Kennelijk zij dat voor
heeren scheepenen deese Heerlijkheid Tilborg en Goirle, zijn gecompareerd Peeter
Augustinus van Huijkelom, Jan Augustinus van Huijkelom, Fransis Cornelis Beens
als in huwelijk hebbende Johanna Augustinus van Huijkelom, Peeter Bastiaan van
den Berg, als in huwelijk hebbende Adriana van Huijkelom alle woonende alhier,
Godefridus Milles in huwelijk hebbende Johanna Maria van Huijkelom, woonende te
Gemert, en Fransis van den Berg, en Adriaan Peter Snellen in qualiteijt als bij
heeren officier en scheepenen deeser Heerlijkheid Tilborg en Goirle aangestelde
en beedigde deelvoogden voor Catharina van Huijkelom, die volgens het aan heeren
officier en scheepenen voornt door de vijf eerstgenoemde comparanten bij
requeste gedaan te kennen geven, niet in staat is om haare goederen te regeeren
of eenige acte van scheijdinge te passeeren volgens den voors: requeste sijnde
geregistreert in het register van vonnissen en authorisatie alhier, en tot welk
request hen deese verder werd gerefereerd, den welken verklaarden met den
anderen te hebben aangegaan ende gemaakt deese navolgende erfscheijdinge en
erfdeijlinge der goederen hun condividenten aangekomen van wijlen hunnen ouders
Augustinus van Huijkelom en Anna
Margriet Snellen.
Overmits dewelke zoo is Peeter Augustinus van Huijkelom bij
blinde lootinge ten deele gevallen en zal also voor zijne portie hebben,
behouden en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk
een halve huijsinge scheijdende op de graat van de schouw der huijsinge aan den
vierden condivident ten deel gevallen, bestaande deeze huijsinge in een kamer
keuken kelder stal schuur schop hof groot 1/4 L ofte etc. zoo als zal worden
afgereend met het onderhoud en gebruijk van den put voor de helft, als meede de
kalk kuijp, looijereije en verder zoo als den condivident de zelve huijsinge cum
annexis reeds bewoond en gebruijkt, en zoals gestaan en geleegen is alhier onder
Tilborg ter plaatse aan den Westen Heijkant, aldaar oost de straat, zuijd den
vierden condivident, west het volgende parceel noord Gerard Witlox,
Item een parceel akkerland genaamt den Kruijs Akker groot
twee L geleegen als voor, agter de voors: huijsinge, oost het voorige parceel
met den hof, zuijd de waterlaat, west het
volgende parceel, noord Martinus Peijnenborg,
Item een parceel akkerland groot zes L
ofte etc. geleegen als voor, oost het voorig parceel, zuijd den H: Geest Armen,
west het volgend parceel, noord de weduwe Wilhelmus Castelijn,
Item een parceel zo land als weijde groot zes L ofte etc.
geleegen als voor, aldaar oost een voorig parceel, zuijd den H: Geest Armen
alhier, west Gerard Witlox, noord Jan Govert Janssen,
Item een parceel akkerland groot een en drie quartier L
ofte etc. geleegen alhier onder Tilborg ter plaatse het Laar, aldaar oost de
weduwe Adriaan van den Biggelaar, en Cornelis Brenders, zuijd Ignatius Cleijsen,
west Adriaan Baaijens, noord Cornelis Michiel Coolen,
Item een parceel akkerland groot vijf L ofte etc. geleegen
als voor ter plaatse den Berkdijk, aldaar oost Goris Daniel van Gool, zuijd de
straat, west de kinderen Bastiaen
Verhoeven, noord Cornelis van de Langereit,
Item een parceel akkerland groot twee L ofte etc.
geleegen als voor, aldaar oost ..., zuijd Christiaan Vermeer, west den Melkpad, noord Bastiaan van den Berg,
Item een parceel heijde
groot vijftien L ofte etc. geleegen als voor ter plaatse den Oosten Heijkant
aldaar genaamt de Buunders, oost ..., zuijd de heer Willem Lenaars, west de
tweeden condivident noord de weduwe Jan Nicolaas Vugts,
Laastelijk nog een parceel akkerland groot drie quartier L
ofte etc. geleegen als voor, aan den Oosten Heijkant, aldaar genaamt de Zwaluwe,
oost de weduwe Ludovicus Dams, zuijd Gijsbert Janssen, west de straat, noord Theodorus van Hasselt,
alle los en vrij.
En zal dit lot
in vergelijk van caveling moeten uitkeeren, als aan Francis Cornelis Beens als
in huwelijk hebbende Johanna Augustinus van Huijkelom, den derden condivident,
eene somme van vijf hondert neegen en tachtigh gulden zestien stuijvers twaalf penningen eens,
Item in vergelijk als voor aan den
tweeden condivident eene somme van vijf honderd neegen en tachtigh guldens zestien stuijvers twaalf penningen
eens,
Item aan
Peeter Bastiaan van den Berg no: ux: den vierden condivident in vergelijk als
voor eene somme van twee hondert zes en twintigh guldens zestien stuijvers
twaalf penningen eens,
Item aan Godefridus Milles no:
ux: den vijfden condivident, in vergelijk als voor eene somme van vijf hondert
neegen en tachtigh gulden zestien stuijvers twaalf penningen eens,
En aan Francis van den Berg en Adriaan Peeter Snellen in
qualiteijd als deelvoogden over Catharina van Huijkelom, de sesde en laatste
condivident, en zulks ten behoeven van de zelve Catharina van Huijkelom eene
somme van vijf hondert neegen en tachtigh guldens zestien stuijvers en twaalf
penningen eens.
Daar en teegen zal deesen condivident in vergelijk als voor,
van den 2e condivident genieten eene somme van zestien gulden dertien stuijvers
vier penningen.
Overmits de welke zoo is Jan
Augustinus van Huijkelom bij blinde lootinge ten deele gevallen en zal alzo voor zijne portie hebben behouden en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk een parceel heijde groot zeeven L ofte etc.
geleegen alhier onder Tilborg ter plaatse den Oost Heijkant, aldaar in de
Buunders, oost den eersten condivident zuijd ..., west Laurens Vrancken, noord Gerrard
Witlox.
Item een parceel heijde geleegen
onder Loon op Zand, groot vier L ofte etc., oost Francis Smarius, zuijd een
voetpad, west ..., noord Augustinus de Cocq.
Laastelijk
nog een parceel heijde geleegen als voor, groot vier L ofte etc. aldaar oost
Peeter Donders, zuijd ..., west
een voetpad, noord Augustinus de Cocq.
En zal dit lot in vergelijk van caveling trekken en
genieten van den eersten condivident eene somme van vijf hondert neegen en
tachtigh guldens zestien stuijvers en twaalf penningen.
En daar en tegen zal deesen condivident in vergelijk als
voor, aan jeder der meede condividenten in deeze, uitkeeren een somme van
zestien gulden dertien stuijvers vier penningen.
Overmits dewelke zoo is Fransis Cornelis Beens als in
huwelijk hebbende Johanna Augustinus van Huijkelom, te deel gevallen, en zal
alsoo voor zijne portie trekken en genieten van den eersten condivident eene
somme van vijf hondert neegen en tachtigh gulden, zestien stuijvers en twaalf
penningen.
En van den tweeden condivident Jan Agustinus
van Huijkelom, een somme van zestien gulden dertien stuijvers vier
penningen.
Overmits dewelke
zoo is Peeter Bastiaan van den Berg als in huwelijk hebbende Adriana van
Huijkelom bij blinde lootinge ten deele gevallen, en zal alzo voor zijne portie
hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren de weederhelft der huijsinge
aan den eersten condivident aanbedeeld scheijdende op de graat van de schouw der
voors: weederhelft, en bestaande in een kamer opkamer keuken en kelder met den
hof groot drie quartier L ofte etc. en de helft in het gebruijk en onderhoud van
den put, gestaan en geleegen alhier onder Tilburg ter plaatse den Westen
Heijkant, aldaar oost de straat, zuijd de waterlaat, noord en west den
eersten condivident,
En zal dit lot in vergelijk van
caveling trekken en genieten van den eersten condivident eene somme
van twee hondert zes en twintigh gulden zestien stuijvers en twaalf penningen.
En van den tweeden condivident in vergelijk
als voor een somme van sestien gulden dertien stuijvers vier penningen.
Overmits dewelke zoo is Godefridus
Milles als in huwelijk hebbende Johanna Maria van Huijkelom bij blinde lootinge
ten deele gevallen en zal alsoo voor zijne portie hebben, trekken en genieten
als van den eersten condivident eene somme van vijf hondert neegen en
tachtigh gulden zestien stuijvers en
twaalf penningen.
En van den tweeden condivident een somme van zestien gulden, dertien stuijvers vier penningen.
Overmits dewelke zoo is Fransis van den Berg, en Adriaan
Peeter Snellen in qualiteijt als deel voogden voor Catharina van Huijkelom, en
dus ten behoeven van dezelve Catharina van Huijkelom bij blinde lootinge ten
deele bevallen, en zal alsoo voor haare portie hebben, trekken en genieten, als
van den eersten condivident eene somme van vijf hondert neegen en tachtigh
gulden zestien stuijvers en twaalf penningen.
En van den
tweeden condivident een somme van zestien gulden dertien stuijvers vier
penningen.
Voorts is tusschen
partheijen condividenten wel expresselijk geconditioneerd en ondersprooken, dat
jeder zijn aanbedeelde zal aanvaarden ter stond, met de lasten van den
aanstaande jaare 1788. Blijvende de lasten pagten en revenuen over deesen jaare
nog onder hun gemeen, en wijders dat jeder op zijn aangekaveld deel en lot zal
moeten gedoogen en onderhouden alle weegen etc. ende hebben etc. geloovende etc.
en allen verhoolen kommer etc. pro ut in forma,
En
verklaaren de condividenten, dat de voors goederen geen leen subject zijn aan
den Ed: Raade en Leenhove van Braband in s'Hage.
Aldus
gedaan en gepasseert voor en ten overstaan van etc. die etc. actum den agsten
augustus 1700 zeeven en tachtigh.