Cornelis Jan van de Put, meerderjaarig jongman, voor een
vierde, en Peter Norbart Coolen, als momboir en Wouter Cornelis van de Put als
toeziender, beide over de drie minderjarige kinderen van wijlen Jan Cornelis van
de Put, en Maria van den Hoven voor drie vierde, en alzoo te zaamen voor het
geheel kinderen en erfgenamen van den evengemelden Jan Cornelis van de Put, en
Maria van den Hooven, de gemelde voogden kragtens authorisatie van heeren
officier en schepenen deezer heerlijkheid Tilborgh en Goirle dato 18e meij 1789,
ten deeze vertoont en gelezen, cedunt aan Peter Norbart Coolen, een halff huijs
bestaande in keuken, kamer en kelder aan den noorden kant, scheijdende op de
graat van de schouw, tusschen deeze en de wederhelft ten zuijden, met het
gebruijk en onderhoud van den put voor de helft, en den hoff aan den
noordenkant, en verder aangelag, groot een en drievierde loopensaten, ofte daar
omtrent, gestaan en gelegen alhier onder Tilborg, ter plaatse den
Westenheijkant, aldaar genaamd het Goirken oost de straat, zuijd de weduwe Simon
Hubertus, west een voetpad, en noord Jan
van Alphen,
Belast met vijftien duijten chijns s'jaars, in twee texten,
aan den Edelen Heer alhier, voorts los en vrij, uitgenomen wegen, steegen etc.,
ende hebben etc., geloovende etc., en allen verhoolen commer etc., pro ut in forma
De transportanten verclaaren, dat het voors:
halve huijs cum annexis, geen leen subject is, aan den Ed: Raade en Leenhove van Braband in s'Hage
En werd ten deezen verder gerefereerd
tot de conditie van publiecque verkooping daar van voor heeren officier en
schepenen alhier gehouden in datis 29e meij en 12 junij 1789.
Actum den een en dartigsten october 1700 negen en tagtigh.
Cooppenn: en slagen 850 gulden
waar op bij de vest voldaan vier hondert gulden en de rest debet gebleve en op
hede mede voldaan door t passeeren van een custbrief.