Menu

Akten Notarieel Archief Tilburg

Akte R-1770-115-95-92

Compareerde voor mij Cornelis Bles notaris openbaar bij den Edele Mog: Rade en Souverijnen Leenhove van Brabandt in s'Gravenhage geadmitteert binnen de Heerlijkheijt Tilborg resideerende, en ter presentie van de nagenoemde getuijgens, Norbertus Jacobus de Beer woonagtig alhier, Jan Huijbert Smarien woonagtig te Goirle, en Peter Bastiaan van Gestel woonagtig alhier, ter eenre, en d'heer Pieter Gerard Hensen meede woonagtig alhier, ter andre zeijde, welke comparanten ter eenre, verclaarde verkogt te hebben gelijk zij verkoopen bij deesen, aan den comparant ter andre zeijde die verclaarde gekogt te hebben en bij deesen in coop te accepteeren een parceel ackerlandt groot ses L ofte daar omtrent, gelegen alhier onder Tilborg ter plaatse de Stockhasselt aldaar oost eenen voetpat, zuijt Peter van Spaandonk west de straat, en noord eenen ackerwegt los en vrij uijtgenoomen wegen stegen schouwen watrlaten, en alle andere nabuurlijcke regten te onderhouden leijden en gedogen als van ouds, ende dat omme en voor eene somme van seven hondert en vijf en twintig guldens vrij geldt,
De betalinge en verdere conditie hier babeschreven volgende.
In den eersten is geconditioneert dat de eijgendom vant voors parceel ackerland aan de cooper sal overgaan bij de vest, die geschieden sal volgens wetten van den lande.
Voorders is besprooken dat den cooper sal leijden en gedoogen dat de jegenwoordige huurderesse de weduwe Jan Cleijsen dit parceel sal gebruijcken labeuren besaijen, en maijen tot t'oigst des toekomende jaars 1700 een en seventig wanneer den cooper het selve sal aanveerden en daar mede doen, en handelen als vrij en eijgen goet
Den cooper sal de voors. zijne uijtgeloofde cooppenningen ter somme van seven hondert vijf en twintig gudens aan de respective verkopers of haare actie verkregen hebbende ider een gelijck derde deel daar van, opleggen ende betalen, niet eerder dan na doode van Jacobus Willem de Beer en desselfs jegenwoordige huijsvrouwe Pitronella Adam Jansen de Jong; mits dat den cooper daar en tegens sal schuldig en verbonden zijn omme alle jaaren aan even gemelde Jacobus Willem de Beer en Pitronella Adam Janse de Jong gedurende haar beijder leven lang, en langer niet, uijt te keeren en te leveren de quantiteijt van vier en dartig vaten rogge, goet leverbaar cooren, waar van de eerste leverantie sal moeten geschieden tussen Kerssemis en Ligtemis na den oogst des jaars 1700 twee ende seventig, onder conditie nogtans dat meergemelde Jacobus Willem de Beer, en Pitronella Adam Janse de Jong telkens bij die leverantie aan hem cooper de jaarlijcxe s'lands en dorps verpondingen welke voors: parceel jaarlijcx sal verschuldigt worden,
En aan belang ende het laatste jaar wanneer de langstlevende der voors: twee egtgenoten sal komen te overleijden, wanneer als voorgesegt, den cooper de coopsomme sal moeten opschieten en betalen, over dat jaar sal hij cooper de vier en dartig vaten rogge aan de verkopers, gelijk zij verkopers ook aan den cooper de jaarlijcxe lasten over ende weder elkanderen sullen refundeeren ende goet doen na rato des tijds,
Eijndelijck is geconditioneert dat alle de onkosten over t schrijven en passeeren deses, de veste, veertigsten penning of den aankleeve van dien, sullen staan ten lasten van den cooper,
En verclaarden de comparanten ter eenre als verkopers onwederroepelijck te constitueeren en volmagtig te maken den eersten en alle andere toonders van de grosse deeser, omme te compareeren voor wet en competenten des behoort, en aldaar den voornoemde cooper in't voors: parceel landt te goeden vesten ende erve, met afgaan ende vertijden gelijk men vast ende erffelijke goederen gewoonlijk is te transporteren ende over te geven,
Belovende zij comparanten wederseijts allent geene voors: staat en t gunt cragte deser sal worden gedaan en verrigt, altijt te sullen houden en doen houden, voor goet, vast, bondig, en van waarden, sonder eenig wederseggen, onder verband van haare persoonen, ende goederen, present ende toekomende geen uijtgesondert stellende deselve ten bedwange, en subjectie als na regten,
Aldus gedaan ende gepasseert binnen de Heerlijckheijt Tilborg ter presentie en overstaan van Johan Adriaan van Meurs, en Jan Janse de Jong, beijde woonende alhier, als getuijgen hier toe versogt die etc. heeden den vijftienden augustij 1700 seventig.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832