Willem Adriaan van
Zon, cedit aan Sr. Johannes Cornelis Dekkers, een huijs en hoff, groot zes en
twintig roeden, ofte daar omtrent, gestaan en gelegen onder Tilborg, ter plaatse
den Westenheijkant, aldaar aan 't Goirken, oost Hendricus van de Loo, zuijd en
west de straat, en noord Johannes van Alphen, los en vrij, uitgenomen wegen,
stegen etc., ende heeft etc., gelovende etc., en allen verholen commer etc. pro
ut in
forma:
Doende jaarlijx in de ordinaire verponding
eene gulden eene stuijver vier penningen,
Gereserveert
ten behoeve van den verkoper en zijne huijsvrouw Jenne Maria Adriaen Janzen,
geduurende hun beider leeven, de vrije inwooninge in het kamertje aen voors:
huijs; waar voor den transportant aan de getransporteerde jaarlijx zal betalen
voor huur eene somme van zes gulden
En is wijders de
voors: huur, te betalen door de transportante aan den getransporteerde /: zijnde
hij transportant oud drieensestig jaaren, en sjne gemelde huijsvrouw
tweeentagtig jaren :/ bij officier schepenen en secretaris van Tilborg en
Goirle des zelfs levenstijd op den voet van lijfrente berekend en
gecalculeerd zijnde, te zamen op vijff jaaren leevens, zo komt de voors. huur
over de voors: vijff jaaren te monteeren eene somme van dertig gulden
Wijders verclaaren, wij officier, schepeen en secretaris
dezer heerlijkheid Tilborg, op den eed in aanvang onzer bedieninge gedaan, dat
wij in het doen dezer tauxatie stiptelijk agtervolgt hebben den 5 articul der
ordonnantie op het middel van den 40e penning geemaneerd
En verclaard den transportant dat het voors: huijs en hof,
geen leen subject is aan den Ed: Rade en Leenhove van Braband in s'Hage
Actum den agtienden julij 1700 eenennegentig.
Cooppenningen 201 gulden
voldaan.