Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1770-14-8113-58v

Kennelijk zij dat voor etc. zijn gekoomen ende gecompareert Jan Laurens Henssen, Peter Laurens Hensen, Sr. Peter Gerard Henssen als momboir en Francis Daniel Mutsaars als toeziender over de twee minderjarige kinderen van wijlen Gerard Laurens Henssen, daar moeder van is Johanna Daniel Mutsaars, dewelke verclaarden met elkanderen aangegaan ende gemaakt te hebben eene erffscheijdinge ende deijlinge van de nabeschreve erffgoederen en gelden naargelaten bij Laurens Gerard Henssen en Jenneken Peter van Boxtel, ende zij geweeten dat deese verdeeling is geschied bij het leven van voorn: Gerard Laurens Henssen, dog vermits de ziekte van voorn: Gerard Laurens Henssen, die daar op ook is komen te overlijden, zoo is deselve niet konnen werden gepasseert, en werd deselve als nu gesolemniseert.

Overmits dewelke soo is Jan Laurens Henssen, bij lootinge ten deelen bevallen en sal alsoo voor zijne portie hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren, een parceel ackerland groot drie loopensaaten ofte daar ontrent, gelegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Stokhasselt aldaar oost Jan Henssen, zuijd Peter Henssen, west Christiaan Swagemakers, en noord de kinderen Bastiaan Crielaers. Belast met seven penningen chijns s'jaars aan de conventuale van Tongerloo, voorts los en vrij.
En sal dit loth in vergelijk van caveling trecken van Peter Laurens Henssen, tweede condivident in deesen, eene somme van drie hondert guldens, die aan den selven zijn voldaan.

Overmits dewelke soo is Peter Laurens Henssen, bij etc, eerstelijk een huijs, schuur, schop, en aangelege erve, groot samen seven L ofte etc. gestaan en gelegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Stokhasselt, aldaar oost Hermanus Hutten, zuijd den H: Geest Armen alhier, west de straat, en noord Peter Gerard Henssen. Belast met vijff gulden twaalff stuijvers en agt penningen s'jaars aan't comptoir van den heer rentmeester A: Verster te s'Bosch, voorts los en vrij.
Item een parceel ackerland groot drie L ofte etc., gelegen als voor, ter plaatse de Stokhasselt aldaar oost de gemeene straat, zuijd den H: Geest Armen alhier, west en noord Peter Gerard Henssen los en vrij.
Item een parceel weijde groot ses L ofte etc. gelegen als voor, ter plaatse de Stokhasselt, aldaar oost Jan Govert Jansen, zuijd den H: Geest Armen alhier, west de gemeene straat, en noord de kinderen Norbart Mutsaars, los en vrij,
Item een parceel weijde groot vier L ofte etc., gelegen als voor, ter plaatse de Stokhasselt, aldaar oost en zuijd Peter Laurens Henssen, west de straat, en noord de kinderen Norbart Mutsaars, en Peter Gerard Henssen, los en vrij,
En sal dit loth in vergelijk van caveling moeten uijtkeeren aan Jan Laurens Henssen, eerste condivident in deesen eene somme van driehondert guldens, die aan denselven zijn voldaan.
Item sal dit loth in vergelijk van caveling nog moeten uijtkeeren aan de condividenten van 't derde loth in deesen eene somme van driehondert guldens die reets sijn voldaan aan Gerard Laurens Henssen bij desselfs leven.

Overmits dewelke soo zijn de twee minderjarige kinderen van wijlen Gerard Laurens Henssen, daar moeder van is Johanna Daniel Mutsaars, bij etc. eene somme van tweehondert vijfftig guldens ende sulx uijt de boedel en nalatenschap van voorn: Laurens Gerart Henssen, en Jenneken van Bocxtel.
Ende sal dit loth in vergelijk van caveling trecken van Peter Laurens Henssen, tweede condivident in deesen eene somme van driehondert guldens, welke somme van driehondert guldens reets bij 't leven van voorn: nu wijlen Gerard Laurens Henssen aan denselven sijn voldaan; door voorn: Peter Laurens Henssen, gelijk den selven nu wijlen Gerard Laurens Henssen meede bij sijn leven heeft genooten de voorgenoemde tweehondert vijfftig guldens uijt de gemelde boedel en nalatenschap van voorn: Laurens Gerard Henssen, en Jenneken van Bocxtel.

Voorts is tusschen de voorn: parthijen condividenten wel expresselijk geconditioneert ende ondersprooken dat ider zijn aanbedeelde sal aanvaarden van stonden aan met de lasten renten en chijnsen van deesen jaare 1700 seventigh en verder dat ider op sijn aangecavelde deel ende loth sal moeten gedoogen ende onderhouden alle wegen etc., ende hebben etc., gelovende etc., en allen verholen commer etc., pro ut in forma.
Ende verclaaren de condividenten hier onder geene leenen te zijn aan den Edelen Rade en Leenhove van Braband in s'Hage.
Aldus gedaan ende gepasseert voor ende ten overstaan van etc. actum den twaalffden meij 1700 seventigh.


Zoeken in website: De Hasselt voor 1832