel weijlant groot drie
lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse den Berkdijk aldaar
oost het onmondig kint Willem Mutsaers, zuijt Nicolaas Delchambre, west de
gemijne straat, en noort Jacobus Hoecken,
Item een
parceel beemde groot vier lopensaten, ofte daar ontrent gelegen als voor aan de
Driehuijsen, aldaar oost Arnoldus Piggen, zuijt de Leij, west Peter Wouter van Beurden, en noort
Christiaan Swagemakers,
Item een
parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor aan
de Velthoven, aldaar oost den gemeijnen wegt, zuijt den tweede condivident west den H: Geest Armen alhier,
en noort Jan Verassen,
Item
een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor
ter plaatse genaamt den Quaden Hoek aldaar oost Jan van den Berg, zuijt en west
de heer Johan Adriaan van Meurs, en noort Jacobus Lombaers,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar
ontrent gelegen als voor ter plaatse genaamt de Logt, aldaar oost Mighiel
Pijnenborg, zuijt de weduwe Nicolaas Kuijstens, west de Baan, en noort Francis Heerders,
Item een parceel schaarbosch groot tien
lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor ter plaatse op de Rouwbraken
aldaar oost Jan Adriaan Baasten, zuijt den vierden condivident in deese, west de
Baan, en noort Jacobus Lombaers,
Item een parceel
schaarbosch groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen onder den Udenhout,
aldaar oost Aart Wolfs, zuijt den Prince van Sulsbag, west
de weduwe Adriaan van Oerle, en noort de gemijne wegt,
Item een parceel
schaarbosch groot twee lopensaten ofte daar ontrent gelegen onder Goirle, aldaar
oost den gemeijne wegt, zuijt Jan Segers, west Adriaan Pessers, en
noort ...,
Belast met vier stuijvers twaalf penningen chijns jaars aan
den Ed: Heer alhier, Item met eenen gulde tien stuijvers s'jaars aan den H:
Geest Armen alhier, voorts alle los ende vrij uijtgenomen wegen, stegen,
schouwen waterlaten ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van
outs,
En sal dit loth in vergelijk van caveling uijt
den gemenen boedel proffiteren en geniten eene somme van drie hondert guldens, in
contante gelde,
Overmits de
welke soo is Waltherus Mutzaerts bij onderhantsche lotinge ten deele bevalle,
ende sal alsoo voor zijne portie hebbe, behoude, ende erffelijk blijve
possideren Eerstelijk eene huijsinge met agterhuijs, stallinge, schuur, hoff,
boomgaardt, en aangelege acker en weijlant groot te samen tien lopensaten ofte
daar ontrent gestaan, en gelege binnen deese heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse
aan de Velthove, aldaar oost Mighiel Peijnenborg, zuijt de straat, west Jan
Dondes, en noort de kerk wegt,
Item ... parceelen lant
aan elkanderen groot te samen twintig lopensaten ofte daar ontrent gelegen als
voor aldaar oost den heere deses heerlijkhijdt cum suis, zuijt de kerk pat, west
Adriaan van Reut, en noort den heere deser heerlijkhijdt,
Item een parceeltie ackerlant groot een en een half
lopensaat ofte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost de kerk wegt, zuijt
Barent Mutsaers, west de straat, en noort Adriaan de
Reut,
Item een parceeltie ackerlant groot een en een half
lopensaat ofte daar ontrent gelegen als voor aldaar oost en zuijt Adriaan
Bruers, west het volgende parceel, en noort Laurens Smarien,
Item een parceel acker en weijlant genaamt de Bogt groot
ses lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost het vorige
parceel, zuijt en west Mighiel Pijnenborg,
en noort de erfgenamen van Pitronella Colen,
Item een parceel weijde groot twee lopensaten
ofte daar ontrent, gelegen als voor aldaar oost den eerste condivident in deese
zuijt Adriaan Bruers, west de straat, en noort den vierden condivident in deese,
Item een parceel weij en bosch groot te same vier
lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor op't Konincxvoort, aldaar oost
Jacobus Hoecken, zuijt de waterlaat, west de heer Johan
Adriaan van Meurs en de Baan, en noort Johannes van Boven,
Item een parceeltie
ackerlant groot een en een halff loopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor
aan den Hogendries, aldaar oost Gerart van Hooff, zuijt en west den H: Geest
Armen alhier, en noort Peter Hoevenaers,
Item een
parceel moer en uijtgesteke putten groot vier lopensaten ofte daar ontrent,
gelegen als voor in de Koeweijden, aldaar oost en noort de Leij, zuijt
Adriaan de Roij, en west de Lantscheijding,
Item een parceel
uijtgestoke bleckeling velt groot vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als
voor aan de Koeweijden, aldaar oost ... west den H: Geest Armen alhier, zuijt de
Leij en noort de gemeente,
Item een parceel uijtgestoke
moerputten groot twee lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor in de Oude
Nieuw Velden aldaar oost de gemeente, zuijt Adriaan Maas, west de Langendijk, en noort
Jan Scheerders,
Item een parceel moer en
uijtgesteke putten groot twee lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als
voor aan den Oude Draijboom, aldaar oost de Leij, zuijt Peter de Roij, west ... en noort Peter
vande Megdenberg,
Item een parceel
uijtgestoke putten groot vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als
voor in de Corte Dalems aldaar oost het Sant Dijksken, zuijt de erfgenamen
Jan Pessers,
west ... en noort Jan de Beer,
En is de
voorn: huijsinge en erve belast met een en een halve stuijver chijns s'jaars te
betalen tot Oosterwijk op
St. Stevens dag aan den heer van der Velde,
Item met ses stuijvers s'jaars aan den H: Geest Armen
alhier, voorts alle los ende vrij uijtgenomen wegen stegen, schouwen waterlaten
ende alle andre nabuerlijke regten te
onderhouden als van outs,
En sal dit lot in vergelijk van caveling uijt den gemenen
boedel proffiteren en geniten de somme van 300 gulden in contante gelde daar en
tegen sal hij aan den vierde condivident in deese uijtkeren en voldoen de somme
van ses hondert gulden en aan de derde condividente de somme van een hondert
guldens, en zulks mede in vergelijk van caveling aan welcke beijde uijtkeringe
bij't passeere deses is
voldaan,
Overmits de welke soo is Maria Adriana Mutzaerts bij
onderhantsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alsoo voor hare
portie hebbe, behoude, ende erffelijk blijve possidere
Eerstelijk de
helffte gemeen en onbedeelt in een stuk hoijlant waar van de wederhelffte
competeert aan Juffr. Sofia Molegraaff en de heer Laurentius Verster groot int
geheel negen geerden, gelegen onder Capelle in Zuijt Hollant, aldaar oost het
dorp van Capelle voors: west de Diaconij van Schravemoer, voorts streckende van
Capelle aff noortwaarts op tot den wal van den scheijsloot toe,
Item een parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar
ontrent, gelegen binnen deese heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aan de Velthove,
aldaar oost Adriaan Bruers, zuijt de straat, west Jan Baptist Verassen, en noort Johanna Denijs Smulders,
Item een parceel ackerlant groot
drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse Corvel
aldaar oost Jan van Boven, zuijt Hendrik van Iersel, west Tieleman van Oerle, en
noort de kinderen van Bastiaan Verhoeven,
Item een
parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als
voor aan de Stokhasselt, aldaar oost en west Daniel Cornelis Mutsaers,
zuijt de kinderen Norbart Mutsaers, en noort den derde
condivident,
Item een parceel lant en weijde groot seven lopensaat ofte
daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost de kinderen Norbart Mutsaers, zuijt
de weduwe Laurijs Hensen, west Peter Mattijs Philipse, en noort Jan van Laerhoven,
Item een parceel ackerlant groot drie
lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Jan Govert Jansen,
zuijt en noort Jacobus van Iersel, en west de kinderen Peter Lemans,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar
ontrent, gelegen als voor, aldaar oost den tweede condivident in deese, zuijt
Daniel Mutzaerts west de kinderen van Norbart Mutsaers, en noort Jenneke Mighiel Leijten,
Item een parceeltie lant groot een lopensaat
ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Mighiel van Spaandoncq, zuijt
..., west Cornelis Colen, en noort Cristiaan Swagemakers,
Item een parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar
ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Peter van der Loo, zuijt Thomas van
Erven, west Francis Colen, en noort de straat,
Item eene
schepene gelofte groot in capitael drie hondert guldens, staande ten intresse
tot drie per cento gelooft bij Cornelis Hendrik Pullens aan wijle der
condividenten vader zaliger, volgens schepene brieve daar van zijnde in dato
agtiende meij seventien hondert twee en sestigh.
En zijn
de voors: goederen belast met twee stuijvers vier penningen schijns s'jaars aan
de conventualen van Tongerlo, voorts alle los en vrij uijtgenomen wegen stegen
schouwen, waterlaten, ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van
outs,
En sal dit loth in vergelijk van cavelinge geniten
en proffiteren van den tweeden condivident in deese eene somme van een hondert
guldens, die bij 't verleijde deeser zijn voldaan,
Overmits de welke soo is Jan Baptist Franke als weduwenaar
en testamentaire erffgenaam wijlen Anna Maria Mutzaerts bij onderhantsche
lotinge ten deele bevalle, ende sal alzoo voor zijne portie hebbe behoude en
erffelijk blijve possideere Eerstelijk eene boere huijsinge schuur, schop, en
aangelege erve groot te same circa vier a vijff en twintig lopensaten, gestaan
en gelege binne deese Heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aande Postelstraat,
aldaar oost de gemene straat, zuijt Jan Jacobs, west Jacob: Hoeken en Mattijs
Backhuijsen, en noort de gemene heijde,
Item een parceel
ackerlant groot ses en een halff lopens: ofte daar ontrent, gelegen als voor,
aldaar oost de gemene straat, zuijt en noort Nicolaas Borgers, en west een
straatje,
Item een parceeltie lant genaamt den Molenacker
groot een en drie quartier lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor
t'eijnde de Stockhasselt, aldaar oost en zuijt de straat, west Adriaan de Wit,
en noort Cornelis Jan Colen,
Item een parceeltie
ackerlant groot een en drie quartier lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als
voor, aldaar aan de Postelstraat, oost Jacobus de Beer, zuijt de waterlaat, west Nicolaas
Borgers, en noort Jan Beens,
Item een
parceeltie weijlant groot circa een lopensaat gelegen als voor aldaar oost de
gemene straat, zuijt Adriaan van Gorp, west Jacobus Hoeken, en noort Nicolaas Borgers,
Item een parceel acker en weijlant groot drie en
een halff lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor aen de Hasselt, aldaar
oost Gerart Swagemakers, zuijt de gemene straat, west en noort Peter Reijnen,
Item een parceeltie weijde groot een lopensaat ofte daar
ontrent gelegen als voor aan de Velthove aldaar oost den eerste condivident,
zuijt den tweede condivident, west Barent Mutsaers, en noort Mighiel Pijnenborg,
Item een parceel soo bosch als weijde groot
samen tien lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor op de Raubraken,
aldaar oost Jan Adriaan Baasten, zuijt Jan van den Berg, west de gemene straat, en noort den eersten
condivident,
Item een parceel weijde
groot vier lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor int Goerkens straatje
aldaar oost de straat, zuijt den Heere deser Heerlijkhijdt, west Jacobus de Beer
en noort de kinderen
Peter Hensen,
Alle de voors:
goederen zijn los ende vrij uijtgenomen wegen, stegen, schouwen, waterlaten,
ende alle andre nabuerlijke regten
te onderhouden als van outs,
Ende sal dit lot in vergelijk van caveling uijt de gemene
boedel proffiteere en genite de somme van drie hondert guldens, als mede van den
tweede condivident eene somme van ses hondert guldens die bij 't verleijde
deeser sijn voldaan, en daar en boven sal hij condivident al nog proffiteren
alle sodanige nog ten agterstaande huure en pagte als Gerart de Cocq aan wijle
der condividenten vader zaliger wegens huure en pagte van de steede aan de
Postelstraat nog verschuldigt is, dat sal staan te inne ten laste van den
condivident, blijvende met te min de huure en pagte over dit lopende jaar 1763
gereserveert, als hier naar sal worde gezegt,
Aldus bij ons ondergetekende Hendricus, Waltherus, en Maria
Adriana Mutzaers, mitsgaders Jan Baptist Franke geschift, gescheijden, en
gedeijlt de successie en nalatenschap van wijlen onse ouders zaligers
voorgenoemt, en zulcx in voegen en manieren als voors: staat, verclarende mits
dien hier mede genoegen te nemen, en alle de voors: goederen te houden voor
gedeijlt, sonder iets verders uijt dien hooffde int gemijn te houden dan alleen
uijtgesondert de goederen die gelegen zijn buijten het territoir van deesen
staat herkomstig van wijlen des condividenten moeder zaliger, die welke blijven
onverdeelt over zulcx beloven wij condividenten malkanderen om geen andere
deijling moeijlijk te valle, nog te gedogen dat zulcx gedaan sal worden in regten off daar buijten, nog in eeniger manieren,
En is
tussen ons condividenten veraccordeert dat een jder zijn aanbedeelde sal
aanvaarden te weten de huijsingen met halff april des toekomende jaars 1764, de
ackerlanden met deesen oigst 1763 en de weijde Ste Marten eerstkomende,
uijtgenome de huijsinge landen en weije die bij wijle der condividenten vader
zaliger bij zijn overleijde in eijge gebruijk waren die sullen van nu aff aan
kome en moge aanvaart worden, en dat
alle met de lasten van den jare 1764.
Blijvende alle lasten voor en nadelige schulden, huuren, en
pagten, met en over dese jare 1763 voor gemeen voor
en nadeel tussen ons condividenten te verdelen.
Wijders is geconditioneert
dat allen verholen commer, calangie ofte aantaal die men namaals mogte bevinde
dat d'een of d'anders aanbedeelde subject waar, des men nu niet weet, dat wij
die elkanderen sullen helpen affdoen sonder arg ofte list, ook verclaren wij dat
hier onder deese verdijlde goederen gene zijn, die leenroerig benne aan den
Leenhove van Brabandt in s'Hage voor soo veel ons
bekent is,
Tot presiese naarkominge van allent gene voors: verclaren
wij condividenten te verbinden onse perzoonen ende goederen present en
toekomende gene uijtgesondert, de selve stellende ten bedwangen als na regten,
wij verclaren ons te onderwerpen aan de willige condemnatie van den Ed: Mog:
Rade en Leenhove van Brabant in s'Gravenhage, te vrede zijnde ons in den
inhoude deeser vrijwillig te doen, en late condemneren, daar toe
onwederroepelijk constituerende de aldaar postulerende procureurs die copie
deeser sal worde overhandigt soo om de condemnatie te versoeken als omme
daar inne te consenteren, respective,
En op dat wij, onse
naarkomelingen, ooren, ende erve, namaals zelver zijn van dit ons
instrument van deijlinge soo willen en begeren wij dat de selve sal berusten ten
comptoire van den notaris Cornelis Bles residerende alhier in Tilborg, met
versoek en authorisatie op den selve notaris om bij hem daar uijt gemaakt
en gedepescheert te worde alle sulke copijen als gevolge de ordonnantie van't
zegel wert gerequireert waar toe wij hem authoriseren bij deesen,
In oirkonde der waarhijd hebben wij condividenten deese
eijgenhandig onderteijkent, ter presentie ende bijweese van de mede
onderteijkende den procureur Marcellus Mastenbroek en Gerart van de Pas die wij
als getuijgens daar toe hebben versogt heden in Tilborg deesen tweeden september
seventien hondert drie en sestig.