Kont en kennelijk zij eenen iegelijken dat voor etc. zijn gekomen en gecompareerd Rumoldus Leijten als in huwelijk hebbende Huberta Hendrik van Gool en Pieter Hendrik van Gool dewelken te zaamen hebben gedaan en gemaakt deeze navolgende erfscheijdinge en erfdeijlinge der goederen hen aangekomen van wijlen hunnen ouderen Hendrik Daniel van Gool en Johanna van Groenendaal,
Overmits de welke zo is Rumoldus Leijten als in huwelijk hebbende Huberta Hendrik van Gool te deel gevallen en zal alzo voor zijne portie hebben behouden en erffelijk blijven possideeren,
Een huijs bestaande in twee wooningen, met den hof groot twee en een half lopens ofte etc. gestaan en geleegen alhier aan de Hasselt, belend oost de weduwe Josep Kleijberg, west Francis Maes, zuijd de straat, noord Francis Berens,
En zal den verkrijger deezer portie in vergelijk van caveling aan den tweeden comparant moeten uijtkeeren de somme van een honderd vijftig guldens,
Overmits de welke zo is Pieter Hendrik van Gool te deel gevallen en zal alzo voor zijne portie hebben behouden en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk een weijde groot vier lopens ofte etc. gelegen alhier aan den Berkdijk, aldaar oost Gijsbert van Rooij, west den H: Geest Armen alhier, zuijd de weduwe Gijsbert Backs, noord Adriaen van Roessel,
Item een wooning met den hof groot vijftien roeden ofte etc. gestaan en geleegen alhier aan de Reijt aldaar oost Goijert van Gorp, west Jan Roele, zuijd de weduwe Martinus van Asveld, noord de straat, belast met 7 1/2 stuijver jaarlijks in eenen meerdere pagt aan 't comptoir van den Heer Rentmeester A. Verster te s'Bosch en zijn deeze twee parceelen belast met eene scheepen gelofte van een honderd guldens ten behoeve van Pieter van Gool,
En zal aan den verkrijger deezer portie in vergelijk van caveling door den eersten comparant moeten worden uijtgekeerd eene somme van een honderd vijftig guldens,
Voorts is tusschen pathijen condividenten wel expresselijk geconditioneerd en ondersprooken dat een ieder zijn aanbedeelde zal moeten aanvaarden van stonden af aan met de lasten beginnende 1787, en wijders dat een ieder op zijn aangekaveld lot en deel zal moeten gedogen en onderhouden alle wegen etc. ende hebben etc. gelovende etc. pro ut in forma,
En verklaaren de condividenten geene deezer goederen leenroerig zijn aan den Ed. Rade en Leenhove van Braband en Lande van Overmaaze in s'Hage.
Actum den twee en twintigsten augustus 1700 zes en tagtigh.