Kont en kennelijck zij eenen
iegelijcken dat voor etc. zijn gekoomen en gecompareert Pieter Hendrik van
Gool als in huwelijk hebbende Anna Maria Jansens en Jan Nicolaas
Couwenberg als in huwelijk hebbende Engelina Jan Jansens, dewelken te
saamen hebben gedaan en gemaakt deeze navolgende erfscheijdinge en
erfdeijlingen der goederen hun aangekomen van wijlen hunne ouders Jan
Jansens en Catharina Willem de Beer,
Overmits dewelke zo is Pieter
Hendrik van Gool als in huwelijk hebbende Anna Maria Jansens te deel
gevallen en zal alzo voor zijne portie hebben, behouden en erffelijk
blijven possedeeren, eerstelijk eene huijzinge bestaande in twee wooningen
met schuur, schop en hoff groot twee lopensaat ofte etc. gestaan en
geleegen alhier onder Tilborg ter plaatse de Hasselt aldaar oost de
straat, noord de waterloop, west Johannes de Beer en zuijd de straat, item
een parceel akkerland groot drie en een half lopensaat ofte etc. geleegen
als voor, aldaar oost de straat, noort Johannes de Beer, west Francis
Pieter Reijnen en zuijd Cornelis de Beer, item een parceel heijveld groot
zeven lopensaat ofte etc. geleegen als voor ter plaatse de Oude Nieuwe
Velden, aldaar oost Jan van Iersel, noord de gemeente, west de kinderen
van Cornelis van Oerle en zuijd den dijck, Item een parceel moerveld groot
zes lopensaat ofte etc. geleegen als voor ter plaatse de Elf Bunders,
aldaar oost Adriaan Snellen, noord Wouter van Ierssel, west jufrouw de
Meij en zuijd Johannes de Beer, belast met 1/3 in 10 stuivers 12 penningen
in eenen meerdere chijns jaarlijks te betaalen aan de ed. heer alhier,
item en laastelijk de helft in een parceel weijde, groot zeven lopensaat
ofte etc. scheijdende op de middelsloot ten zuijden, geleegen als voor ter
plaatse de Hasselt oost de kinderen Jan Klijsen, noort Jan Nicolaas
Couwenberg, west de H. Geest Armen alhier en zuijd een mestweg, en zal den
verkrijger van deezes lots moeten gedoogen dat den verkrijger van 't
tweede lot zal weegen over zijn aandeel in de zeeven lopense weijde
hierboven omschreven, de bovenstaande parceelen zijn allen belast met de
helft onbedeeld in een scheepen gelofte groot twee honderd guldens waarvan
houder is Jan Adriaan Maas,
Overmits dewelke zo is Jan
Nicolaas Couwenberg als in huwelijk hebbende Engelina Jan Jansens te deel
gevallen en zal alzo voor zijne portie hebben, behouden en erffelijk
blijven possedeeren, eerstelijk een half huijs bestaande in twee woningen,
schop en hoff groot een lopensaat ofte etc. gestaan en geleegen alhier
onder Tilborg ter plaatse de Hasselt aldaar oost een mestweg, noord
den waterloop, west Jan Zegers en zuijd de straat, belast met agt vaaten
rog aan den H. Geest Armen alhier jaarlijks, belast met 4 penningen chijns
jaarlijks aan de gezworens alhier, item een parceel akkerland groot drie
lopensaat ofte etc. geleegen als voor aan de Hasselt, oost de H. Geest
Armen alhier, noord de kinderen Adriaan de Rooij, west Jan Maas en zuijd
een mestweg, item een parceel akkerland groot vijf lopensaat ofte etc.
geleegen als voor aan de Hasselt, oost de straat, noord Adriaan Peeter
Beeris, west Jan Beeris en zuijd Francis Beeris, item een parceel heijbodem
groot zeven lopensaat ofte etc. geleegen onder Loon op Zand, aldaar oost
Cornelis de Beer, noord Adriaan Leijten, zuijd de gemeente, west ...,
belast met 1/2 in 6 penningen chijns jaarlijks aan den Heer te Loon op
Zand, item en laastelijk de helft in een parceel weijde groot zeven
lopensaat ofte etc. scheijdende op den middelsloot ten noorden geleegen
onder Tilborg ter plaatse de Hasselt, oost de kinderen Jan Klijsen, noord
Pieter Pessers, west de kinderen Adriaan de Rooij, zuijd Peeter Hendrik
van Gool, en zal de verkrijger deezes lots het recht van weegen hebben
over de wederhelfte van het bovenstaande parceel, zijnde de voorsz
goederen te saamen belast met de helf onbedeeld in een scheepen gelofte
groot in het geheel twee honderd guldens waar van houder is Jan Adriaan
Maas, de lasten van deezen lopende jaare zullen uijt den gemeenen boedel
worden aan en bij betaald daarentegen moeten de vrugten der landerije ook
in den gemeene boedel komen,
Voorts is tusschen parthijen
condividenten wel expresselijk geconditioneerd en ondersprooken dat ieder
zijn aanbedeelde zal aanvaarden van stonden af aan met de lasten, chijnsn
van den jaren 1787, en wijders dat ieder op zijn aangekavelde deel en lot
zal moeten gedoogen en onderhouden, alle weegen etc. ende hebben etc.
geloovende etc. pro ut in forma, en verklaaren de condividenten dat onder
de voors goederen geen leenen zijn aan den ed. Rade en Leenhove van
Braband en Lande van Overmaze in 's Hage, actum den vijftienden meij 1700
zesentagtigh voor en ten overstaan van etc.