Johannes Norbart Mutsaers cedit aan Adriaan Huijbert
Zegers eene huijsinge en hoff groot omtrent een en een halff loopensaat gestaan
en geleegen alhier te Tilborg ter plaatse de Stokhasselt, aldaar oost de gemeene
straat, west Laurens van der Schoot, suijd juffrouw Maria Mutsaerts, en noord Adriaan de Kock
Los en vrij uitgenomen weegen etc. ende
heeft etc. gelovende etc. en allen verhoolen commer etc. pro ut in forma zijnde
voors: huijsinge geen leen aenden Ed:
Rade van Braband zo den verkoper verclaerde
En word door den verkoper zo ten zijnen
behoeven als ten behoeven van zijne suster Jenne Maria Norbart Mutsaers
gereserveert geduurende hunnen beijder leeven de vrije inwooning in de kamer
kelder en goot en een reep van den hoff zo als is afgebakent, ook met magt om
die aan anderen te moogen verhuuren en daar van de baten en proffijten te
genieten, en zal den koper daar en boven gehouden zijn den verkoper en zijn
suster 's winters te gedoogen aan sijnen haart en hun mede van vuur en ligt te
laten profiteeren, en nog s'jaarlijx voor de verkoper en sijn suster moeten steeken drie karren
torf.
Welke inwooning en het geene
daer aan verder dependeert door heeren drossart schepenen en secretaris op den
eed in den aanvang onser respective ampten gedaan gecalculeert zijnde samen op
agt jaaren levens als zijnde den verkoper een en sestig en zijn suster sestig
jaaren, is getauxeert op tagtigh gulden.
Actum den
tienden september xvii een en taghtigh.
Cooppenningen f 350 gulden
voldaan.