Menu

Akten Notarieel Archief Tilburg

Akte R-1797-115-146-11

Wij ondergetekende Ida van den Brekel, weduwe Adriaan Doomen, Adriaan van Hest, en Johannes van Helfsteren, als in huwelijk hebbende Adriana Hendrik van Hest, verclaaren met den anderen aangegaan ende gemaakt te hebben, de navolgende erffscheiding en deiling der erfgoederen ons condividenten aangekomen bij erfenisse, den eerstgenoemde voor de helft en de twee laastgemelde voor de wederhelft, van wijlen Cornelis de Beer, zaliger,

Overmits dewelke, zoo is Ida van den Brekel, weduwe Adriaan Doomen, te deel bevallen, en zal dienvolgens in wettigen eigendom hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren,
Een huijs schop en hoff, groot circa een loop ofte daar omtrent, gestaan en gelegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Hasselt, aldaer oost de straat, west de kinderen Jan Vermeer, zuid Jan Baptist van Riel, en noord het volgende lot,

Overmits dewelke, zoo is Johannes van Helfsteren, als in huwelijk hebbende Adriana Hendrik van Hest, te deel bevallen, en zal dienvolgens in wettigen eigendom hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren,
Een huijs en hoff, groot een loop, ofte daar omtrent, gestaan en geleegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Hasselt, aldaer oost de straat, west het vorige lot, zuid Jan Baptist van Riel, en noord Jan Hendrik Brouwers,
En zal den condivident van dit lot, in vergelijk van caveling, moeten uitkeeren aan den verkrijger van het volgende lot, de somme van twintig gulden, die bij het passeeren deezes zijn voldaan,

Overmits dewelke zoo is Adriaan Hendrik van Hest, te deel bevallen en zal dienvolgens in wettigen eigendom hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren,
Een parceel land, groot een loop ofte daar omtrent, geleegen alhier te Tilburg, ter plaatze de Hasselt, aldaar oost de straat, west Jan Baptist van Riel, zuid Jan Baptist Brouwers, en noord de weduwe Johannes Bergmans,
En zal den verkrijger van dit lot, in vergelijk van caveling, trekken en genieten van den condivident van het voorige lot, de somme van twintig gulden, die bij het passeeren deezes zijn voldaan,

Voorts is tusschen ons ondergeteekende condividenten geconditioneert en ondersprooken, dat elk van ons zijn aanbedeelde zal aanvaarden van stonden aan, met de lasten, pagten en chijnsen van den jaare 1796.

Aldus bij ons ondergeteekende ten onzen wederzeidsche volkomen genoegen gescheiden en gedeeld, de goederen ons als voors: aangekomen; Belovende wij condividenten malkanderen desweegens om geen andere scheiding of deiling moeijelijk te zullen vallen; En voorts te zullen onderhouden, alle weegen, stegen, schouwen, waterlaten, en alle andere nabuurlijke regten 't welk d'een of d'ander parceel van ouds zoude mogen subject weezen, ende hebben daar op d'een tot des anders behoeven volkomentlijk verteegen ende gerenuntieert inne maniere daar toe behoorlijk ende gewoonlijk zijnde, geloven de deeze deiling altijd te zullen houden, en doen houden, voor goed, vast, bondig, en van waarden, zonder eenig wederzeggen, en allen verhoolen commer, calangie ofte aantaal hier inne weezende, ofte naermaals komende, elkanderen te zullen helpen afdragen t'eenemaaal, zonder arg ofte list.
En is wijders tusschen ons condividenten geconditioneert en affgesprooken, dat deze onze deiling ten comptoire van den notaris Izaac Bles resideerende binnen Tilborg, zal overgelegt en aldaar blijven berusten, om bij den gemelden notaris daar uit gemaakt en gedepecheert te worden alle zulke behoorlijke copien, voor zoo ver iders lot betreft, als ingevolge d'ordonantie van 't Bataafs Brabands Klijn Zegel word gerequireert, waar toe wij hem niet alleen, maar ook tot het uitleveren van copien aan die gene die in vervolg van tijd, daar toe zoude geregtigt zijn, of kunnen worden, authoriseeren bij deeze; En verclaaren wij condividenten dat gem: goederen geen leen subject zijn, aan den Leenhove van Justitie in s'Bosch.
Tot preciese naarkominge van allen 't geene voors., zoo verbinden wij ondergeteekende condividenten onze perzonen ende goederen, present ende toekomende, geene uitgezondert, dezelve stellende ten bedwange en subjectie als na regten.
T'oirconde hebben wij deeze onze deiling alzoo gesloten binnen Tilborg ter presentie en bij weezen van Piter Gerard Molengraaff en Tomas Henssen, beijde als getuijgens hier toe verzogt, die deeze met en benevens ons condividenten behoorlijk hebben onderteekend, op heden den eenendertigsten maart 1700 zeven en negentigh.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832