Josephus Verbunt, cedit aan Martinus Noijens, een parceel zoo weide als teulland, groot twee loopensaten, ofte daar omtrent, met den mistweg daar aan, geleegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Klijne Hasselt, aldaar oost Maria Anna Geboers, zuid den cooper, west Jacobus van Groenendaal, en noord Dionisius van Tulder, los en vrij, uitgenomen weegen, stegen etc., ende heeft etc., geloovende etc., en allen verhoolen commer etc., pro ut in forma,
Doende jaarlijx in de verponding f 1..13..8.
Den transportant verclaard, dat gemelde parceel geen leen subject is, aan den Leenhove van Justitie in s' Bosch.
Actum den vierde maij 1700 zes en negentigh.
Cooppenn: 300 gulden, voldaan.